Hopelijk dient het besef van een gedeelde verantwoordelijkheid voor de westerse cultuur zich in het nieuwe jaar op organische wijze aan, voordat een crisis het plotseling afdwingt

andrea
‘In Nederland deed journalist en opiniemaker Wierd Duk een voorzichtige handreiking naar de christelijke gemeenschap om zich te verbinden aan een bredere beweging, variërend van conservatief-liberalen tot meer orthodoxe gelovigen, met als doel een gedeeld maatschappelijk belang te articuleren en westerse waarden uit te dragen. Dat voorstel was niet onzinnig.’ Beeld: YouTube

Het afgelopen jaar had ik vaak de indruk te zijn beland in een lachspiegelreflectie van overlappende tijdsgewrichten. De merkwaardige vermenging van ogenschijnlijk onverenigbare narratieven, het islamolinksistische verbond aan de ene kant en het gedweep met zowel Hitler als Stalin op de uiterste rechterflank aan de andere, laat zich het best begrijpen als symptoom van een afbrokkelende naoorlogse consensus die zich gelijktijdig manifesteert in cultuur en geopolitiek.

Jonathan Pageau biedt een bruikbaar uitgangspunt door erop te wijzen dat de geopolitieke hegemonie van de huidige wereldorde in belangrijke mate is verankerd in de Tweede Wereldoorlog. Aan die oorlog is ook onze morele ordening van goed en kwaad gekoppeld. Bij elk nieuw internationaal conflict duikt dan ook vrijwel automatisch de vraag op wie de rol van dader en wie die van slachtoffer toekomt. De gedeelde morele grammatica van ‘dat nooit weer’ staat echter onder druk door de opkomst van nieuwe, recentere ijkpunten die zich van hetzelfde morele format bedienen, zij het ten dienste van hun eigen diverse en inclusieve doeleinden.

Een nieuw schuldbewustzijn

Die herschikking van morele ijkpunten voltrekt zich niet uitsluitend op symbolisch niveau, maar werkt ook concreet door in de actuele geopolitiek. De houding ten opzichte van Oekraïne en Rusland laat zich mede lezen als een late vereffening van de erfenis van de Tweede Wereldoorlog. In delen van Oost- en Zuidoost-Europa, met name op de Balkan, is er nog altijd een historisch appeltje te schillen met Rusland als opvolger van het Sovjetimperium. Tegelijkertijd proberen NAVO en EU, instituties die zijn voortgekomen uit de verwerking van de Tweede Wereldoorlog, een herschikking van de wereldorde te consolideren waarin een EU-NAVO-blok dominant blijft, op een moment waarop Amerika zijn rol als vanzelfsprekend veiligheidsanker steeds minder overtuigend vervult. De oorlog in Oekraïne fungeert in dat licht niet alleen als territoriaal conflict, maar ook als stresstest voor de houdbaarheid van de naoorlogse orde.

Naast de Holocaust is ook het kolonialisme opgeklommen tot moreel zondebesef in het collectieve bewustzijn. Dit nieuwe schuldbewustzijn richt zich vrijwel exclusief op westers kolonialisme, bij voorkeur in combinatie met de trans-Atlantische slavernij, en presenteert deze geschiedenis als moreel uniek kwaadaardig. Het imperialisme van het Ottomaanse Rijk, of de vraag hoe het komt dat er inmiddels 53 moslimlanden bestaan die niet allemaal zijn ontstaan door vreedzame bekering, valt opvallend buiten deze hernieuwde belangstelling voor koloniale geschiedenis. Dit selectieve geheugen wijst op een poging nieuwe oude erfzonden te construeren die de Holocaust moeten vervangen als funderingsmythe van westers schuldbewustzijn.

Deze alternatieve funderingsmythe fungeert als basis voor een nieuwe wereldorde waarin nationalisme taboe is, tenzij het verzet tegen westers imperialisme betreft, waarin religie taboe is, tenzij het gaat om een exotische geloofsvorm zonder wortels in de westerse traditie, waarin westerse cultuur uitsluitend nog mag worden gedefinieerd door de gebruiken en tradities die migranten meebrengen, en waarin aanpassing aan vreemdelingen net zolang moet doorgaan tot er niets overblijft waaraan iemand van elders zich zou kunnen storen. Pas wanneer het Westen in alles op het niet-Westen lijkt, is de erfschuld ingelost.

Het Gazacide-narratief

In Nederland werd het einde van de oude funderingsmythe het duidelijkst zichtbaar in de curieuze obsessie met het ‘inclusief’ maken van de dodenherdenking, enthousiast aangejaagd door de gebruikelijke verdachten, en in de verbijsterende geestdrift waarmee het Gazacide-narratief werd overgenomen door media, academie en journalistiek, om van de linkse politiek nog te zwijgen.

Daar lijkt men zich inmiddels te hebben verenigd rond het idee dat het Westen via imperialistisch kolonialisme uniek verantwoordelijk is voor vrijwel alle ellende in de wereld, Gaza inbegrepen, en dat alles geoorloofd is om deze zonde uit te wissen, zelfs het omkeren van historisch daderschap en slachtofferschap in exact dezelfde terminologie als die van de oude morele orde: genocide, etnische zuivering en koloniale bezetting. Een framing die alleen kan bestaan dankzij een grondige verdraaiing van het westerse morele referentiekader.

Een lastige opgave

De palestinisering van het Westen via dit nieuwe schuldbewustzijn op links, gecombineerd met antiwesterse sentimenten die via de ‘nieuwe Europeanen’ deel zijn gaan uitmaken van het continent, vormt een van de groteskste lachspiegelreflecties van de afgelopen jaren. Het formuleren van een serieus antwoord vanuit het politieke midden tot rechts vergt een beroep op alles wat er aan intellectuele veerkracht binnen de westerse traditie resteert, van Griekse en Romeinse fundamenten tot joods-christelijke moraal en Verlichting. Dat vereist weerstand tegen het via instituties verspreide ‘weg met ons’-sentiment, zonder te vervallen in karikaturen of nostalgisch theater.

Wie wil zien hoe lastig die opgave is, hoeft slechts naar Amerika te kijken, dat Nederland op het terrein van politieke absurditeit doorgaans enige jaren voor is. Waar men er aan progressieve zijde niet in slaagde Hamas ondubbelzinnig te veroordelen zonder te verzanden in eindeloze ‘ja, maar’-constructies, bleek zelfs de toonaangevende conservatieve Heritage Foundation niet bij machte influencers te veroordelen die vrolijk Joodse complotten verspreiden.

Onder een deel van de rechtse jeugd heeft deze morele leegte inmiddels een eigen esthetische uitdrukking gekregen. Het dwepen met Hitler, het cosplayen van nazisoldaten en het spelen met verboden symboliek fungeert als spiegelbeeldige reactie op de genormaliseerde communistische verheerlijking elders. De aantrekkingskracht schuilt in dezelfde vorm van transgressie en symbolisch schoppen tegen heilige huisjes die decennia geleden ook de punkbeweging kenmerkte. Het resultaat blijft echter een lege en licht gênante pose die hooguit goede memes oplevert, maar niets bijdraagt aan een inhoudelijk alternatief of een positieve horizon voor conservatieve jongeren.

Aan de Amerikaanse linkerzijde is het inmiddels volstrekt normaal om campagne te voeren in het Somalisch, te dwepen met de Derde Wereld en de moslimgemeenschap expliciet op te roepen de eigen achterban politiek in het gareel te houden, een ontwikkeling die in mildere vorm ook zichtbaar was in de deels Arabische verkiezingscampagne van Denk.

Kirk en Duk

Dit algehele onvermogen om zelfs elementaire morele maatstaven te handhaven laat zien hoe diep de crisis in het fundament van het Westen inmiddels reikt. Pogingen om de ontstane leegte te vullen via hernieuwde religieuze geborgenheid vormen een begrijpelijke reactie op de zoektocht naar gedeelde zingeving. In Amerika kreeg dit onder conservatieve jongeren vorm via de dit jaar vermoorde influencer Charlie Kirk, die daarin een opvallend mobiliserende rol speelde.

In Nederland deed journalist en opiniemaker Wierd Duk een voorzichtige handreiking naar de christelijke gemeenschap om zich te verbinden aan een bredere beweging, variërend van conservatief-liberalen tot meer orthodoxe gelovigen, met als doel een gedeeld maatschappelijk belang te articuleren en westerse waarden uit te dragen. Dat voorstel was niet onzinnig. In de Verenigde Staten bestaat immers een lange traditie van libertariërs, evangelischen en methodisten die zich politiek en maatschappelijk inzetten voor het behoud van constitutionele waarden. Toch schoot Duks oproep bij een deel van de christenen in het verkeerde keelgat. In het Reformatorisch Dagblad verscheen een hoofdredactioneel commentaar waarin ‘cultuurchristenen’ vrij moeiteloos beneden islamieten werden ingedeeld qua gedeelde opvattingen, vooral waar het homoseksualiteit betreft.

Absurd dieptepunt

Zich blindstaren op homoseksualiteit en tegelijk niet onderkennen dat het in islamitische landen doorgaans niet ontbreekt aan sodomie, maar wel aan religieuze vrijheid voor niet-moslims, vormt op de valreep een absurd dieptepunt van 2025.

Het besef van een gedeelde verantwoordelijkheid voor de westerse cultuur, die ondanks verschillen in invulling wordt gedragen door een gezamenlijke wens tot behoud, is kortom nog ver te zoeken. Hopelijk zal dat besef zich in het nieuwe jaar op organische wijze aandienen, voordat een crisis het plotseling afdwingt.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!