Adviesraad Migratie verhult dat het werken van migranten wordt belemmerd door lage opleiding en grote culturele afstand

Op 26 juni bracht de Adviesraad Migratie het volgende nieuwsbericht naar buiten: ‘Nederland telt een onbenut arbeidspotentieel van ongeveer 330.000 migranten, een vijfde van de totale groep migranten van 25 tot 65 jaar in Nederland. Dat komt neer op zo’n 3% van de totale werkzame bevolking en ruim driekwart van het aantal openstaande vacatures. Het beter benutten van dit arbeidspotentieel levert brede maatschappelijke winst op.’
Monique Kremer, voorzitter van de Adviesraad Migratie, doet er nog een schepje bovenop: ‘Als we meer migranten aan het werk krijgen, slaan we drie vliegen in één klap. Migranten krijgen een hoger inkomen en meer welzijn, werkgevers kunnen gemakkelijker in hun personeelsbehoefte voorzien, en de samenleving profiteert van minder uitgaven aan sociale uitkeringen en hogere belastinginkomsten.’
De publieke omroep en de kwaliteitskranten nemen dit ‘nieuwsbericht’ klakkeloos over. De NOS kopt: ‘Ongeveer een vijfde van alle migranten staat nodeloos aan de kant’ en volgens WNL blijft een groot arbeidspotentieel bij migranten onbenut. De Volkskrant en NRC hadden vergelijkbare koppen. Zou het werkelijk zo eenvoudig zijn om de personeelstekorten op te lossen?
Hoe komt de Adviesraad Migratie aan deze aantallen?
Allereerst is er de zeer ongebruikelijke definitie van onbenut arbeidspotentieel: ‘Het onbenutte arbeidspotentieel van migranten is bepaald door hun arbeidsdeelname te vergelijken met die van Nederlanders zonder migratieachtergrond van dezelfde leeftijd en sekse.’ Omdat het percentage werkende migranten alles bij elkaar opgeteld ongeveer 20% lager ligt dan bij Nederlanders zonder migratieachtergrond gaat de Adviesraad er vanuit dat 20% van de totale migrantenbevolking van 25 tot 65 jaar gerekend kan worden tot het onbenut arbeidspotentieel. Omgerekend in het aantal personen kom je dan uit op 331 duizend.

Volgens de gangbare definitie van Eurostat en het CBS van onbenut arbeidspotentieel gaat het om mensen die willen werken en beschikbaar zijn voor werk. Als er sprake is van beide criteria dan worden ze geteld als werkloos. Als er sprake is van een van deze twee criteria spreekt het CBS van semiwerkloos. Volgens mijn inschatting valt dan meteen al de helft van de 330 duizend migranten af.
En dan wil dat nog helemaal niet zeggen dat personen, die tot het onbenut arbeidspotentieel worden gerekend ook daadwerkelijk geschikt zijn om vacatures te vervullen. De Adviesraad geeft ook toe dat het natuurlijk niet zo is ‘dat iedereen die tot dit potentieel behoort volledig en direct inzetbaar is en dat hun kwalificaties en voorkeuren precies aansluiten bij de vraag vanuit bedrijven en instellingen’.
Dus eerst kondigt de Adviesraad met veel tamtam aan dat er een groot arbeidspotentieel bij migranten onbenut blijft waarmee ‘ruim driekwart van het aantal openstaande vacatures’ kan worden vervuld. Maar vervolgens blijft in de hele verkenning onduidelijk waar dat talent dan precies zit.
Eerste generatie is de verkeerde doelgroep
Het grote verschil in arbeidsdeelname tussen het onbenut talent van de Adviesraad en Nederlanders zonder migratieachtergrond kan allereerst verklaard worden door de keuze van de doelgroep. De Adviesraad rekent alleen de eerste generatie migranten tot de doelgroep van de verkenning en dat is nu juist de groep met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt.
Uit de rapportage Integratie en Samenleven 2024 van het CBS blijkt dat er een groot verschil is tussen de eerste en tweede generatie migranten op het gebied van wonen, onderwijs en sociaaleconomische positie. Volgens de Adviesraad zijn een goede opleiding en kennis van de Nederlandse taal de belangrijkste factoren die het onbenutte arbeidspotentieel verkleinen. Maar dat is nu juist waar het de eerste generatie migranten volgens de genoemde rapportage van het CBS aan ontbreekt.
Onbenut talent naar herkomstland
De Adviesraad maakt verder onderscheid naar verschillende leeftijdsgroepen. Het onbenutte arbeidspotentieel is het grootst onder migranten van 45 jaar en ouder en binnen die leeftijdsgroep nog het meest bij vrouwen. De verkenning gaat ook nader in op de samenstelling van het ‘onbenut talent’ naar herkomstland. De volgende grafiek wil ik de lezer niet onthouden.

Deze grafiek roept herinneringen aan de uitspraken van voormalig bestuurder Hans de Boer, die in 2015 namens VNO-NCW verkondigde dat er geen sprake was van een vluchtelingencrisis, maar dat de vluchtelingen juist een oplossing waren voor onvervulbare vacatures. Maar tien jaar later is een groot deel van het Syrische talent nog steeds onbenut, vooral bij de vrouwen.
Gewichtig doen met regressieanalyses
Verderop in de verkenning in de paragraaf over sociaal-culturele factoren gaat de Adviesraad hier nader op in en komt tot de volgende conclusie: ‘Vrouwen die voorstander zijn van een gelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen, hebben beduidend vaker betaald werk dan vrouwen die voor een ongelijke rolverdeling zijn.’ Dit wordt vervolgens met een regressieanalyse onderbouwd, maar het was interessanter geweest om gewoon te vermelden hoeveel procent van de vrouwen uit landen als Syrië, Somalië of Ethiopië
voorstander is van een gelijke rolverdeling.
Dat geldt trouwens voor het hele hoofdstuk over de samenhang tussen het onbenutte arbeidspotentieel van groepen migranten en kenmerken van die migranten. Het staat wel gewichtig om allerlei regressieanalyses te presenteren, maar voor werkgevers is het veel belangrijker om te weten hoeveel van die migranten over een goede opleiding en kennis van de Nederlandse taal beschikken.
Migratiemagneet Nederland
Voor mensen, die het boek Migratiemagneet Nederland van Jan van de Beek kennen komt het niet als een verrassing dat juist migranten uit landen met een grote culturele afstand tot Nederland ook een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Wat de gevolgen van die grote culturele afstand kunnen zijn bleek uit een onlangs verschenen rapport van het WODC over huwelijksdwang, achterlating en vrouwelijke genitale verminking. De onderzoekers concluderen dat de Nederlandse aanpak tekortschiet. Wat mij verbaast is dat mensen erkend worden als vluchteling en dan gewoon naar dat onveilige land op vakantie kunnen gaan om hun dochter tot een huwelijk te dwingen, achter te laten of te laten verminken.
Ook wordt in de verkenning een hoofdstuk gewijd aan migratiemotieven. Het zijn asiel- en gezinsmigranten (van buiten de EU), die de grootste afstand tot de arbeidsmarkt hebben. In termen van de Asielraad: ‘Vrijwel de helft van het totale onbenutte potentieel bestaat uit asielmigranten en Oekraïense ontheemden en hun gezinsleden.’
Het CBS onderzoekt periodiek hoe lang het duurt voordat asielzoekers werk vinden. Na negen jaar heeft slechts 38% van de statushouders werk als belangrijkste inkomstenbron. Bij vrouwelijke statushouders ligt dat percentage nog lager.
Vervolgonderzoek door deze raad is niet zinvol
Dus als we de belangrijkste bevindingen nog even samenvatten: het zijn vooral laagopgeleide asielzoekers uit landen met een grote culturele afstand tot Nederland en oudere migranten die een lagere arbeidsparticipatie hebben dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Het grootste verschil is bij vrouwen die ‘geen voorstander zijn van een gelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen’. Als we dit verhullend taalgebruik van de Adviesraad in gewoon Nederlands vertalen: deze vrouwen willen of mogen dus helemaal niet werken.
Waarom de Adviesraad dan juist deze groep ziet als talenten die de personeelstekorten kunnen oplossen blijft een raadsel. Misschien dat het te maken heeft met de eenzijdige samenstelling van de raad.
Aan het eind van de verkenning pleit de Adviesraad voor een vervolgonderzoek naar de oorzaken van verschillen in onbenut arbeidspotentieel tussen groepen migranten. Ik betwijfel ten zeerste of een vervolgonderzoek door deze raad wel zinvol is.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!