De gendergelovigen moeten Piet Adema met rust laten

BartCollard 8-10-22
Minister Piet Adema van Landbouw. Foto: ChristenUnie

Piet Adema (ChristenUnie) is de nieuwe minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Adema ondertekende eind vorige maand het Manifest tegen de Transgenderwet, mede opgezet door Bart Jan Spruyt – auteur bij Wynia’s Week. D66 eist nu dat de minister zijn steun voor het manifest intrekt. Adema reageert dat hij het manifest op eigen titel heeft getekend: ‘Nu ben ik minister, en in die nieuwe rol is één ding voor mij volstrekt vanzelfsprekend: als lid van het kabinet volg ik het kabinetsbeleid, ook op dit onderwerp.’ De gendergelovigen moeten het daarbij laten, betoogt Bart Collard.

Manifest tegen de Transgenderwet

Het Manifest tegen de Transgenderwet noemt vijf bezwaren. In de eerste plaats het praktische punt dat wanneer een man zomaar een V (niet de V van beveiliger, maar de V van vrouw) in zijn paspoort kan krijgen, hij daarmee toegang krijgt tot ‘vrouwentoiletten, kleedruimtes, praatgroepen, sportwedstrijden voor vrouwen of vrouwengevangenissen’.

Het tweede bezwaar is dat geslacht biologisch gezien een tweedeling kent en dus ‘geen construct of keuze’ is. Er zijn mensen die geboren worden met geslachtskenmerken van jongetjes én meisjes, of iets daar tussenin. Het gaat om een kleine groep die je zou kunnen classificeren als een hybride categorie. Bij transgenders gaat het echter vaak om mannen of vrouwen die zich niet als zodanig identificeren.

Een derde bezwaar uit het manifest is dat kritiek op het wetsvoorstel al snel wordt afgedaan als transfoob. Dat is ‘een serieuze bedreiging voor de grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting’.

Een vierde – voor mij als ongelovige het minst betekenisvolle – bezwaar komt uit godsdienstige kringen waarin wordt gemeend dat transgenderisme de ‘voorgegeven morele en natuurlijke orde’ probeert te doorbreken.

Het laatstgenoemde bezwaar luidt dat minderjarigen tegen de wil van hun ouders een geslachtswijziging kunnen laten doorvoeren. Een 16-jarig kind mag geen rum kopen en niet stemmen, maar mag autonoom van geslacht veranderen. Onder de zestien beslist de rechtbank en houdt daarmee rekening met ‘het zelfbeschikkingsrecht van het kind’. Erg gevaarlijk. Een operatie kan zelfs tot onomkeerbare schade aan het lichaam leiden.

Nog veel onduidelijkheden over transgenderschap

Maar zelfs als de ouders akkoord gaan met de transitie van een minderjarige, is dat überhaupt wenselijk? Ik hoorde deze week uit directe bron hoe een kennis uit Amerika zijn 7-jarige zoon in een jurk naar school laat gaan en vrouwelijke hormonen toedient, omdat de jongen zegt een meisje te zijn. Wat als de jongen over twee jaar weer zegt een jongen te zijn? Of wellicht nog erger, als de jongen dat niet meer durft te zeggen?

Wat in mijn ogen het grootste probleem met de Transgenderwet is, is dat er qua kennis nog veel blinde vlekken zijn rondom transgenderschap. Dat komt omdat het debat – ook het academische – heel gevoelig ligt. Onderzoek doen naar het fenomeen kan al gezien worden als transfoob, en daarmee leiden tot cancelling. Kritische vragen erover zijn eigenlijk niet gewenst.

Auteur Douglas Murray behandelt dit helder in zijn boek The Madness of Crowds. Gender, Race and Identity. Is transgenderschap een hardware issue (zijn transgenders zo geboren en gaat het dus om een biologische afwijking) of een software issue (is transgenderschap aangeleerd)? Murray wijst voorzichtig op onderzoek dat erop kan duiden dat transgenderschap sociaal besmettelijk is. Met name jonge meisjes zouden er vatbaar voor zijn en het als oplossing voor hun onzekerheden kunnen zien.

Transgenderschap en liberalisme

Maar als transgenderschap een software issue zou zijn, waarom moeten we het fenomeen dan – in elk geval nu nog –terughoudend benaderen? Gaat het liberalisme niet uit van de volledige maakbaarheid van de mens? Dat wat iemand met het eigen lichaam wil doen altijd zou moeten mogen?

Dat klopt, maar de vraag in deze kwestie is in hoeverre iemand dit echt wil. De 19de-eeuwse filosoof John Stuart Mill waarschuwde echter dat de overheid niets mag verbieden omdat een verbod beter zou zijn voor het betreffende individu zelf. Zulk paternalisme staat de individuele vrijheid in de weg en opent de deur voor machtsmisbruik van de overheid.

Als mensen hun lichaam willen aanpassen, dat moet mogen, toch? Make-up? Tijdelijk, dus geen probleem. Oké, piercings dan? Die laten echter vaak toch een klein litteken achter als je ze uitdoet. Tatoeages? Die heb je voor het leven, hoewel je ze tegenwoordig kan laten laseren. Ook niet zo’n probleem wellicht. Maar wat als ik kenmerkende delen van mijn lichaam zou willen verwijderen? Zoals mijn penis? Of mijn oren of vingers, zoals The Black Alien? Ik ga over mijn eigen lichaam, toch?

Er zijn echter de nodige signalen die erop duiden dat meisjes die menen een jongen te zijn – of andersom – misleid worden. Nog steeds geldt dan dat iemand over het eigen lichaam beslist, maar is het bij zo’n ingrijpende beslissing niet juist om een psycholoog of psychiater een adviserend oordeel te laten vellen? Daarover valt te discussiëren. Ook om die reden moet Adema’s ondertekening van het manifest geen probleem zijn.

Formele wijziging van de soort

Daarnaast rijst de vraag – die regelmatig als transfoob wordt geclassificeerd – in hoeverre iemand na een geslachtsoperatie tot het andere geslacht behoort. Is een man zonder penis, maar met een nieuwe strakke cup C en een gemaakte vagina, een vrouw? Moet zijn wens tot geslachtswijziging – of die nu terecht is of het gevolg van een mentale stoornis – door de samenleving erkend worden? Dat levert een complexer vraagstuk op dan het ogenschijnlijk is. In de Transgenderwet is een geslachtsoperatie overigens geen eis voor een geslachtswijziging.

Een vergelijkbare vraag is namelijk of iemand die meent een hond te zijn een hondenpaspoort hoort te kunnen aanvragen. Of eigendom kan worden van een ‘baasje’. Wie dit voorbeeld absurd vindt verwijs ik naar de eerder genoemde Black Alien. Deze man wil zich volledig transformeren tot alien en heeft in dat kader vrijwel zijn hele lichaam getatoeëerd, zijn tong gespleten, lippen, vingers en oren afgehakt. Hij is nu voornemens zijn penis te laten splijten. Als deze man formeel wil laten vastleggen dat hij geen mens maar een alien is, moet de samenleving dat dan toestaan? Misschien met een A van alien in het paspoort?

Zouden we dan in navolging op ‘beste dames en heren’ ook geen ‘beste mensen’ meer mogen zeggen omdat dit niet inclusief is jegens mensen die zich als alien of hond identificeren?

Adema hoeft steun niet in te trekken

Het Manifest tegen de Transgenderwet is niet tegen transgenders: ‘Niemand zal willen ontkennen dat genderdysforie (onbehagen met het geboortegeslacht) een serieuze zaak is en dat veel mensen die daarmee worstelen een goede begeleiding verdienen.’ Het manifest is ook niet tegen geslachtsoperaties: ‘De huidige procedure biedt waarborgen tegen fouten en misbruik. Het wegnemen van die waarborgen is onnodig, onverstandig en gevaarlijk.’ Nu kan worden voorkomen dat niet-wilsbekwame mensen zichzelf zo’n leed aandoen.

Dat politici als Piet Adema kritisch zijn op de Transgenderwet is een goede zaak, omdat dit het debat ten goede komt. Nu hij minister is geworden zou hij zijn ondertekening niet moeten herroepen. Als een minister alle eerdere persoonlijk gedane uitingen moet herroepen, dan is het hek van de dam. De gendergelovigen moeten Piet Adema met rust laten.

Criminoloog en terrorismedeskundige Bart Collard publiceert sinds de zomer van 2022 enkele keren keer per maand in Wynia’s Week.

Wynia’s Week kent geen betaalmuur en geen betaalde abonnementen, maar gelukkig wel steeds meer betalende lezers. Deze donateurs maken ons online magazine mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!