Dankzij Mark Rutte en de dividendbelasting weten we: de lobbycratie dicteert de democratie

WW Tamminga 10 juli 2023
Mark Rutte bij het World Economic Forum in Davos (2023). Beeld: CNBC

Het tijdperk Mark Rutte is onlosmakelijk verbonden met één woord uit het economisch lexicon: dividendbelasting. Het woord werd in 2017 plots politiek brisant toen Rutte de afschaffing van de dividendbelasting als noodzakelijke maatregel aankaartte in de kabinetsformatie.

Voor de meeste kiezers was het woord dividendbelasting abracadabra. Dividend? Wat is dat?

Nederland is geen land van aandelenbeleggers. Wie dat wel is, kan het dividend dat een bedrijf uitkeert aan zijn aandeelhouders, verrekenen met zijn inkomstenbelasting. Wie dat toen níet konden doen, waren de buitenlandse beleggers in bijvoorbeeld de Brits-Nederlandse concerns Shell en Unilever (van Calvé-pindakaas tot Dove-douchegel).

Rutte maakte van dividendbelasting bijna een kruistocht

Ruttes pleidooi kwam uit het niets, leek het wel. Hij legde het woord dividendbelasting niet op tafel als een onderhandelingspunt. Nee, hij maakte er een bijna persoonlijke kruistocht van.

Het afschaffen van de belasting kwam feitelijk neer op een belastingverlichting van 1,5 à 2 miljard euro voor buitenlandse beleggers. Dus was de logische vraag: is dit het resultaat van de politieke invloed van een paar grote ondernemingen en de lobby van werkgeversorganisatie VNO-NCW? Is dit de lobbycratie die de democratie dicteert? Waarom moeten buitenlandse beleggers, Unilever en Shell bevoordeeld worden?

Terwijl Rutte zijn kleine kruistocht voerde, kantelde het beeld. Wat moet Nederland met de grote concerns die zelf steeds rijker worden, hun aandeelhouders verwennen met hogere dividenden, die hun topmanagers verwennen met hoge beloningen, maar tot voor kort loonmatiging predikten voor hun werknemers, in Nederland krimpen in werkgelegenheid en een hoop schadelijke vervuiling veroorzaken (Tata, Chemours)?

Het debat over dividendbelasting zette een proces van verzuring in gang in de relatie tussen politici en kiezers aan de ene kant en grote ondernemingen aan de andere. Het vertrouwen van Nederlanders in grote bedrijven is tussen 2012 en 2022 met bijna 10 procentpunt gedaald van ruim 45 procent tot nog geen 36 procent, meldde statiekbureau CBS eerder dit jaar.

Voordat Mark Rutte in de politiek ging werkte hij bij Calvé van Unilever. Misschien heeft deze leerschool bijgedragen aan zijn royale hulpbetoon bij de dividendbelasting. Feit is dat de visie en het gezelschap van topmanagers hem aanspreekt.

Een kleine bloemlezing. Rutte is een geziene gast op het World Economic Forum (WEF), de jaarlijkse jamboree van topmanagers, politici en beroemdheden. De deur van het Torentje staat altijd open voor topmanagersbezoek, van Larry Fink van de Amerikaanse investeringsmaatschappij BlackRock (een grote belegger in Nederlandse bedrijven) tot de top van Tata uit India.

Een handelsreiziger voor particuliere economische belangen

Met partijgenoot Neelie Kroes toerde Rutte in 2016 langs techbedrijven in Silicon Valley. Ook even langs Uber, waar Kroes, naar later blijkt, lobbyist is terwijl de regels dat verbieden. Een ritje in een Tesla. Big Tech wist Nederland te vinden. Voor banen. Maar ook vanwege Nederland als belastingparadijs. Maar daar hoorde je Rutte dan weer niet over.

In 2018 bezocht Rutte de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump met in zijn gezelschap vijf topmanagers van Nederlandse bedrijven: Aegon, Philips, chipmaker NXP, Schiphol en Shell. Politicus Rutte bleek ook een handelsreiziger voor particuliere economische belangen.

Het is natuurlijk niet vreemd, laat staan verkeerd dat een politicus de visie van het bedrijfsleven wil weten, zeker niet voor een VVD-politicus. Maar je kunt het ook overdrijven.

Tegen deze achtergrond was Ruttes politieke interventie ten gunste van de dividendbelasting helemaal niet zo vreemd. Maar wat een technische fiscale ingreep leek, groeide uit tot een splijtzwam. Het verdeelde de werkgeverslobby, want het Nederlandse midden- en kleinbedrijf had niks aan de afschaffing, maar steun aan Shell en Unilever kostte hen wel politiek kapitaal. Het joeg coalitiegenoten op de kast, die deze interventie moesten proberen uit te leggen.

En de debatten erover in de Tweede Kamer droegen bij aan het beeld van Rutte als een minister-president die vrijwillig geen openheid van zaken wil geven. Niet over de bedrijvenlobby die was voorafgegaan aan zijn pleidooi. Niet over de nasleep ervan toen zijn sms-verkeer met toenmalig Unilever-topman Paul Polman er niet meer bleek te zijn.

De joviale, informele minister-president moest zich van verbale trucs bedienen om overeind te blijven. Hij bleek soms een haperend geheugen te hebben. ‘Daar heb ik geen actieve herinnering aan’ is inmiddels een gevleugelde uitdrukking.

Een opstand van Britse beleggers

Unilever koos in de loop van 2018 niet voor een Nederlands hoofdkantoor, maar centraliseerde zijn staf in Londen. Lag dat aan de dividendbelasting? Nee. De werkelijke reden was een opstand van grote Britse beleggers tegen de verhuizing naar Nederland. Dus koos topman Polman voor Londen. Ruttes kruistocht was voor niks geweest. Uiteindelijk werd de dividendbelasting niet afgeschaft. In 2021 centraliseerde ook Shell zijn hoofdkantoor in Londen.

Maar Mark Rutte blijft treuren over hun vertrek. Ook nu nog. Ruim vier weken geleden borrelde het op in het debat over het rapport van de enquêtecommissie Gronings gas. Rutte: ‘We zijn twee van onze kroonjuwelen, twee van de grootste ondernemingen in Europa, kwijtgeraakt omdat we de dividendbelasting niet hebben afgeschaft. Dat het niet gelukt is, beschouw ik nog steeds als een van mijn grootste fouten.’

Met zijn ontboezeming die tot verbazing in de Kamer leidde, wreef Rutte nog eens in de vlek die hij zelf had gemaakt. Zo blijft het woord dividendbelasting onder ons. Het woord is als een boemerang die in de lucht steeds meer vaart krijgt, terug komt en een diep gat slaat in de geloofwaardigheid van Rutte.

Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!