Gaat D66 de aangekondigde koerswijziging inzake asiel waarmaken?

ww
Kop boven een interview met Rob Jetten in de Volkskrant van 22 oktober. Beeld: screenshot.

De verkiezingen van 29 oktober zijn wederom op te vatten als een referendum over asiel. Immers, dat thema is samen met de – aan asiel gerelateerde – woningnood, topprioriteit onder de kiezers. Uit peilingen blijkt al langer dat een ruime meerderheid van de kiezers minder asielzoekers wil. De zetelverdeling na de verkiezingen van 2023 resulteerde in een bijna tweederde meerderheid van 95 zetels voor partijen (de coalitie plus klein rechts) die gehoor gaven aan deze wens van de kiezer.

Diezelfde partijen hebben nu samen nog 71 zetels, welke teruggang voor het overgrote deel op rekening komt van het verdwijnen van NSC uit de Kamer. De betreffende kiezers zijn voor een deel teruggegaan naar het CDA, wat mede het toegenomen aantal zetels (van 5 naar 18) van die partij verklaart. Dit, gevoegd bij het verkiezingsprogramma van het CDA, dat is gericht op vermindering van de asielinstroom, betekent dat de Kamer in zijn nieuwe samenstelling wederom een meerderheid telt voor beperking van de asielinstroom. Dit is relevant voor de coalitievorming.

De onderhandelingen over een nieuwe coalitie zijn in volle gang, en D66, met nipt de meeste stemmen, speelt hierin de hoofdrol. Aanleiding om te bezien hoe het staat met het asielstandpunt van die partij.

Een stap richting ‘offshoring’ van de asielprocedure

Vluchtelingen moeten in de toekomst buiten de grenzen van de EU asiel aanvragen. Wie zich op eigen houtje meldt in Nederland, wordt dan niet meer toegelaten. Dat liet D66-leider Rob Jetten in juni weten.

Ongenode vreemdelingen die voet op EU-grondgebied weten te zetten kunnen dan niet langer aanspraak maken op een asielprocedure. Rob Jetten lijkt hier aansluiting te zoeken bij ideeën die steeds meer terrein winnen bij politieke partijen in binnen- en buitenland. Asielaanvragen worden in deze opzet nog wel in behandeling genomen, maar uitsluitend in de regio van herkomst. Na inwilliging van het asielverzoek is hervestiging in die regio of overkomst naar – in dit geval – Nederland mogelijk, maar de beslissing hierover ligt bij de autoriteiten hier.

Deze als offshoring aangeduide aanpak wordt al langer bepleit door immigratiedeskundigen als Ruud Koopmans en Jan van de Beek, en is inmiddels in meerdere of mindere mate doorgedrongen tot de verkiezingsprogramma’s van veel politieke partijen, maar, tot deze draai van Rob Jetten, nog niet in de progressieve hoek. Daar lijkt men nog steeds niet te weten, of niet te willen weten, hoe groot de problemen zijn die met de uit de hand gelopen asielmigratie gepaard gaan. Offshoring is een conditio sine qua non om te komen tot een betere beheersing, en vooral beperking, van de volkomen uit de hand gelopen aantallen asielzoekers die zich hier jaarlijks komen melden.

‘Wanneer hun aanvraag kansrijk is, moeten ze veilig naar Europa kunnen komen’

Rob Jetten deed zijn opmerkelijke uitspraken maanden voor de publicatie van het verkiezingsprogramma van D66. In hoeverre klinken die uitspraken van de partijleider door in dat programma? De relevante tekstpassage luidt als volgt: ‘D66 staat voor het recht op internationale bescherming. Het systeem zoals het nu is ingericht, is verouderd. Mensen die bescherming zoeken worden gedwongen levensgevaarlijke routes te nemen. De meest kwetsbare mensen vinden geen steun en blijven achter. Landen hebben geen controle over wie naar Europa komt. D66 is dan ook voorstander van het moderniseren van het Vluchtelingenverdrag. Vluchtelingen moeten buiten Europa hun asielverzoek kunnen indienen. Wanneer hun aanvraag kansrijk is, moeten ze veilig naar Europa kunnen komen.’

Een teleurstellend resultaat. Zeker, het Vluchtelingenverdrag in zijn huidige vorm is niet langer heilig, en mag worden aangepast; dat is voor de verdragsfundamentalisten van D66 toch wel een doorbraak. Het is ook winst dat in het voorstel van D66 degenen die zich overduidelijk niet kwalificeren voor asiel buiten de EU-deur worden gehouden. Voor kansrijke asielzoekers echter blijft het asielsysteem in de visie van D66 een openeinde-regeling. En bijgevolg blijft de asielmigratie onbeheersbaar. De mogelijkheid van hervestiging in de regio, een voor de hand liggende oplossing voor met name oorlogsvluchtelingen die geen persoonlijke vervolging te vrezen hebben, en een oplossing die goed aansluit bij offshoring van de asielprocedure, maakt geen deel uit van het voorstel van D66.

Asielmigratie beperken is voor D66 nog niet echt vanzelfsprekend

Gaat de door D66 voorgestelde aanpak de problemen veroorzaakt door asielzoekers en statushouders verminderen? Doordat buiten de EU de eerste schifting plaatsvindt zullen waarschijnlijk minder overlastgevers en criminelen toegang krijgen tot de lidstaten van de EU. Die schifting zal ook leiden tot vermindering van het stuwmeer aan afgewezen asielzoekers die weigeren te vertrekken.

Maar de problemen die zijn gerelateerd aan de instroom van statushouders (meer woningnood, overbelasting van zorg en onderwijs, oververtegenwoordiging in uitkeringsafhankelijkheid en criminaliteit, verslechtering van de sociale cohesie en fysieke leefomgeving) zullen niet verminderen. Dat kan alleen als we de aantallen statushouders weten te beperken, en zo ver is D66 nog niet.

Neem de beide asielwetten van het kabinet-Schoof, de Asielnoodmaatregelenwet en de wet inzake het Tweestatussenstelsel, die binnen de kaders van de bestaande internationale verdragen tot een vermindering van de instroom kunnen leiden. Die wetten werden met een bijna tweederde meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen, maar kregen toen geen steun van D66.

Een slecht voorteken is voorts de benoeming, enkele dagen geleden, van de politieke straatvechter Jan Paternotte tot woordvoerder Asiel en Migratie van de D66-fractie. Niet direct een garantie voor vruchtbare besprekingen over dat thema als mocht worden aangestuurd op de vorming van een centrumrechts kabinet.

Onder professoren

Kennelijk staat het denken over asiel binnen D66 nog steeds onder invloed van het discours dat in links-progressieve kring dominant is en dat past in een ideologisch gekleurd wereldbeeld waarbij het contact met de werkelijkheid bijzaak is.

Bij toeval stuitte ik op een fraai voorbeeld van deze gedachtewereld: Jort Kelder in gesprek over de campagne, uitslag en nasleep van de verkiezingen, met drie hoogleraren, waaronder prof. (emeritus) dr. Hans Boutellier (Polarisatie & Veerkracht, VU), voormalig directeur van het Verwey-Jonker Instituut. Dit instituut deed destijds vooronderzoek in opdracht van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Integratiebeleid (Commissie-Blok) van de Tweede Kamer. Een opdracht die, wegens veronderstelde eenzijdigheid van dat instituut, niet bij alle Kamerleden, waaronder Ayaan Hirsi Ali (VVD) en initiatiefnemer Ali Lazrak (SP), in goede aarde viel.

Emeritus-hoogleraar zet ontevreden kiezer op zijn plaats

Boutellier is vergeleken met de andere twee professoren nogal ongenuanceerd in zijn uitlatingen. Als bijvoorbeeld een collega spreekt over ‘rechts en extreemrechts’ maakt hij daarvan ‘extreemrechts’. Vooral vanaf minuut 35 komt de emeritus-hoogleraar goed op dreef:

Boutellier: ‘Eén op de drie Nederlanders stemt dus extreemrechts’, waartoe impliciet zelfs kandidaat-regeringspartij JA21 wordt gerekend. Vervolgens stookt de moderator het vuurtje op door erop te wijzen dat de meeste PVV-stemmers zijn te vinden in gemeenten waar ‘werkelijk geen enkele migratie meneer of mevrouw woont’, en even verder: ‘het gaat eigenlijk best wel aardig met de integratie’, waarop Boutellier de ontevreden kiezer definitief op zijn plaats zet: ‘We leven gewoon in een multiculturele samenleving. Get real!’.

In deze korte gedachtenwisseling tekent zich het progressieve narratief af dat neerkomt op het volgende: ‘De ontevreden kiezer kan of wil de voortgaande ontwikkeling van de samenleving in multiculturele richting niet volgen en laat zich verleiden door de rattenvangers van extreemrechts.’

De problemen waar die ontevreden kiezers mee zitten worden door de moderator en zijn gasten gebagatelliseerd, zo niet ontkend. En voor zover die problemen toch geadresseerd zouden moeten worden, verwacht men dat het Asiel- en Migratiepact van de EU, dat volgend jaar van kracht moet worden, wel uitkomst zal bieden. Hier kom ik straks op terug.

Rob Jetten bekent kleur

De bestempeling van JA21 als ‘extreemrechts’ en dus onaanvaardbaar als coalitiepartner past in de recente campagne van de D66-gezinde media om JA21 te diskwalificeren door de partij in de radicale hoek plaatsen. Inmiddels heeft D66-leider Rob Jetten aan die campagne ook zijn steentje bijgedragen. In een brief aan verkenner Wouter Koolmees geeft hij aan: ‘Nederlanders verwachten nu dat de positieve krachten de handen ineenslaan’. Vervolgens pleit hij voor een meerderheidskabinet en voegt hieraan toe – hint richting JA21 – ‘Vanzelfsprekend is het voor ons daarbij essentieel dat partijen waarmee wij tot een coalitie toetreden de waarden van onze democratische rechtsstaat volmondig onderschrijven en uitdragen.’ Hij adviseert daarom ‘een coalitie van D66, VVD, GL-PvdA en CDA verder te verkennen’.

Dat GroenLinks – die toevoeging PvdA kunnen we zo langzamerhand wel weglaten – door de screening komt is opmerkelijk gezien de wortels van deze partij in het – niet voor geweld terugschrikkende – linksradicale actiewezen, bij de rechtsstatelijkheid waarvan toch de nodige vraagtekens zijn te plaatsen.

EU-aanpak is tandeloos

Zoals hiervoor aangegeven wordt in links-progressieve kring het nodige verwacht van het Asiel- en Migratiepact van de EU dat volgend jaar van kracht moet worden. Ik heb aan dat pact in Wynia’s Week al een paar keer aandacht besteed en constateerde toen het volgende.

Het pact is vooral een spreidingswet op EU-niveau en doet weinig of niets aan de instroom. De buitengrensprocedure voor kansarme asielzoekers (vooral ‘veiligelanders’) geeft betrokkenen wel toegang tot de asielprocedure, maar, hangende de procedure, geen toegang tot de EU buiten de opvanglocatie aan de buitengrens. Deze aanpak zou een ontmoedigend effect kunnen hebben op de instroom, ware het niet dat zij tandeloos is zolang afgewezen asielzoekers die weigeren mee te werken aan terugkeer niet voor onbepaalde tijd kunnen worden opgesloten in de opvanglocatie als prikkel om alsnog te vertrekken, en zolang de druk op de herkomstlanden om hun onderdanen terug te nemen niet substantieel wordt opgevoerd.

Individuele lidstaten zijn inventiever

Het blijft dus een illusie dat asiel beter ‘Europees’ kan worden geregeld. Individuele lidstaten (Nederland uitgezonderd) blijken inventiever als het gaat om het indammen van de stroom immigranten die gebruik willen maken van het asielkanaal. Wie de asielproblematiek serieus neemt zal niet om nationaal beleid – zo mogelijk in samenwerking met gelijkgezinde lidstaten – heen kunnen.

Daar komt nog bij dat inmiddels binnen de Europese Commissie, in het kader van de daar heersende tomeloze uitbreidingsdrang, krachten werkzaam zijn om ook Noord-Afrika en het Midden-Oosten nauwer bij de Unie te betrekken. Meer hierover in dit recente artikel in Wynia’s Week. Dat streven gaat natuurlijk lijnrecht in tegen de noodzaak om de ongewenste immigratie uit en via deze landen aan banden te leggen. Te vrezen valt bijvoorbeeld dat de bevlogen EU-ambtenaren de kans voorbij laten gaan om de betrokken landen te dwingen voortaan hun eigen onderdanen terug te nemen.

Maar niet alleen onzalige ambities van de EU gaan in tegen de belangen van de bevolking van de lidstaten. Recent werd bekend dat de realisatie van een treintunnel voor passagiers en vracht tussen Marokko en Spanje, nabij de Straat van Gibraltar, een stap dichterbij is gekomen.

Eerdere initiatieven voor zo’n project stuitten op technische problemen vanwege de hardheid van het gesteente waardoorheen de tunnel geboord zou moeten worden. Inmiddels is de techniek zover voortgeschreden dat plaatsing van tunnelbuizen op de zeebodem mogelijk is.

Tanger kan het nieuwe Calais worden

Volgens EuroWeekly zou de tunnel klaar moeten zijn voordat in 2030 het WK-voetbal van start gaat, waarvoor beide landen (en Portugal) gastlanden zijn. Dat tijdschema lijkt wel erg ambitieus, in aanmerking nemende dat met de bouw voorlopig nog niet is begonnen en dat een vergelijkbaar project als de Kanaaltunnel zes jaar in beslag heeft genomen.

Wat betreft het tegenhouden van illegale migranten zijn de ervaringen met zo’n tunnel niet onverdeeld gunstig. Tanger zou weleens een tweede Calais kunnen worden. En de grensbeambten aan Marokkaanse en Spaanse kant? Hoe gemotiveerd zullen die zijn om op te treden tegen verstekelingen die op doorreis zijn naar de verzorgingsstaten in Noordwest-Europa?

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank! Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!