Inflatie blijft hoog tot een nieuwe regering aantreedt

EduardBomhoff 8-10-22
FNV-demonstratie voor hogere lonen. Foto: ANP/HH

Onze 17 procent inflatie heeft, zoals ik het zie, vijf oorzaken; twee zijn recent en konden dus niet al vorig jaar worden voorzien: de oorlog in Oekraïne en de wraak-acties van Rusland met gas en olie. Drie oorzaken gaan langer terug: problemen met de globalisering, de zwakte van de euro, waar de Europese Centrale Bank (ECB) niet adequaat op reageerde, en vooral ook de extreme inzet op zon en wind in het Nederlande energiebeleid, verwijtbaar aan onze regering en de pressiegroepen die het Nederlandse milieubeleid verordonneren.

Onderstaande grafiek heeft betrekking op de eerste diepere oorzaak van de  inflatie, de stokkende globalisering, en toont daarvoor de omvang van de wereldhandel als percentage van de wereldeconomie. We zien een spectaculaire stijging in de wereldexport, goeddeels vanwege China.

De eerste tien jaar na de dood van Mao Zedong waren nodig om de boeren weer recht te geven op een deel van hun eigen oogst en om de eindexamens van de middelbare scholen in eer te herstellen. Na die binnenlandse reparaties van de gekte van de culturele revolutie, volgt in 1992 de beroemde ‘zuidelijke tour’ van Deng Xiaoping met  ruim baan voor privé-ondernemingen, vooral in de provincies dicht bij Hong Kong.

Goedkope Chinese invoer stagneert

Almaar meer kleding, gympen en electronica uit China is gunstig voor de consumptieprijs bij ons. Binnenlandse kostendrijvers, zoals de lokale lasten, de huren en de kosten om je paspoort te verlengen, zullen elk jaar een paar procent omhoog gaan, maar het steeds grotere aandeel van goedkope Chinese invoer compenseert, zodat de gemeten totale inflatie mooi laag blijft.

Dat mechanisme werkte vijfentwintig jaar voor de werkgelegenheid in China en voor de lage inflatie bij ons, maar nu veel minder. Door covid, verbroken aanvoerketens, en veel duurder vervoer in containers, kunnen we voorlopig niet meer hopen dat massale invoer uit lage-lonen-landen ieder jaar compensatie  biedt voor de trend naar duurdere binnenlandse goederen en diensten.

Bizarre steun voor milieuclubs

Dat geldt voor alle euro-landen, en ook een tweede oorzaak van hoge inflatie, de zwakte van de euro sinds februari 2021 raakt de hele eurozone. Een goedkopere euro, verwijtbaar aan de ECB die de inflatie niet zag aankomen en nu nog steeds achterloopt op de VS met het aanpassen van haar rente, maakt energie en alle andere invoer duurder.

De grote Nederlandse makke die onze inflatie nog weer een stuk hoger maakt dan in het buitenland is de bizarre steun die milieuclubs ontvangen uit belastinggeld en van de Postcodeloterij – hier in Wynia’s Week al grondig bekritiseerd. Alleen in Nederland hebben milieuorganisaties geld om te procederen tegen de staat en om rechters zo ver te krijgen dat ze op de stoel van het parlement en regering plaatsnemen. Starheid, economisch onbenul (en vooringenomenheid!) van die rechters drijven energiekosten, belastingen en huren verder op.

Duurdere energie zonder kerncentrales

Geen woningbouw betekent immers almaar hogere huren. Miljarden voor windmolens in de Noordzee (gevolg van de Urgenda-eis voor minder CO2) komen terecht in het duurste aardgas van Europa, omdat de overheid de heffingen op energie nodig heeft. En dan is energie in Nederland ook nog een stuk duurder omdat de milieubeweging met succes ageerde tegen kerncentrales, daarvoor gesubidieerd door ‘big oil’ die wist dat kernenergie de echte concurrent was en niet de onregelmatige energie van zon en wind.

Zuur medicijn werkt nu niet zo goed

Het is moeilijk om optimistisch te zijn over de inflatie. De grote banken voorspellen 4-5 procent inflatie in 2023; de zonnige prognose van het Centraal Planbureau (CPB) van 2,5 procent wordt door niemand gedeeld en lijkt mij politiek aangestuurd.

De energiekosten zullen volgend jaar niet nog een keer zo heftig stijgen als dit jaar, maar de loonstijgingen en de zwakke euro houden de inflatie aan de gang. Het zure medicijn tegen zo’n hoge inflatie is een centrale bank die de rente snel verhoogt met als bedoeld gevolg dat bedrijven dan de productie neerwaarts aanpassen.

Werknemers durven in zo’n recessie niet om hoger loon te vragen omdat de werkloosheid sterk toeneemt, en daarmee eindigt dan de loonprijsspiraal. Dat is het beoogde scenario, maar mij lijkt dat het dit keer niet zo vlot kan worden afgespeeld.  

Hoge looneisen blijven

Er zijn vier verschillende  redenen om aanhoudende hoge looneisen te verwachten en dus een loonprijsspiraal die doorgaat in 2023 en 2024. Werknemers voelen zich moreel gerechtvaardigd omdat zij worden geconfronteerd met een hoge inflatie die niet – zoals in de jaren zeventig – valt te wijten aan een door hen eerder ingezette loonprijsspiraal.

Veel werknemers voelen ook een politieke motivatie in het contrast tussen minister Jetten  – zó makkelijk met geld voor zijn milieudoelen  –  terwijl andere ministers ons aanpraten dat we allemaal armer worden. Dan is er ook een geldige praktische reden om compensatie voor de inflatie te eisen: de al opgetreden 17 procent inflatie in 2022 en de doorloop naar 2023.

En dit jaar is er ook nog een tactische reden voor forse looneisen: het risico van werkloosheid door hoge loonkosten is veel geringer dan tijdens de vorige periode van inflatiebestrijding in 1981/1982. Toen was de werkloosheid aan het begin van het krappe monetaire anti-inflatiebeleid al 7 procent en waren werknemers bang; deze zomer was de werkloosheid 3,3 procent en zijn er meer vacatures dan werkzoekenden.   

Beste kans is nieuwe regering

De werkloosheid is nu zo laag dat werknemers bij het openbaar vervoer, de energiebedrijven, de zorg, de politie (sectoren waar de vakbond in een sterke positie is), maar ook in de horeca, de techniek en het onderwijs hoger loon zullen blijven eisen, zodat de loonprijsspiraal doorgaat. Moeilijk voor de ECB om een loonprijsspiraal te breken als werknemers boos zijn over de achterstand van lonen op prijzen, weinig vertrouwen hebben in de elites en weten dat de baas in veel sectoren hen hard nodig heeft en niet wil laten gaan.

Toch is een einde aan deze inflatiegolf noodzakelijk, want bedrijven kunnen niet investeren in een sterkere toekomst met een inflatie van 17 procent en zo veel onzekerheid voor 2023 en daarna.  

De beste kans voor Nederland is een nieuwe regering die kan werken aan lagere huren (meer bouw en minder economische ‘asielzoekers’ die beslag leggen op schaarse woningen), lagere belastingen, gefinancierd door minder milieu-uitgaven, en het minder scherp afbouwen van allerlei toeslagen voor mensen met middeninkomens zodat die meer uren kunnen werken. Dan daalt de gemeten inflatie. Pas dan kunnen de loonkosten ook weer stabieler worden. Maar zo’n zonniger scenario zal wel moeten wachten tot na verkiezingen.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!