Modest fashion: islamisering in een hip jasje
De islamisering van Nederland is al tientallen jaren gaande, vooral door immigratie, maar ook door politieke druk in binnen- en buitenland. Het heeft er alle schijn van dat opwinding over het Israëlische optreden tegen de radicale Hamas-moslims in de Gazastrook een nieuwe impuls heeft gegeven aan die islamisering. Nederland onderscheidt zich daarbij van veel andere westerse landen door het gebrek aan weerstand tegen de islam. Dat terwijl het buigen voor de islam (ook door ‘zelfislamisering’) toch ernstige risico’s voor westerse waarden, rechten en vrijheden met zich meebrengt, evenals ernstig verlies van maatschappelijke samenhang. Benno de Jongh schetst deze weken in Wynia’s Week hoe de islam greep krijgt op Nederland en wat er nog aan te doen is.
Deel 15: Modest fashion
Het kan goed zijn dat u onbekend bent met de term modest fashion. Toch bestaat deze modestroming al geruime tijd: modest fashion kwam rond 2010 op en kreeg vanaf 2015 stevige voeten aan de grond. Inmiddels is het een wereldwijde industrie waarin miljarden omgaan.
Het Instituut voor de Nederlandse Taal beschrijft de modetrend als volgt: ‘Discrete, bescheiden kleding; kleding die vrij veel van de huid bedekt en vooral gedragen wordt door vrouwen met een bepaalde levensovertuiging, bijvoorbeeld door moslima’s.’ ‘Bedekt modieus’ is een andere manier om de trend te beschrijven. Of iets scherper: ‘kuise kleding volgens de islamitische zedenleer’.
Wetten van de markt
In tegenstelling tot sommige kortstondige modetrends is de kans groot dat modest fashion een blijvertje is. Het is een logische voorzetting van de verpreutsing in de vrouwenmode, een ontwikkeling die sinds de jaren negentig zichtbaar is in de straten van West-Europese steden. Deze trend is niet alleen te verklaren door de islamisering van de westerse samenleving, maar ook een reactie op de dominante rol van social media en de pornoficatie van de maatschappij. Waarbij nadrukkelijk moet worden aangetekend worden dat Nederland nooit een poel des verderfs was. Ook in het laatste kwart van de vorige eeuw was een spijkerbroek en trui, wat je nu met enige fantasie ook modest fashion zou kunnen noemen, normale kleding voor meisjes en vrouwen.
In een snel globaliserende wereld waarin de islamitische populatie toeneemt, is het logisch dat merken traditionele met hedendaagse stijlen combineren. De luxueuze modemerken zijn trendsetters en andere modemerken volgen, geheel volgens de wetten van de markt. Modest fashion is ook het gevolg van de toenemende orthodoxie binnen de islam in West-Europa. Zo zien we in het straatbeeld steeds vaker hoofddoeken en zijn ook de boerka en nijab al jaren bezig met een opmars. Ook de leeftijd waarop meisjes versluierde kleding dragen, wordt steeds lager.
In maart 2025 opende het Nederlandse modemerk Merrachi, dat al een winkel in Amsterdam en een in Antwerpen heeft, een pop-upwinkel in Parijs. In een promovideo zagen we de Eiffeltoren afgebeeld met een hoofddoek en de abaya, een lang islamitisch gewaad. Merrachi gooide nog wat olie op het vuur op Tiktok met de opmerking: ‘De Franse overheid vindt het verschrikkelijk om Merrachi te zien komen.’ In het land waar de scheiding van kerk en staat bijkans heilig is, zorgde het bedekken van de Eiffeltoren vanzelfsprekend voor de nodige commotie. Franse politici van verschillende partijen noemden het ‘een kaping van een Frans symbool en een aanval op Frans erfgoed’, een ‘angstaanjagend politiek project’ en een ‘onacceptabele provocatie’.
De uiting in beeld en woord van Merrachi diende waarschijnlijk eerder een commercieel dan een ideologisch doel, al gaan die twee in het geval van modest fashion vaak samen. De commotie liet ook zien dat kritiek op modest fashion zeldzaam is. Sterker nog: als je de modebladen en andere media moet geloven, is het een gewone modetrend die niet alleen populair is bij islamitische vrouwen. Wikipedia schrijft:
‘In de jaren 10 van de 21ste eeuw kwam deze modetrend op in islamitische landen (met als centrum Dubai) en richtte zich in eerste instantie wereldwijd op modebewuste moslima’s waarna de trend ook populair werd onder orthodoxe joden, hindoes en christenen. Ook niet-religieuze vrouwen die zich niet prettig voelen in kleding die veel huid onbedekt laat kiezen voor modest fashion.’
Een redactrice van modemagazine Vogue schrijft: ‘In mijn omgeving zie ik steeds meer vrouwen die zich – ongeacht religie – bedekter willen kleden. Kijk maar naar Scandinavische landen. En vrouwen die zich niet te onthullend willen kleden vanwege hun werkomgeving.’
Orthodoxe Joden en christenen
Ondanks verwoede pogingen alle vrouwen van de wereld de hippe en tegelijkertijd kuise kledij aan te smeren, lijkt modest fashion vooralsnog vooral aan te slaan bij meisjes en vrouwen met een islamitische achtergrond. Zo is in Tel Aviv, de hipste stad van Israël, in het straatbeeld nog geen grote verandering te zien die wijst in de richting van bedekkende kleding. Ook bij orthodoxe Joodse vrouwen is geen duidelijk waarneembare hang naar modest fashion waarneembaar; je zou hoogstens kunnen zeggen dat de traditionele kleding iets moderner wordt qua stilering. Ook van hindoes en christenen is niet bekend dat ze massaal shoppen bij modest fashion-merken.
Vanaf 2010 proberen fashion-bloggers en influencers de hijab hip te maken, wat heeft geresulteerd in het nieuwe woord hidjabista: een mix van hi(d)jab en fashionista. In 2015 droeg het eerste model van H&M een hijab en in 2016 lanceerde Dolce & Gabbana de Abaya Collection, een lijn met lange, losse jurken die vooral in de islamitische wereld worden gedragen. In datzelfde jaar kwam Nike met de Nike Pro Hijab, een sport-hijab (die overigens de veiligheid van vrouwen tijdens het sporten niet ten goede komt). Grote modenamen als Valentino, Marni en Jil Sander volgden. Er zijn jaarlijks speciale ‘modest fashion weeks’, bijvoorbeeld in London, Istanbul, Dubai, Jakarta, Brussel, Parijs en in Amsterdam. Steeds meer nieuwe merken richten zich primair op modest fashion, zoals de Nederlandse merken Merrachi, Hanora, Maison Hijab en Les Atelier. Zij bieden onder meer hijabs, abaya’s en maxi-jurken aan, vrijwel altijd met een onmiskenbare islamitische signatuur.
Natuurlijk kan modest fashion ook al rekenen op diverse wetenschappelijk stempels van goedkeuring, onder anderen van de Finse feministische onderzoeker Tiina Rosenberg. Zij schrijft in haar artikel ‘Wrapped in Meaning: Modest Fashion as Feminist Strategy’: ‘Modest fashion streeft naar een samenleving waarin wij vrouwen niet alleen worden beoordeeld op basis van ons uiterlijk, maar gewaardeerd worden om ons intellect, karakter en onze prestaties.’ In 2020 wijdde het Stedelijk Museum Schiedam een tentoonstelling aan modest fashion. In de brochure was te lezen: ‘Werd de minirok ooit gezien als feministisch statement, nu willen vrouwen vooral vrij zijn en zelf bepalen hoe ze zich aan de wereld tonen: kies lekker zelf!’
Leuke poging, maar zowel het verdwijnen van de minirok als het oprukken van verhullende kleding heeft primair een teken van het tegenovergestelde van vrije keus: de onderwerping van de vrouw aan de man. In veel islamitische kringen heerst nog steeds het adagium dat elk gebrek aan lichamelijke beheersing van de man een direct gevolg is van een oneerbare vrouw die teveel van haar lichaam prijsgeeft. Schrijfster Lale Gül zei daarover in 2021 in NRC: ‘Een enorme focus op de vrouwelijke kuisheid, maagdelijkheid en eer. Mannelijke kuisheid lijkt niet belangrijk. Er moet constant toezicht zijn op de vrouw zodat ze niet uitgaat, flirt, mannen verleidt, zich onzedig kleedt. Kortom: schande brengt. Ze kan beter thuis zijn en zich bedekken zodat ze geen begeerte opwekt bij de man.’ Niet alleen achter de voordeur, ook in het openbaar klinkt de roep om de hoofddoek steeds luider. De dwingende wens van onder anderen de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch om het verbod van hoofddoekjes bij boa’s, agenten en rechters van tafel te vegen, past naadloos in het streven van islamisering van het publieke domein.
Islamitische omkeertruc
De omkeertruc van islamisten om het bedekken van vrouwen te verkopen als vrije keus, lijkt steeds vaker aan te slaan bij het links-progressieve deel van Nederland. Hierbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van het simplistische, gecultiveerde vijandbeeld van Geert Wilders: alles wat de PVV-voorman zegt, is per definitie slecht en dus moet alles tegenovergesteld wel een baken zijn van progressief gedachtegoed. Ook iemand als het GroenLinks-PvdA-Kamerlid Esmah Lahlah maakt hier dankbaar gebruik van. Zo zei ze tijdens het debat over de regeringsverklaring van het kabinet-Schoof op 4 juli 2024, die vooral ging over oude uitspraken van PVV-politici: ‘Het is een uitdrukking van mijn identiteit, mijn geloof, mijn kracht en mijn zelfbeschikking. Ik laat dit door niemand anders bepalen, het is mijn lijf, mijn keuze en mijn hijab. Het is een symbool van kracht, ik bepaal dat zelf.’ Nou kan het goed zijn dat het dragen van de hijab daadwerkelijk de eigen, vrije keus van Lahlah is, maar zij moet toch ook weten dat dit voor veel vrouwen niet geldt, zowel binnen Nederland als daarbuiten?
Het verdwijnen van de minirok en andere ‘blote’ kleding is de andere kant van dezelfde medaille. Soms wordt hiervoor de MeToo-beweging genoemd als verklaring. Ontegenzeggelijk speelt de wereldwijde aandacht voor seksueel geweld tegen vrouwen een rol. Al moet daarbij worden aangemerkt dat die beweging pas in 2017 begon, toen de trend van de toenemende bedekking van huid en haar al volop gaande was. Dat vrouwen steeds minder blote kleding zijn gaan dragen heeft voor een belangrijk deel te maken met een steeds groter en brutaler wordende (jonge)mannen met een islamitische achtergrond, zowel immigranten als tweede en derde generatie allochtonen.
De steeds wijdere kleren die jonge vrouwen in Nederland dragen – met name bij studentes zie je die trend – is dus meer dan een tegenreactie binnen de mode. Het is een manier voor vrouwen om zich te wapenen tegen opmerkingen en ongewenst gedrag van mannen, van wie natuurlijk ook een deel autochtoon is. Al nuanceert PowNed-verslaggever Sarah Bakker, woonachtig in Amsterdam-West, deze politiek correcte disclaimer tijdens een interview op Radio 1-programma Goed Ingelichte Kring: ‘Nee, het zijn niet de bouwvakkers die me voor kankerhoer uitschelden. Het zijn de jongens met een niet-Westerse migratieachtergrond: Marokkaanse en Turkse jochies. Als ik de straat op moet, draag ik altijd een broek, ook al is het 28 graden. Als ik naar buiten ga, ook tijdens werk, draag ik altijd seksloze kleding.’
Ook zelfverklaarde kwaliteitsmedia lopen massaal achter de modetrend aan. Zo publiceerden NRC, Het Parool en de Volkskrant diverse advertorial-achtige artikelen waarin wordt gedaan alsof kuise kleding een normale of zelfs wenselijke ontwikkeling is. In een portret in NRC van Nada Merrachi van het gelijknamige modemerk lezen we: ‘Ze is druk bezig met het “opvoeden” van haar nieuwe collega’s, omdat modest fashion aan strenge regels moet voldoen. Je mag geen lichaamsvormen zien op foto’s, polsen moeten bedekt zijn. Kleding mag niet strak om de billen of heupen zitten, er mag geen decolleté zijn. Merrachi: “Ontwerpers zonder modest achtergrond zijn vaak geneigd om blote kleding te maken, omdat ze de huid als onderdeel van een kledingstuk zien.”’
Vrouwvijandige ideologie
De term ‘modest’ suggereert dat bedekkende en vormeloze kleding deugdzaamheid suggereren die andere kleding mist. Zo worden vrouwen die geen bedekkende kleding of modest fashion dragen, impliciet als ‘immodest’ aangeduid. De implicatie is nooit ver weg dat vrouwen die zich niet kleden volgens de islamitische zedenleer onkuis zijn en de reactie van mannen aan zichzelf hebben te wijten.
Steeds vaker zijn filmpjes op social media te zien waarin assertieve moslima’s verlegen blanke meisjes een hijab of niqab omdoen. Ook oer-Nederlandse kledingwinkels doen mee aan modest fashion. Zo was in de Bijenkorf afgelopen zomer een aparte, naar het Offerfeest verwijzende ‘Eid al-Adha’-afdeling met onder meer hoofddoeken en modest fashion.
De islam combineert bij het verwezenlijken van de doelen vaak zachte dwang met harde dwang. Vrije keus volgens de wet is heel iets anders dan vrije keus in een gemeenschap die van de religieuze wetten, geboden en groepsdruk aan elkaar hangt en die zeden het liefst ook aan andere groepen binnen de samenleving op zou willen leggen. Darya Safai is een Iraans-Belgische vrouwenrechtenactiviste en politica voor de N-VA. Zij verwoordt het misschien het beste op X:
‘Triestig dat modest fashion zoveel aandacht en reclame krijgt, ook van de zogezegde feministische zijde die het verdedigen in hun strijd “tegen de seksualisering van het vrouwelijk lichaam door de mode-industrie”. Ik vind dat de mensen die geloven dat een vrouw zelfs haar haren moet bedekken tegen de wellustige blikken van mannen, het vrouwelijke lichaam seksualiseren. Ze verdedigen, bewust of onbewust, de meest vrouwvijandige ideologie, waar de vrouw gereduceerd worden tot een geslachtsdeel. Dit is het leven dat ik in Iran moest ondergaan door het bewind van de ayatollahs. Samen met miljoenen andere onderdrukte vrouwen kan ik jullie garanderen dat geen enkele vrouw dit wil meemaken. Het is triest om te zien hoe men zich in het westen aanpast aan zo’n verwerpelijke ideologie. Nieuwkomers die “zelf kiezen” om naar het westen te komen, zouden zich moeten inzetten om onze waarden en normen te verdedigen. Stop met het banaliseren van vrouwenhaat.’
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!

















