Piketty’s utopie is tirannie uit naam van de deugd

DALRYMPLE291221-Piketty
Thomas Piketty

Thomas Piketty is een econoom die wereldfaam verwierf met zijn boek Capital in the Twenty-First Century dat een verrassende bestseller werd. Het is goed geschreven en bevat veel feitelijke informatie. Hoewel het een erg dik boek is, is het gemakkelijk te lezen. En ook als Piketty’s conclusies gevaarlijk of tegendraads zijn, kan bijna iedereen er een hoop van leren. 

Zijn laatste boek, Time for Socialism, is lang niet zo goed; het lijkt er een beetje op, als ik dat zo mag zeggen, dat hij er zijn roem mee wil verzilveren. Het is een bundeling van zijn artikelen in Le Monde van september 2016 tot januari 2021, met een inleidend essay uit februari van dat laatste jaar. Het is saai en valt voortdurend in herhaling. Soms krijg je het gevoel alsof het een poging is om de uitspraak van Heraclitus te weerleggen, dat je niet twee keer in dezelfde rivier kunt stappen.

Verdienste

Je gaat al gauw de stijlfiguren herkennen. Bijvoorbeeld waar de auteur voorstellen doet voor een EU-instelling met echte macht en ons verzekert dat dit ‘in elk geval de verdienste heeft dat het bestaat’. Het is twijfelachtig of bestaan een eigenschap is, laat staan een verdienste; ook een terroristische samenzwering heeft ‘in elk geval de verdienste dat ze bestaat’.

Het is geen boek om van kaft tot kaft lezen en ook niet om vluchtig in te kijken, maar toch heb ik het eerste gedaan.

Investeringen en uitgaven

Piketty schrijft nog steeds helder maar zonder veel verbeeldingskracht en hij heeft duidelijk veel bronnen geraadpleegd. Hij is intelligent, goed geïnformeerd en redelijk, en hij heeft een zeer stevige greep op de onwerkelijkheid. Hij gelooft in een wereld waarin economische hefbomen werken zonder enige weerstand of, om de beschrijving te lenen die een arts van een kennis van mij gebruikte met betrekking tot zijn eigen medisch-juridische verslagen: ‘Je draait aan de hendel en de worst komt eruit.’

In Piketty’s wereld is er geen verschil tussen investeringen en uitgaven. Dus als hij de lage productiviteit in Groot-Brittannië terecht toeschrijft aan het lage opleidingsniveau van de bevolking (zodanig dat in wat overwegend een diensteneconomie is, een groot deel ervan niet in staat is om de telefoon goed of redelijk beleefd te beantwoorden), dan ziet hij dat als een gevolg van een tekort aan uitgaven aan onderwijs.

Was dat maar zo! Maar een tekort aan uitgaven kan niet verklaren dat ongeveer een vijfde van de kinderen zo goed als analfabeet van school komt. Overigens lijkt Frankrijk ook in die richting te vorderen, als dat het goede woord is.    

Geen bescheidenheid of twijfel

We lezen dat ‘onderzoek in de sociale wetenschappen, waarvan de economie integraal deel uitmaakt, wat sommigen ook mogen denken, wankel en onvolmaakt is en dat altijd zal blijven. Het is niet gemaakt om pasklare zekerheden te produceren … we moeten geduldig onderzoeken om te pogen daaruit enkele voorlopige en onzekere lessen te trekken’.

Daar zeg ik amen tegen! Maar bescheidenheid of twijfel zijn niet de voornaamste eigenschappen van professor Piketty, en zijn voorstellen worden niet gekenmerkt door voorzichtigheid.

Er is geen besef dat verslechtering net zo goed mogelijk is als verbetering en er is geen besef van de kwetsbaarheid van dingen. Niets telt voor hem behalve gelijkheid. Hij is voor de belastingpolitiek wat Le Corbusier was voor de architectuur: hij wil de hele wereld iets voorschrijven (en verbieden).

Boven alles: geen variatie! Hij zou ons willen vertellen hoeveel we mogen bezitten, hoeveel we mogen nalaten aan onze kinderen of ontvangen van onze ouders en hoeveel we in een jaar mogen verdienen.

Agent provocateur voor Éric Zemmour

Als egalitarist en vastberaden anti-nationalist, zegt Piketty niet dat herverdeling zou moeten stoppen bij de nationale grenzen. Maar probeer de gemiddelde Fransman maar eens te vertellen dat hij van nu af aan moet afzien van de helft van zijn welstand om Somalië of Zuid-Soedan te verheffen! Het boek leest soms alsof het is geschreven door een verkiezingsmedewerker van de Franse presidentskandidaat Éric Zemmour, die voor agent provocateur speelt.  

Uniformiteit is voor hem de prijs die je betaalt voor eenheid (zijn landgenoot Frédéric Bastiat maakte die fout niet). Hij heeft weinig achting voor, of ook maar besef van de mogelijke politieke consequenties van zijn voorstellen.

In Piketty’s ‘Europese Vergadering’, bijvoorbeeld, die echte macht zou hebben (anders dan het huidige Europees Parlement), zouden Frankrijk, Spanje en Italië inzake het economisch beleid Duitsland kunnen overstemmen en dat waarschijnlijk ook doen. Het komt niet bij hem op dat er weinig betere manieren zouden zijn om het sluimerende Duitse nationalisme wakker te maken.

En terwijl hij wel gewag maakt van het internationalisme van Jean-Luc Mélenchon, de linkse Franse politicus, meldt hij niet dat de heer Mélenchon een boek heeft geschreven over Duitsland en de Duitsers dat gemakkelijk geschreven had kunnen zijn door een patriottische Fransman in 1916.

Eet de rijken op

Professor Piketty is erg dol op vermogensbelasting. President Macron schafte de belasting op grote vermogens in Frankrijk af, wat de professor benoemt als een ‘geschenk’ aan de rijken. Anders gezegd: afzien van nemen is hetzelfde als geven. Het geld en zijn volheid is van de staat, zoals de aarde en haar volheid van de Heer is.

Dit geeft natuurlijk geen antwoord op de vraag of vermogensbelastingen in de praktijk raadzaam zijn of goed voor de economie. Professor Piketty betoogt dat de Franse belasting niemand in Frankrijk ernstig heeft geschaad omdat de vermogens van de rijken in de jaren dat ze werd geheven snel zijn gegroeid.

Dit is niet zo’n goed argument als hij denkt: de vraag is niet of de fortuinen van de rijken bleven groeien, maar of er voor Frankrijk kapitaal verloren ging door de emigratie van rijke mensen, waarop het antwoord waarschijnlijk ‘ja’ is.

Vermogensinflatie

Piketty’s bespreking van dit vraagstuk is niet erg subtiel. Hij heeft het niet over het effect dat de constante dreiging van onteigening heeft op de beslissingen van mensen. Evenmin gaat hij echt in op de vraag hoeveel van de vermogenstoename simpelweg het gevolg is van vermogensinflatie. Ik ben, in zekere mate, een begunstigde van deze vermogensinflatie, in die zin dat mijn vermogen op papier aanzienlijk is gegroeid.

Maar als typisch lid van de ouderwetse zuinige middenklasse heb ik niet jarenlang gespaard om rijk te worden op papier, maar om armoede op oudere leeftijd te vermijden. Aangezien de opbrengsten van vermogen op papier twijfelachtig zijn, en omdat ik herinneringen heb aan een inflatie van 15 procent per jaar (waarvoor de professor te jong is), weet ik niet goed hoeveel ik moet sparen om me te verzekeren van een bescheiden comfort. Met andere woorden, de voortdurende verschuiving in de waarde van geld heeft diepgaande effecten op de geestesgesteldheid.

Aan wie heeft zal gegeven worden

Niet alleen noemt de professor geldschepping en lage rentes pas aan het eind van zijn boek, en dan nog slechts terloops, hij behandelt niet de vraag waarom de lage rentes gedurende zo lange tijd noodzakelijk zijn geweest. Zij zijn nodig omdat we leven op de pof, zowel privé als publiek.

De truc was om de inflatie in de gewone kosten van levensonderhoud te beperken door de productie uit te besteden aan landen met lage arbeidskosten, wat kan worden gedaan zo lang er enig geloof blijft bestaan in de waarde van ons geld, in elk geval zo lang er geen betere alternatieve waarde is (dit tijdperk zou aan zijn eind kunnen zijn gekomen).

We kunnen dus net zoveel van dat spul blijven drukken of creëren als we willen en denken dat we rijk worden – in elk geval kunnen sommigen van ons dat. En zo zal worden gegeven aan wie heeft en hij zal een grotere overvloed bezitten; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft zal hem ontnomen worden.

Meerderheidsdemocratie

De gewoonte om meer uit te geven dan je aan inkomsten hebt, niet uit een incidentele noodzaak maar als levensproject, is onvoorzichtig en zal als onvoorzichtigheid gestraft worden – ook al zijn er in de politieke sfeer mensen die hopen dat het omkopen van de kiezers het hele systeem voor altijd draaiend houdt. Voor dit alles heeft professor Piketty een soevereine remedie: belast de rijken.

Hij denkt dat dat democratisch is, omdat velen, misschien wel een meerderheid, er voor zullen stemmen. Hij heeft geen probleem met meerderheidsdemocratie (mits de meerderheid het met hem eens is): Hoe kan democratie tiranniek zijn?

Exit-belasting

Daarom ziet Piketty ook geen nadelen in het voorstel van de Amerikaanse senator Warren om een belasting op rijkdom in te voeren en te voorzien – voorzien! – in ‘een exit-belasting van 40% van het totale vermogen voor hen die ervoor kiezen het land te verlaten en afstand te doen van het Amerikaanse burgerschap’.

Bovendien ‘zou de belasting van toepassing zijn op alle bezittingen, zonder enige vrijstelling, met afschrikwekkende sancties voor mensen en overheden die niet de juiste informatie verstrekken over bezittingen in het buitenland’. 

Dit is niet alleen tiranniek ten aanzien van individuen, maar ook ten aanzien van internationale relaties, omdat het de toepassing wettigt van Amerikaanse rechtsregels in de hele wereld. Onnodig te zeggen dat China, Rusland en India dit nooit zouden accepteren, en daarin bondgenoten zouden kunnen vinden. Eindeloze conflicten zouden het resultaat zijn.

Gelijke uitkomsten

Het antwoord op dit kleine probleem is voor Professor Piketty evident: een wereldwijde vermogensbelasting, en wel zo dat niemand zich meer ergens kan verbergen. Er zouden nog een paar kleine kinderziektes kunnen optreden bij de invoering hiervan – bijvoorbeeld wie dit allemaal moet controleren – maar denk eens aan de voordelen: leun eens achterover en denk aan Engeland! Professor Piketty heeft het levenselixer ontdekt: belasting.  

Nooit komen in Professor Piketty’s geest andere overwegingen op dan toegenomen gelijkheid. In zijn wereld zou geen privacy bestaan, aangezien alle transacties, inkomsten en bestedingen totaal transparant zouden zijn. Zijn utopie is de tirannie uit naam van de deugd, de enige deugd die telt: gelijke uitkomsten.

Immigranten zonder eigenschappen

Over grenzen maakt hij zich geen zorgen. Als hij de toekomstige immigratie naar Frankrijk en Europa bespreekt, heeft hij – die zo dol is op meten – het ineens niet meer over aantallen, en zeker niet over selectie. Voor hem is een immigrant eenvoudig een immigrant, ongeacht waar hij vandaan komt. Hij brengt alleen maar zijn algemene menselijkheid mee, en daarom is het helemaal niet nodig om acht te slaan op zijn bijzonderheden.

Daarmee is Professor Piketty het tegendeel van Joseph de Maistre. ‘Ik heb’, zei De Maistre, ‘in mijn leven Fransen ontmoet, Italianen, Russen enzovoort… Maar wat de mens betreft, verklaar ik dat ik die nooit gezien heb.’ Professor Piketty heeft in zijn leven de mens ontmoet, maar nooit Fransen, Italianen, Russen enzovoort.

Het is noodzakelijk deze twee houdingen, die beide elementen van waarheid bevatten, in creatieve spanning te houden. Een dergelijke spanning is in het werk van Piketty niet aanwezig.

Deze bespreking van Time for Socialism van Thomas Piketty verscheen oorspronkelijk in Law & Liberty, 23 december 2021.

Vertaling Chris Rutenfrans