Burgers en ondernemers zijn somber, maar 22 november kan een keerpunt worden 

WW Bomhoff 30 september 2023
Alternatief verkeersbord in Amsterdam (2021). Foto: ANP / Kim van Dam

De index voor het consumentenvertrouwen van september is zojuist gepubliceerd en staat op min 39 . Dat is het laagste cijfer van de Europese Unie, ver onder het EU-gemiddelde voor september van min 17.  Vooral het sentiment over de komende twaalf maanden is in Nederland abnormaal negatief.

Curieus is dat de index van het vertrouwen bij de ondernemers ook laag staat, maar heel vergelijkbaar blijft met de grote EU-staten. Het EU-gemiddelde scheelt nauwelijks met het cijfer voor Nederland. Bij de ondernemers meten we de orderportefeuille, dus dat gaat vooral over de stand van de conjunctuur. Het consumentenvertrouwen wordt ook geraakt door meer politieke ontwikkelingen.

Komt onze somberheid door de global warming?

Er is dus een puzzel. Wat kan verklaren dat de ondernemers hun zorgen hebben, maar overal in  Europa in ongeveer dezelfde mate, terwijl speciaal in Nederland de  ‘mensen in het land’ wel heel bijzonder somber zijn.

We kunnen wegstrepen dat de extra somberheid komt door angst voor de ‘global warming’. Hoge temperaturen op Kreta zijn meer bedreigend dan extra zonnig weer in Katwijk. Als verschillen tussen landen in het consumentenvertrouwen vooral van het weer afhingen, zouden Grieken dus somberder moeten zijn dan de ‘Kattekers’. Global warming is zeker voor veel mensen – vooral jongeren – een reden tot zorg, maar lijkt niet geschikt voor het verklaren van verschillen tussen landen.

Er is wel een statistisch verband tussen het vertrouwen van de huishoudens en het aantal toegelaten asielzoekers. Landen die duidelijk strenger zijn dan Nederland, of landen waar maar weinig asielzoekers een toevlucht zoeken, hebben in het algemeen een sterker vertrouwen in de toekomst.

Denemarken (vertrouwen min 11; geaccepteerde vluchtelingen 515) en Finland (vertrouwen min 9; geaccepteerde vluchtelingen 1235) staan aan de top voor het consumentenvertrouwen in Europa en zijn een stuk vrolijker dan Nederland (vertrouwen min 39; geaccepteerde vluchtelingen 15.180).

De aarzelingen over de wet om gemeenten te dwingen asielzoekers op te nemen, zijn ook een teken dat onze politici – altijd op zoek naar de kiezersgunst, nu in verkiezingstijd nog extra – weten dat de asielsituatie veel mensen ongelukkig maakt.

Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje nemen ook veel asielzoekers op, maar de burgers zijn er toch duidelijk minder somber dan hier. Er moeten dus nog andere zaken ten grondslag liggen aan het wel extreem bezorgde consumentensentiment in Nederland. Ik zie er ten minste vier.

We hebben de kortste werkweek van Europa

Eén: de armoedeval bij veel huishoudens. Ga je meer uren werken, dan verdwijnt bijna al het extra verdiende inkomen weer door afbouw van de acht verschillende toeslagen voor onderwijs, zorg en huur.

Bekend is dat in Nederland zeker zo veel mensen werken als in het buitenland, maar dat wij de kortste gemiddelde werkweek hebben van heel Europa. Dat komt vooral omdat vrouwen zo weinig uren kunnen of willen werken buiten de deur, en omdat alle modale of beneden-modale Nederlanders weten dat meer werken vaak nauwelijks de moeite loont. Die blijven dan gevangen in (bijna) armoede.

Twee: boosheid over de stikstofhetze. Direct geraakt zijn de boeren en de vissers, maar ook veel mensen die niet op het platteland wonen, kunnen zich inleven in die bedreigde medeburgers, zoals blijkt uit de grote aanhang van de BBB.

De woningmarkt is vastgelopen

Drie: de dure benzine. Ook wie zelf geen auto rijdt, weet dat onze benzine de duurste is van heel Europa  en dat is iedere dag een herinnering dat onze minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) veel meer geld nodig heeft voor CO2-beleid en stikstof-onzin dan haar collega’s in de buurlanden.

Vier: geen betaalbare woningen in de grote steden. Tien jaar op de wachtlijst voor een betaalbaar huurhuis, en een koopwoning die in veel steden buiten het bereik ligt voor het gemiddelde gezin. 

Is er wat te doen aan al die somberheid? Dat zou een goed ding zijn, want de economie draait gezonder wanneer de consumenten niet zo negatief zijn. En ook voor de mentale gezondheid is het natuurlijk beter wanneer kinderen worden opgevoed door opgewekte ouders, studenten nog vertrouwen hebben in de toekomstige waarde van hun diploma, werkenden genoeg verdienen en ouders bij gezinsuitbreiding kunnen verhuizen naar een grotere woning.

Van de vier punten hierboven is het eerste het belangrijkste en tegelijk ook het lastigste om te verhelpen. Deze week stelde een fiscaal expert voor om 93 kleinere fiscale regelingen en subsidies te schrappen en met het zo uitgespaarde geld het eerste tarief van belasting en premies te verlagen van 37 procent naar 30 procent.

Zo zou het makkelijker worden om te ontsnappen aan de armoedeval en zouden de netto-inkomens een duw omhoog krijgen. Wat betreft de acht toeslagen die lager worden of wegvallen bij meer gewerkte uren: daarover heeft de Tweede Kamer bij de financiële beschouwingen van vorig jaar drie moties ingediend, maar er is onder RutteVier niets gebeurd. 

Meer optimisme is mogelijk over de dure benzine en de stikstof. Als de VVD naar rechts schuift om zo aan te sluiten bij BBB en andere toekomstige coalitiepartners, zullen de huidige, dure stikstofplannen van tafel worden geveegd en kunnen belasting en accijnzen op energie en benzine naar een meer normaal niveau.  

Bouwend Nederland loopt aan de leiband van de milieulobby

Tenslotte het woningtekort. Minister van Volkshuisvesting Hugo de Jonge (CDA) deed regelmatig wilde prognoses, maar daar is onder RutteVier niets van terechtgekomen. Een ramp voor iedereen die zoekt naar een betaalbaar huis.

Misschien doet BBB het goed bij de verkiezingen, maar Caroline van der Plas kan niet als enige de stikstof-onzin bestrijden. Ook is een omslag nodig bij lobbygroep Bouwend Nederland. Die organisatie loopt nu aan de leiband van de milieulobby. ‘Voor ons,’ zo is het officiële standpunt van Bouwend Nederland, ‘is essentieel dat de afname van stikstofdepositie in een landelijk register wordt bijgehouden. Hiermee kan vervolgens beschikbare stikstofruimte aantoonbaar worden ingezet voor zowel natuurherstel, PAS-melders als bouw- en infraprojecten.’

Als dat hun standpunt blijft, ziet het er somber uit voor de woningbouw. Voorzitter Arno Visser van Bouwend Nederland moet met de vuist op de vergadertafels slaan waar die onzin wordt aangehangen, en de VVD bewerken om de bouw weer ruim baan te geven. Tot het zover is, blijft somberheid troef als het gaat over de woningnood.

Het kan beter worden na 22 november

De economie staat er niet goed voor, maar het consumentenvertrouwen kan na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november zeker verbeteren. Stop de stikstof-onzin, verlaag met het geld dat zo beschikbaar komt de benzineprijs, ga met het kapmes door het woud aan fiscale regelingen en vereenvoudig ons belastingstelsel, laat de bouwers bouwen en stel een werkgroep samen met een deskundige voorzitter – misschien de energieke 50Plus-senator Martin van Rooijen – om de goedbedoelde, maar verstikkende toeslagen te vervangen door een beter systeem.

Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.    

Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!