Waarom heffen we de Verenigde Naties niet op?

ArnoutJaspers 12-7-25
Hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Beeld: wikimedia.org.

Eigenlijk had ik deze week een heel andere column willen plaatsen, over een Nederlands onderwerp waar ik een uitgesproken mening over had, maar dat moest natuurlijk eerst voor advies naar de Raad van State. Die column ziet u dus, met de nodige aanpassingen, over een maand of drie, vier verschijnen.

Daarom heb ik voor nu maar een internationaal onderwerp gekozen: waarom heffen we de Verenigde Naties niet op?

Na de Volkenbond de Verenigde Naties

Daar is een precedent voor: in 1946 hief de Volkenbond (League of Nations) zichzelf op. Deze club was in 1919 opgericht, kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog, onder het motto ‘nooit meer oorlog’. Nog geen twintig jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit, en toen die voorbij was, concludeerde de Volkenbond terecht dat ze volledig gefaald had, en trok daar de consequentie uit.

Geen nood, de opvolger stond al in de startblokken: de Verenigde Naties ging er nu voor zorgen dat er nooit meer oorlog kwam. Tachtig jaar later is de Derde Wereldoorlog weliswaar niet uitgebroken, maar dat is de verdienste van het nucleaire afschrikkingsevenwicht tussen de kernwapenmachten VS, Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië. Inmiddels zijn bij honderden regionale conflicten en nationale oorlogen ongeveer evenveel doden gevallen als in WOII, maar wees gerust: in al die gevallen heeft de secretaris-generaal van de VN een dringend beroep gedaan op alle partijen om het geweld te staken. Soms zelfs meer dan eens! 

De VN is inmiddels uitgegroeid tot een moloch waar minstens honderdduizend mensen voor werken, met een budget van ruwweg zestig miljard euro per jaar. Een duidelijk overzicht van hoeveel mensen de diverse VN-afdelingen in dienst hebben en waar ze hun geld precies aan uitgeven is nergens te vinden, maar dit is de ruwe schatting.

Eerlijkheidshalve moeten we wel onderscheid maken tussen de ‘werkmaatschappijen’ van de VN, zoals vluchtelingenorganisatie UNHCR (niet te verwarren met de corrupte, door Hamas geïnfiltreerde UNRWA, die uitsluitend Palestijnen helpt), gezondheidsorganisatie WHO of de FAO, de landbouwtak. Deze organisaties hebben veel medewerkers in het veld die echt werk doen, en die in principe een nuttige bijdrage leveren aan minder honger, onrecht en ziekte in de wereld.

44.000 werknemers

Maar de VN heeft ook een Secretariaat, met aan het hoofd de Secretaris-Generaal, momenteel Antonio Guterres. Wat stelt u zich voor bij een ‘secretariaat’? Ik denk dan aan een kantoorachtige omgeving van twee of drie kamers met een systeemplafond, grijs vast tapijt op de vloer, vijf secretaresses, een kopieerapparaat annex printer op de gang en een geur van automaatkoffie.

Het Secretariaat van de VN, echter, omvat 44.000 werknemers die hun werkplek hebben in kolossale gebouwen  in New York, Genève, Wenen en Nairobi. Dit Secretariaat ‘ondersteunt’ de werkmaatschappijen in het veld, produceert rapporten en bereidt de grote VN-conferenties voor, zoals de jaarlijkse klimaatconferentie en de Algemene Vergadering. Alleen al met dat laatste houden zich een paar duizend mensen fulltime bezig. 

Terecht onderbuikgevoel

Daar komen dan nog de permanente diplomatieke vertegenwoordigingen van de circa tweehonderd lidstaten van de VN bij. Zelfs piepkleine landen als Burundi of de Seychellen hebben permanent tien à twintig diplomaten op dat hoofdkantoor in New York rondlopen, en grote landen als China of Duitsland een stuk of honderd. Naar schatting zijn dat op die vier hoofdkantoren in totaal zo’n tienduizend diplomaten, met een navenant aantal dienstauto’s, ondersteunend personeel, beveiligers en huisvesting in de desbetreffende, peperdure wereldsteden. 

U mag voor een keer uw onderbuikgevoel geloven: dit zijn voor minstens negentig procent bullshitjobs, volstrekt nutteloze, maar goudgerande carrièrepaden voor mensen met zeer beperkte talenten, maar met de juiste connecties in het thuisland.

Ik heb één keer als journalist zo’n VN-conferentie bijgewoond, in Wenen, van de IAEA (deze ‘atoomwaakhond’ is formeel geen VN-organisatie, maar daar komt het de facto wel op neer). De Algemene Vergadering van zo’n club is hoe ze in de hel zinloosheid en verveling organiseren. Een voor een mogen de lidstaten voor een driekwart lege zaal hun praatje doen: ‘Geachte mevrouw de voorzitter van de Algemene Vergadering, allereerst, onze welgemeende felicitaties voor uw herbenoeming, met algemene stemmen, tot voorzitter van deze Algemene Vergadering….’  Elke lidstaat weer opnieuw, en de IAEA heeft 180 lidstaten.

Naïef als ik toen was, verwachtte ik veel meer van de ‘round table meetings‘, de volgens het programma ‘informele’ kleinere bijeenkomsten die over speciale onderwerpen gingen. Bij een van die informele meetings ben ik geweest. In een kleiner zaaltje zaten zo’n twintig delegaties om, inderdaad, een grote, ronde, althans elliptische tafel. Aan tafel zat het hoofd van elke delegatie, met achter zich op een rijtje stoelen 5 of 6 delegatieleden. De delegatiehoofden mochten om de beurt een vijf-minuten praatje doen: ‘Geachte voorzitter, allereerst onze gelukwensen aan u met het organiseren van deze zeer waardevolle round table meeting..’

Life changing experience

Dat was al erg genoeg, maar de circa honderd maatpakken op de stoelen daarachter, elk met een salaris van, zeg, twee keer modaal, kwamen, geheel volgens protocol, helemaal niet aan het woord. Ook zag ik niemand van hen aantekeningen of geluidsopnames maken; hun enige taak was om zwijgend en roerloos naar de rug van de leider te staren, twee uur lang. Ook dat kun je een talent noemen.

Zelf ben ik na een uur die meeting ontvlucht, de parkeerplaats voor het gebouw op, die vol stond met zwarte Mercedes S-klasse dienstauto’s. ‘Waarom kunnen die mensen niet op de fiets of met de tram naar hun werk komen?’, dacht ik, want de meesten woonden gewoon in Wenen.

Het was, zoals dat in het Engels heet, a life changing experience: ik besloot ter plekke om nooit meer naar zulke conferenties te gaan, en als journalist alleen nog met mensen te praten die echt werk doen. Ik bedoel niet dat de IAEA als zodanig nutteloos is: terwijl ik in dat conferentiecentrum rondhing, was Hans Blix in Irak op zoek naar de beruchte massavernietigingswapens die voor Bush jr. de tweede Irak-oorlog moesten rechtvaardigen. En Hans Blix zei toen hij terugkwam van zijn inspecties, voor het front van de camera’s, immuun voor alle druk van de VS: ‘Wij hebben niets van dien aard gevonden.’ 

Nederland is ongeëvenaard gul

De bureaucratie op het Secretariaat van de VN kost miljarden dollars per jaar en reken maar dat dit voor een groot deel wordt opgemaakt door praatjesmakers in die vier hoofdkantoren die alleen maar bezig zijn elkaar bezig te houden. Nederland betaalt daar naar rato van het bbp een verplichte bijdrage voor van zo’n 150 miljoen euro per jaar. 

Echter, de Nederlander is (per hoofd van de bevolking) bovendien wereldkampioen vrijwillige bijdrage aan de VN. Ik wed dat u dat niet wist, dat u zo ruimhartig de heer Guterres en zijn club sponsort. Als land droegen we in 2022 vrijwillig meer bij (563 miljoen dollar) dan tweederde van de verplichte bijdrage van de VS (708 miljoen dollar), en ruim meer dan de verplichte bijdrage van China (491 miljoen dollar). Drie keer raden wie toen minister van Financiën was: ex-VN-carrièrediplomaat Sigrid Kaag. Onze vrijwillige bijdrage ging in 2023 weliswaar omlaag, naar 328 miljoen dollar, waarmee we naar rato van de grootte van Nederland nog steeds ongeëvenaard gul zijn.

Open podium voor politieke bandieten

Uiteindelijk is dat maar geld. Een begroting kun je saneren, je eigen bijdrage kun je terugschroeven, reparatie is op dat punt mogelijk. Maar wat de reputatie van de VN onherstelbaar beschadigd heeft, is dat ze al decennia lang een open podium bieden aan alle schaamteloze hypocrieten en politieke bandieten die er op de wereld rondlopen. Het Westen betaalt meer dan de helft van de begroting van de VN, maar wordt keer op keer weggestemd door coalities van opportunisten die alleen hun eigen belang nastreven.

En zo mogen we dus genieten van het cynische VN-clowncircus dat het Libië van Gadhafi in 2003 tot voorzitter van de Mensenrechtencommissie benoemde; Saoedi-Arabië in 2024 voorzitter maakte van de VN-Vrouwenrechtencommissie, en Iran in 2023 aanwees als voorzitter van het VN-Mensenrechtenforum.

Dit is niet van vandaag of gisteren: in 1976 veroordeelde de VN de spectaculaire redding van de gijzelaars van de vliegtuigkaping in Entebbe als ‘een ernstige schending van de soevereiniteit van Oeganda’. Oeganda werd toen geterroriseerd door de psychopaat en massamoordenaar Idi Amin, maar als VN moet je natuurlijk wel je prioriteiten op orde hebben: die reddingsactie werd door Israëlische commando’s uitgevoerd (waarbij de oudere broer van premier Netanyahu sneuvelde).

Westerse zelfhaat

Het hoofd van dit clowncircus, secretaris-generaal Guterres, horen we hier nooit over. Bijna dagelijks doet die een persbericht de deur uit waarin het Westen de morele maat genomen wordt over klimaatverandering, racisme of economisch egoïsme, en ondertussen blijft hij braaf handjes schudden met elke dictator en vrouwenonderdrukker die in New York zijn opwachting maakt.

Waarom pikken we dit nog steeds? Waarom faciliteren we duizenden mensen in maatpakken en dienstauto’s om deze leugens een schijn van respectabiliteit te geven? Dat het Westen hiervoor blijft betalen, is een van die zonderlinge manifestaties van zelfhaat waar onze cultuur uniek in is.

(Bij nader inzien heeft dit onderwerp toch ook specifiek Nederlandse aspecten. U dient deze tekst daarom nadrukkelijk als een concept-versie te beschouwen, die nu naar de Raad van State gaat voor advies.)

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat als donateur mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!