Het hele bijzonder onderwijs afschaffen omdat islamitische scholen in de fout gaan? Dat is nergens voor nodig

Schukkink
Volgens een recent onderzoek van Maurice de Hond is 60 procent van de Nederlanders het eens met de stelling ‘De islam past niet bij de Nederlandse samenleving’. Beeld: YouTube.

Linkse politici en ook steeds meer liberalen zien de komst van islamitische scholen als een extra reden om het toch al verafschuwde bijzonder onderwijs in zijn geheel om zeep te helpen. Maar als een deel van de islamitische scholen een gevaar vormt voor vrijheid en democratie (of als ze frauderen, of slecht onderwijs geven), kan beter worden voorkómen dat ze worden opgericht of kunnen ze nadien worden gesloten. Daar hoeft echt de grondwettelijk verankerde vrijheid van onderwijs niet voor te worden afgeschaft.

Volgens een recent onderzoek van Maurice de Hond is 60 procent van de Nederlanders het eens met de stelling ‘De islam past niet bij de Nederlandse samenleving’. Juist omdat ze een voedingsbodem lijken te vormen voor méér islam in Nederland, wordt daarom regelmatig de vraag gesteld of islamitische scholen niet zouden moeten worden gesloten.  

De beste optie, zo wordt vaak betoogd door politici die toch al voorstander waren van louter staatsonderwijs, is afschaffing van artikel 23 van de Nederlandse grondwet, waarin de bekostiging van bijzondere scholen wordt gelijkgesteld aan die van het openbare scholen. Maar het schieten met een seculier kanon op een islamitische mug om zo ook maar meteen van het bijzonder onderwijs als geheel af te komen – dus óók van katholieke, protestantse en montessorischolen – is nergens voor nodig.

Nieuwe scholen

Een betere methode om de groei van het islamitisch onderwijs te beperken, is intrekking van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen. Dankzij deze wet, die in 2020 in werking is getreden voor het voortgezet onderwijs en in 2021 voor het primair onderwijs, is het mogelijk om een school te stichten op basis van belangstelling van ouders en leerlingen, of op basis van een marktonderzoek. Het doel van de wet is om ‘te zorgen dat het scholenbestand (nog) beter aansluit op de wensen van ouders en leerlingen en meebeweegt met demografische ontwikkelingen (groei en krimp)’.

Hoewel de wet het in principe voor iedereen makkelijker maakt om nieuwe scholen te stichten, zijn het de islamitische onderwijsorganisaties die er het meest gebruik van maken. Zo blijkt uit de evaluatie door onderzoeksbureau Oberon dat van de nieuwe initiatieven direct na de inwerkingtreding van de wet in 2021 dertien initiatieven van start zijn gegaan, waaronder vijf islamitische scholen. Slechts één initiatief betrof christelijk onderwijs en de overige nieuwe scholen horen niet bij een specifieke religieuze grondslag. In 2022 waren zes van de zestien toegewezen aanvragen voor nieuwe scholen islamitisch, versus één katholieke school en negen zonder religieuze grondslag.

Een andere optie zou het invoeren van een islamwet kunnen zijn. Oostenrijk heeft zo’n wet (‘Islamgesetz’), waarin het land de juridische status van de islam heeft vastgelegd. De wet bevat onder meer regels voor de oprichting en het functioneren van moskeeën, beperkt de mogelijkheid voor islamitische organisaties om geld uit het buitenland te ontvangen en stelt eisen aan de opleiding en kennis van imams.

Een derde optie is de invoering van een beschermingswet ten behoeve van minderjarige kinderen in het onderwijs. Godsdienstvrijheid of de vrijheid van onderwijs mag worden beperkt als dat noodzakelijk is ter bescherming van de democratische rechtsorde, de nationale veiligheid of de rechten van anderen. Ook kinderen vallen onder die ‘anderen’. In een dergelijke wet zou onder meer kunnen worden vastgelegd dat kinderen actief moeten worden beschermd tegen intolerante haatpredikers en de verheerlijking van geweld tegen bijvoorbeeld ongelovigen, vrouwen of seksuele minderheden. Bovendien zouden de ministers van Onderwijs en Justitie en Veiligheid zo meer wettelijke bevoegdheden kunnen krijgen om subsidies te stoppen of om scholen te waarschuwen en desnoods te sluiten. De wet zou volledig in lijn zijn met het Kinderrechtenverdrag en verzet zich niet tegen andere nationale of internationale wetgeving.

Extra bevoegdheden

Een vierde optie is om – bij vermoedens van strafbare feiten – sneller justitie in te zetten tegen ‘foute’ islamitische scholen. Dat vraagt om extra opsporingsbevoegdheden, misschien ook wel als het gaat om afluisteroperaties, wat uiteraard op veel weerstand zal stuiten. Dat moet dan maar. Want de vrijheid van onderwijs kan nooit belangrijker zijn dan de bescherming van de democratische rechtsorde en de nationale veiligheid.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!