Jan van de Beek: Strengste asielbeleid ooit? Alleen een derde landen-aanpak kan nu écht het verschil maken

WW Van de Beek 24 mei 2025
Naar schatting zijn er sinds april 2024 per saldo zo’n 130.000 immigranten bijgekomen, zo meldde De Telegraaf deze week. Foto: Wynia’s Week

Het kabinet beloofde het strengste asielbeleid ooit, maar de cijfers laten iets anders zien. De migratie naar Nederland blijft onverminderd hoog. Geert Wilders wil het hoofdlijnenakkoord openbreken voor drastischer maatregelen, maar stuit op juridische en politieke grenzen. Een derde landen-beleid, naar Australisch model, lijkt nu de enige échte route naar controle. Maar zijn de coalitiepartijen – en vooral de NSC – bereid die keuze te maken? En krijgt Wilders met het recente derde landen-voorstel van de EU wellicht hulp uit onverdachte hoek?

Er is sinds vorige zomer een rechts kabinet dat grip op migratie zou krijgen en het strengste asielbeleid ooit zou maken. Maar wie naar de feiten kijkt, ziet een heel ander beeld. Naar schatting zijn er sinds april 2024 per saldo zo’n 130.000 eerste generatie immigranten bijgekomen, zo meldde De Telegraaf deze week. Voor dit jaar is de prognose dat er ongeveer 140.000 mensen bijkomen, bijna evenveel als in 2023 en meer dan in 2024.

Dat was ook niet anders te verwachten, want écht migratiebeperkende wetgeving is er nog nauwelijks geïmplementeerd. De harde werkelijkheid is: beleid wordt niet strenger door retoriek, maar door wetgeving. En daar wringt de schoen.

‘Hooflijnenakkoord openbreken’

Geert Wilders reageerde op het bericht in De Telegraaf met een duidelijke tweet: het hoofdlijnenakkoord moet opengebroken worden voor strenger migratie- en asielbeleid. Maar wie dat wil, stuit op een muur van verdragen en regelgeving. Het vrije verkeer van studie- en arbeidsmigranten binnen de EU, gezinshereniging – de grootste factor in het migratiesaldo – en het asielrecht zijn juridisch vrijwel onaantastbaar binnen de huidige kaders van EU-wetgeving, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Vluchtelingenverdrag.

De BBB en de VVD krijgt Wilders waarschijnlijk nog wel mee. En bij zijn eigen PVV is hij de baas. Maar krijgt hij ook de NSC zover? De inmiddels uit de Tweede Kamer vertrokken Pieter Omtzigt heeft een partij neergezet met een duidelijke linker- en een duidelijke rechtervleugel. Iemand als Diederik Boomsma zou vermoedelijk vóór een stringenter beleid stemmen, maar hoeveel andere NSC-Kamerleden durven echt te breken met het systeem? Let wel: Omtzigt sprak tijdens de verkiezingen over een migratiesaldo van 50.000 per jaar, maar gaf nooit aan hoe dat bereikt moest worden. Zonder bereidheid om verdragen open te breken, blijft dat niet veel meer dan verkiezingsretoriek. De facto: kiezersbedrog.

Bestel hier: Migratiemagneet Nederland van Jan van de Beek

Laten we daarom inzoomen op het heetste hangijzer: het asielbeleid. Wat zijn de reële opties voor Wilders?

Er zijn drie hoofdsmaken als het gaat om restrictiever asielbeleid:

1. Race to the bottom: landen proberen onaantrekkelijker te zijn dan hun buren in de hoop dat asielzoekers voor een ander land kiezen. Dat is waar PVV-asielminister Marjolein Faber zich nu op richt, met twee wetten die ze nog door de Eerste Kamer moet loodsen.

2. Verdragen opzeggen of aanpassen: een radicale koerswijziging waarbij Nederland het VN-Vluchtelingenverdrag en andere relevante verdragen heroverweegt of opzegt. Politiek explosief en juridisch ingewikkeld. Het derde kabinet-Rutte (2017-2022) onderzocht het en vond het politiek en diplomatiek te riskant.

3. Opvang in derde landen: asielzoekers worden opgevangen in veilige, maar economisch minder aantrekkelijke landen buiten Europa. Dat is wat Australië al jaren doet, en waar ook Denemarken en Groot-Brittannië op inzetten met hun Rwandaplannen.

Economische prikkel

De realiteit is dat optie 1 veel wordt geprobeerd en vooral de landen die vooroplopen voordeel biedt en dat optie 2 vooralsnog te radicaal wordt gevonden en een zeer lange adem vergt (waardoor je er vandaag al mee zou moeten beginnen, maar dat terzijde). En dus blijft voor nu optie 3 over: opvang in derde landen.

Die aanpak heeft een aantal grote voordelen. Australië liet zien dat het werkt: de bootmigratie naar het land viel volledig stil nadat asielzoekers ondergebracht werden in veilige derde landen waar ze wel bescherming kregen, maar géén beter leven. Daarmee werd de economische prikkel uit het systeem gehaald. Wie niet meer naar een rijk land kan doorreizen, haakt af.

Juist daarom is het opvallend dat de EU zich nu ook op deze route lijkt te richten. De Telegraaf meldde dat Brussel werkt aan beleid waarbij asielzoekers naar veilige landen buiten de EU gestuurd kunnen worden voor procedure en opvang, zelfs als ze daar geen enkele band mee hebben. Dat kan, mits er afspraken liggen met die landen. Brussel wil bovendien voorkomen dat migranten hun beroepsprocedure nog in een EU-land mogen afwachten.

Het klinkt stevig. Maar gaat dit ook werken?

Dat hangt af van de invulling. Als opvang in derde landen uiteindelijk nog steeds leidt tot hervestiging in rijkere EU-landen, dan blijft de aantrekkingskracht. En het klinkt (onbedoeld) wellicht cynisch, maar als die opvanglocaties bovendien ’te luxe’ zijn – beter dan waar mensen vandaan komen – en óók nog een kans bieden op een ticket naar Europa, dan kan het beleid zelfs averechts werken: dan wordt het derde land een opstapje.

Politieke wil

Het maximale effect bereik je pas als ook de hervestiging in het derde land zelf plaatsvindt. Want hoeveel mensen willen echt blijven in Rwanda, als ze eigenlijk naar Nederland willen? Als de EU deze aanpak alleen gebruikt als tussenstop, ondermijnt dat waarschijnlijk het hele doel. Maar als men het Australische model serieus overneemt – dus ook bij inwilliging van het asielverzoek geen doorreis naar Europa – dan zou dit de asielinstroom daadwerkelijk drastisch kunnen verminderen.

Als het Geert Wilders, Dick Schoof en andere migratie-kritische politici lukt om de EU in die richting te trekken, dan komt de lang beloofde ‘grip op migratie’ écht een stap dichterbij.

Maar dan moet er wel politieke wil zijn. En daar wringt het, vooral bij NSC. Als de linkervleugel van die partij de juridische en politieke realiteit blijft ontkennen of koudwatervrees houdt voor een beleidsommezwaai, blijft het migratiedebat hangen in holle frasen. En blijft Nederland de migratiemagneet die het in weerwil van de wil van een meerderheid van de kiezers – van links tot rechts – al zolang is.

Zonder harde keuzes is het strengste asielbeleid ooit niet meer dan een papieren tijger.

Jan van de Beek is wiskundige en antropoloog en promoveerde op de geschiedenis van het economisch onderzoek naar het Nederlandse migratiebeleid. Hij is auteur van de bij Uitgeverij Blauwburgwal verschenen bestseller Migratiemagneet NederlandContactadres voor media en de boekhandel: info@blauwburgwal.nl

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!