Hoe links Nederland al een halve eeuw worstelt met de islam

BennodeJongh 14-10-25
De toenmalige PvdA-leider Lodewijk Asscher op bezoek bij Mette Frederiksen, leider van de Deense sociaal-democraten, om ingelicht te worden over het strenge asielbeleid waarmee zij de grootste partij van Denemarken was geworden, april 2018. De PvdA heeft dat beleid niet overgenomen. Beeld: Facebook

De islamisering van Nederland is al tientallen jaren gaande, vooral door immigratie, maar ook door politieke druk in binnen- en buitenland. Het heeft er alle schijn van dat opwinding over het Israëlische optreden tegen de radicale Hamas-moslims in de Gazastrook een nieuwe impuls geeft aan die islamisering. Nederland onderscheidt zich daarbij van veel andere westerse landen door het gebrek aan weerstand tegen de islam. Dat terwijl het buigen voor de islam (ook door ‘zelfislamisering’) toch ernstige risico’s voor westerse waarden, rechten en vrijheden met zich meebrengt, evenals ernstig verlies van maatschappelijke samenhang. Benno de Jongh schetst deze weken in Wynia’s Week hoe de islam greep krijgt op Nederland en wat er nog aan te doen is.

Vandaag deel 11: De islam als thema binnen links politiek Nederland

‘De dochter van Erik en de zoon van Mohammed hebben dezelfde problemen.’ We hebben deze oneliner al een aantal keren uit de mond van Frans Timmermans gehoord en waarschijnlijk horen we hem tot 29 oktober nog wel een paar keer.

Het woord ‘islam’ ontbreekt intussen in het verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA. ‘Moslim’ staat er wel in, maar dan alleen in combinatie met ‘moslimhaat’ of ‘moslimdiscriminatie’. Het moge duidelijk zijn: volgens de linkse fusiepartij zijn er geen problemen met de islam, of het moet zijn dat deze religie en haar aanhangers systematisch slachtoffer zijn van de rest van de maatschappij.

Oorspronkelijke achterban van links

Andere partijen aan de linkerkant als D66, Partij voor de Dieren, DENK en Volt houden er een soortgelijk wereldbeeld op na: de islam is een verrijking van onze cultuur en moslims zijn meestal slachtoffer. En iedereen die daar iets van durft te zeggen, zoals Geert Wilders, Dilan Yeşilgöz, Caroline van der Plas en Thierry Baudet, is gevaarlijk, extreemrechts of zelfs fascistisch. Zelfs milde kritiek op de islam is uit den boze op links. Of zoals Timmermans tijdens een Duitse talkshow zei toen hij nog streed om het voorzitterschap van de Europese Commissie: ‘De islam hoort al 2000 jaar bij Europa.’ (De religie, of ideologie zo u wilt, bestaat natuurlijk ‘slechts’ 1400 jaar. Waarschijnlijk haalt Timmermans de islam en het christendom door elkaar, iets dat wel vaker gebeurt in links-progressieve kringen, meestal om aan te geven dat de islam echt niet de enige godsdienst is met ‘gedoe’ en dat het slechts een kwestie van tijd is voordat moslims zich aanpassen aan de vrije westerse waarden.)  

Het blijft een vreemde gewaarwording dat links de problemen ontkent rondom immigratie en islamisering, twee onderwerpen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, al was het maar omdat de groep asielmigranten voor een groot deel bestaat uit islamitische jongemannen. Ook is het een raadsel dat deze zaken überhaupt niet als ‘links thema’ worden beschouwd. De oorspronkelijke achterban van de PvdA, die nog deels woont in de oude arbeiderswijken, heeft het meeste last van immigratie en islamisering. Allochtonen stemmen in toenemende mate op rechtse partijen omdat ook zij behoren tot de groep die het meeste ‘concurrentie’ ervaart van immigranten, op de woningmarkt, arbeidsmarkt en elders.

Onderzoek van Maurice de Hond bevestigt het beeld dat veel linkse kiezers grote zorgen hebben over immigratie en de islam. Uit onderzoek blijkt dat 63 procent van de Nederlanders vindt dat de islam niet bij de Nederlandse samenleving past. Niet alleen aanhangers van rechts-conservatieve partijen hebben zorgen, ook het merendeel van de kiezers van bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren (58 procent) en de SP (57 procent) is van mening dat de islam en de Nederlandse waarden onverenigbaar zijn.

Het is niet altijd zo geweest dat linkse politici de ogen sloten voor de gevaren van de islam. In 1983 publiceerde de SP, toen nog een buitenparlementaire partij die meestal werd aangeduid met de volledige naam Socialistische Partij, de brochure Gastarbeid en Kapitaal. Daarin werd in duidelijke taal de rol van Marokkaanse en Turkse gastarbeiders binnen de klassenstrijd en het gevaar van de islam in Nederland uiteengezet. De maoïsten uiten forse kritiek op het integratiebeleid van opeenvolgende kabinetten en vinden dat Den Haag snel actie moet ondernemen. De partij geeft gastarbeiders twee keuzes: integreren of teruggaan naar het land van herkomst. Kritiek op de islam wordt niet geschuwd: de religie is ‘gruwelijk, vrouwonvriendelijk, autoritair en kindonvriendelijk’.

Islamkritiek van Theun de Vries tot Frits Bolkestein

In een bijlage van de brochure doet schrijver en stalinist Theun de Vries daar nog een schepje bovenop: ‘Ik wil mijn afschuw voor de islam – de leer, de dogmatiek, de verboden, de onbeweeglijkheid, de middeleeuwse achterlijkheid die is ontstaan met deze religie voor nomaden en woestijnrovers – niet onder stoelen of banken steken. (…) Ik hoor vaak beweren dat zij onze cultuur hebben verrijkt. Waarmee? Noch onze muziek, noch onze literatuur, noch onze wijsbegeerte, noch onze beeldende kunst (de islam verbiedt het ‘afbeelden’) hebben ook maar een spat geprofiteerd van de aanwezigheid van islamieten.’

Deze kritiek vertoont zowel qua taal als inhoud overlap met die van bekende islamcritici decennia later: Frits Bolkestein, Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders. Enkele jaren na het verschijnen van Gastarbeid en Kapitaal is de Socialistische Partij al een stuk milder, zeker wanneer de SP in 1994 onder leiding van Jan Marijnissen in de Tweede Kamer komt. De partij heeft inmiddels de maoïstische veren afgeschud en ingeruild voor een verenkleed van democratisch-socialistische snit. De islam wordt niet langer genoemd als gevaar voor de samenleving. Kritisch op het immigratie- en integratiebeleid is de SP nog wel, getuige een passage als: ‘We hebben geen werk en geen woningen voor de honderdduizenden die zich hier zouden melden.’

Behoorlijk politiek correct

De gesmoorde islamkritiek is mogelijk te verklaren door de vrees voor eenzelfde cordon sanitaire als dat de Centrumdemocraten (CD) van Hans Janmaat omringt. Wellicht mikte de SP ook in toenemende mate op de stem van islamitische immigranten, die veelal tegen dezelfde problemen oplopen als de autochtone achterban. Hoe dan ook, men richt zich voortaan minder op de cultuurstrijd en meer op de klassenstrijd, wat ook is terug te zien in het huidige verkiezingsprogramma.

De SP is de enige partij aan de linkerkant die moslims en de islam niet specifiek benoemt in het verkiezingsprogramma. Wel noemt de partij een maximum van 40.000 arbeidsmigranten, expats, buitenlandse studenten én asielzoekers per jaar. Dat neemt niet weg dat lijsttrekker Jimmy Dijk behoorlijk politiek correct is als het om minderheden gaat en net als andere linkse lijsttrekkers geobsedeerd lijkt door Israël en Gaza.

De SP en de Centrumpartij (CP), die zich in 1984 afsplitst tot de Centrumdemocraten (CD), waren in de jaren ’70 en ’80 niet de enige partijen die kritiek uitten op het immigratie- en integratiebeleid. Ook voor Democratisch-Socialisten 1970, beter bekend als DS’70 was strengere immigratie een belangrijk punt. Deze ‘rechtse afsplitsing van de PvdA’ had genoeg van het radicalisme van de moederpartij, met name van de exponenten van de interne vernieuwingsbeweging Nieuw Links.

DS’70 trad een jaar na de oprichting in 1970 toe tot het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel. Na intern gekibbel en steeds slechtere verkiezingsuitslagen hief de partij zichzelf in 1983 op. Over de islam heeft DS’70 zich voor zover bekend nooit expliciet uitgelaten. Wel stond in 1981 te lezen in de DS’70-verkiezingsfolders: ‘Wij vinden dat Nederland tjokvol is, dat u veilig over straat moet kunnen lopen en dat er in het onderwijs meer geleerd en minder gedebatteerd moet worden.’ Het is nuttig om de partij te noemen in dit kader, omdat de huidige situatie binnen de PvdA doet denken aan de jaren ’70. Ook nu is er een significante groep ontevreden PvdA’ers die moeite heeft met de radicale standpunten van een groot deel van GroenLinks-PvdA-prominenten, zoals de felle kritiek op Israël.  

Toch geen nieuwe partij

Na de val van het kabinet-Schoof leek er eventjes sprake van de oprichting van een nieuwe sociaaldemocratische partij. Dat zou een partij kunnen worden die op sociaal-cultureel vlak conservatief is en economisch links, en tegelijkertijd progressief maar niet woke. Namen die een rol kunnen spelen in zo’n nieuwe partij zijn Ronald Plasterk, Khadija Arib, René Cuperus, Paul Scheffer, Lutz Jacobi, Rob Oudkerk, Hans Spekman, Gerdi Verbeet, Jacques Monasch, Eddy Terstall, Henk Nijboer, Niesco Dubbelboer, Reshma Roopram en Shashi Roopram. Een aantal van de bovengenoemden laat zich regelmatig kritisch uit over de islamisering van de samenleving.

Een nieuwe sociaaldemocratische partij, die electoraal vooral een concurrent kan vormen voor GroenLinks-PvdA, CDA, SP en PVV, kwam er vooralsnog niet. Mogelijk was er te weinig tijd om een organisatie op te bouwen. Of wellicht dat Ad Melkert zichzelf teveel op de voorgrond drong. De bij kiezers nog altijd impopulaire Melkert is na veertig jaar politieke carrière nog steeds niet bereid om harde noten te kraken over immigratie of integratie, sinds jaar en dag de belangrijkste verkiezingsthema’s. Een andere verklaring voor het uitblijven van een nieuwe partij is dat er onder sommige PvdA’ers tot voor kort nog een sprankje hoop leefde dat de fusie afgewend kon worden. Ook het gebrek aan een charismatische lijsttrekker, iemand als Lodewijk Asscher, kan een reden zijn geweest om niet in allerijl een nieuwe sociaaldemocratische partij op te richten.

Denemarken als lichtend voorbeeld

Toch lijkt het een kwestie van tijd tot er op links een partij ontstaat die kritisch is op immigratie, integratie en islam, zeker nu de SP nadrukkelijk weigert in dat electorale gat te duiken. De sociaaldemocraten in Denemarken begrijpen al langer dat deze thema’s de gehele bevolking aangaan en allerminst rechtse thema’s zijn. Premier Mette Frederiksen van Socialdemokratiet vaart een strenge koers.

Denemarken heeft al jaren strikte asielwetten en regels die zich specifiek richten op het behoud van de Deense cultuur, zoals het verplicht serveren van varkensvlees op kinderdagverblijven en het voorkomen van gettovorming door de regel dat wijken maximaal voor de helft mogen bestaan uit mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Ook worden immigranten, in het bijzonder vrouwen met een taalachterstand, verplicht om 37 uur per week te werken om hun uitkering te behouden. De Deense sociaaldemocraten zijn daarmee op veel vlakken strenger dan veel rechtse partijen in Nederland.

De CP en later CD van Janmaat kunnen natuurlijk ook niet onbenoemd blijven. Janmaat waarschuwde ook al sinds de jaren ’80 voor de gevolgen van immigratie en voorspelde dat er in Nederland over ‘enige tijd een miljoen moslims zouden wonen’, een punt dat we inmiddels hebben bereikt. Oud-PvdA’er Wim Bruyn van het wetenschappelijk bureau van de CP schrijft in 1984 in het rapport Nederland voor de Nederlanders: Een vergeten hoofdstuk uit de Mensenrechten onder meer het volgende: ‘Het is bekend dat de islam in veel opzichten veel intoleranter is dan de westerse cultuur. (…) Het gevaar is levensgroot aanwezig dat zij zich zullen optrekken aan onze uit christelijk/humanistische waarden ontsproten sociale instellingen om ons vervolgens te bedreigen vanuit hun fundamentalistische geloof.’

Janmaat werd algemeen gezien als de duivel. Tweede Kamerleden liepen de plenaire zaal uit als hij begon te spreken, media gunden hem geen blik waardig en zijn Kamerbijdragen waren zelden of nooit te zien in het tv-programma Den Haag Vandaag. Bleef over Zendtijd voor Politieke Partijen, waarin Janmaat steevast achter een desk, met naast hem een troosteloos bloemetje, in anderhalve minuut zijn zorgen deelde met de kijkers over de multiculturele samenleving. Janmaats bekendheid werd flink vergroot toen Erik van Muiswinkel een verdienstelijke imitatie van de CD-voorman in huis bleek te hebben. De VARA-cabaretier is voor de Kamerverkiezingen van 29 oktober lijstduwer voor GroenLinks-PvdA. Saillant detail: Van Muiswinkel verspreidde actief de complottheorie dat Israëlische helikopters massaal hun eigen burgers doodschoten op 7 oktober 2023, iets waar hij weigert op terug te komen. Je zou met goed fatsoen kunnen zeggen dat de cabaretier er inmiddels extremere denkbeelden op nahoudt dan de man die hij jarenlang imiteerde.

GroenLinks, radicaal vanaf het begin

Begin jaren ’90 was kritiek op de islam een zeldzaamheid in de politiek, al wees Frits Bolkestein op de middeleeuwse manier van denken en leven binnen de islam, wat hem op de nodige kritiek kwam te staan. Het multiculturele geluid van GroenLinks, de jonge fusiepartij van radicalen, communisten, evangelisten en progressieven, was vaker hoorbaar in Den Haag. Activist en knuffel-Marokkaan avant la lettre Mohamed Rabbae vormde samen met Ina Brouwer het lijsttrekkersduo voor de Kamerverkiezingen in 1994. Rabbae zei tijdens de campagne in een interview met NRC Handelsblad begrip te hebben voor mensen die het boek De Duivelsverzen van Salman Rushdie wilden laten verbieden. Voor GroenLinks kan de immigratie nog steeds niet ruimhartig genoeg zijn, getuige het korte antwoord op de vraag van Nieuwsuur aan Kamerlid Laura Bromet tijdens het verkiezingscongres of er minder asielzoekers naar Nederland zouden moeten komen: ‘Nee.’

Volgens onderzoeker Peter Siebelt loopt er een directe lijn van Volkert van der Graaf naar GroenLinks. De moordenaar van Pim Fortuyn maakte deel uit van een extreemlinkse politieke beweging waarvan GroenLinks grotendeels de wettige bovenlaag vormt, aldus Siebelt. Hoewel nog vaak wordt gedacht dat de standpunten van Fortuyn over dierenrechten een doorslaggevende rol speelde bij de beslissing van Van der Graaf om Fortuyn te vermoorden op 6 mei 2002, was de islamkritiek een waarschijnlijker motief. Volgens een verklaring van het Openbaar Ministerie gaf Van der Graaf als motief dat hij in Fortuyn een groeiend gevaar voor de samenleving zag, met name voor kwetsbare groepen zoals asielzoekers, moslims en mensen met een WAO-uitkering.

In het huidige politieke landschap waarschuwen ook VVD, BBB, FVD, SGP en JA21 met enige regelmaat voor de islamisering, al zijn deze partijen daarin niet altijd even consequent. Het CDA onder Henri Bontenbal kiest nadrukkelijk voor het bestuurlijke conformisme en kijkt liever naar links dan naar rechts, met name op sociaal-cultureel vlak. De vraag is wanneer er een sociaaldemocratische partij komt naar Deens voorbeeld die kiest voor een duidelijke koers die mikt op de oorspronkelijke achterban. Of wanneer de SP haar oude standpunten herneemt. Electoraal succes ligt voor het grijpen, al was het maar omdat de meeste Nederlanders zichzelf beschouwen als economisch links en sociaal-cultureel rechts van het midden. Een stevige linkse partij die oog heeft voor de islamisering kan helpen een breder draagvlak te creëren voor maatregelen onder het ‘maatschappelijk middenveld’ en ambtenaren.

De repliek van Wilders

Na een halve eeuw worstelt het linkerdeel van de Tweede Kamer meer dan ooit met de islam. Links-progressieve partijen lijken gevangen in de mythes van het cultuurrelativisme en aanverwante taboes. De vraag is of Timmermans de oneliner ‘de dochter van Erik en de zoon van Mohammed hebben dezelfde problemen’ herhaalt wanneer hij tijdens een televisiedebat oog in oog staat met Wilders. De repliek van de PVV-voorman laat zich raden: ‘Nee, meneer Timmermans, zij hebben niet dezelfde problemen. De dochter van Erik heeft vooral last van de zoon van Mohammed en u doet daar niets tegen.’

Lees ook:

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!