Leerzame lessen van vijf dagen Lahore

WW 26 nov 2022 Bomhoff
Het echtpaar Bomhoff krijgt politiebescherming tegen de Taliban, op de snelweg buiten Lahore in Pakistan. (Eigen foto)

Na het einde van mijn semester aan de uni, gingen Janneke en ik (voor het eerst) vijf dagen naar Pakistan, om in Lahore de wereldberoemde 17e eeuwse tuinen, paleizen, forten en moskeeën te zien. Lahore, hoofdstad van de Punjab in Noord-Pakistan, heeft 13,5 miljoen inwoners. Ieder jaar komt daar een half miljoen bij. 40 procent van de Pakistani’s wil weg uit Pakistan. Als dat landelijke cijfer ook geldt voor Lahore zijn in die stad alleen al 5 miljoen mensen die zoeken naar een uitgang.

In de regio is asiel praktisch onmogelijk, ook voor de moslims.  De drie rijkste landen zijn Qatar, Kuwait en de Emiraten, alle drie met burgers die rijker zijn dan de Nederlanders. Wij hebben in Sjarjah (het emiraat ten noorden van Dubai) een hele middenklasse Pakistaanse woonwijk gezien met winkels en restaurants.

Asielzoekers, daar houden ze niet van in de Golfstaten

Maar geen asielzoekers in de Emiraten: 82 aanvragen uit de hele wereld in 2021. Steenrijk Abu Dhabi heeft zelfs geen erkende procedure voor het aanvragen van asiel. De Qatari’s – nu bekend en berucht door de bouw van stadions en hotels – hebben niets tegen hun Pakistaanse moslimbroeders. Integendeel, er is zojuist een plan aangekondigd om het aantal Pakistaanse werknemers te verdubbelen van 150.000 naar 300.000.

Harde werkers mogen komen, maar zonder hun gezin. En asielzoekers moeten naar elders. Uit de hele wereld waren in Qatar in 2021 een minuscule 5 asielaanvragen. Kuwait: in totaal 100 asielaanvragen in 2021. Qatar, Kuwait en de Emiraten willen niets weten van asiel.

Gevaarlijk voor christenen

Dan wonen er in Lahore ook 400.000 christenen. Meer dan zeventig stierven zes jaar geleden door een terrorist die zichzelf opblies tijdens de zondagse kerkdienst. Christenen kunnen zich dus met recht soms onveilig voelen in Pakistan.

In buurland India heeft Kochi (Cochin) in Kerala drie synagoges en een prachtige kathedraal. Christenen zijn in die stad 38 procent van de bevolking. Dat is dus een aangewezen vluchthaven voor christenen uit Lahore, maar nee: de grens tussen India en Pakistan is hermetisch dicht na drie oorlogen over betwist Kashmir en de aanslag in 2008 op het Taj Palace hotel in Mumbai met 162 slachtoffers.

De terroristen kwamen per boot uit Pakistan naar Mumbai en hoewel de Pakistaanse politie zich inspant tegen de Taliban (in de vijf dagen van onze vakantie in Lahore werden weer acht politiemensen gedood in gevechten met de Taliban), geeft India de schuld van de aanslag in Mumbai aan Pakistan en houdt India de grens gesloten.

Sommige lesbische of gay Pakistani’s zouden ook willen emigreren. Tolerant Thailand is niet ver, maar een reis over land is onmogelijk vanwege de gesloten grens met India.

In Lahore kunnen meisjes naar school, maar niet in de Swat Valley in West-Pakistan waar de Taliban de macht heeft. Malala Yousafzai verdiende daar door haar moed de eerste Pakistaanse Nobelprijs voor de Vrede. De Taliban is sinds vorig jaar gewapend met een extra 7 miljard euro aan Amerikaanse wapentuig, onbegrijpelijk achtergelaten door President Biden bij zijn afgang uit Afghanistan.

Lahore en andere grote steden in Pakistan vrezen nu meer Taliban-terreur. Janneke en ik kregen daarom al ongevraagd en spontaan een politie-escorte van vier bewapende agenten voor de terugkeer naar ons hotel na een excursie buiten de stad. Voor de rit van 160 kilometer, iedere 40 kilometer een vers escorte, uit voorzorg tegen de Taliban die vorige week in een vuurgevecht nog zes politiemensen doodde.

Het verdriet van Lahore

De tragiek van Lahore is exemplarisch. Dit is een van de mooiste cultuursteden ter wereld, maar de toeristen blijven weg. In ons top Pearl Continental Hotel (600 kamers) zagen we bij ontbijt en diner vooral familiegroepen met perfect Engels, en elegante shawls bij de vrouwen, meest over de schouder, bij een kleine minderheid ook over het kapsel. Buiten ons tweeën nog een enkel wit westers toeristisch echtpaar, een paar zakenlieden en toevallig vorige week ook het Ierse vrouwen cricket-team met hun coaches. Nauwelijks toeristen.

Pakistan is failliet en de internationale reserves dekken nog maar een paar weken van de invoer. De Pakistaanse overheid adverteert nu op officiële websites met banen voor Pakistaanse verpleegsters in de Golf, die dan salaris in harde valuta terug sturen naar de familie thuis. Omdat de politiek zo onzeker is, en nu nog extra met de terugkeer van de gewapende Taliban, houden rijke Pakistani’s bankrekeningen aan in veilig Dubai. Dat geld is dus verloren voor de ontwikkeling van het eigen land.

Dan maar een dictator?

In de lokale krant lazen wij een somber artikel van een oud-minister van financiën die nu aarzelend pleit voor een dictatuur, in de hoop dat na Pakistans eerdere slechte ervaringen met dictators er nu misschien een dictator komt die – zoals in Taiwan en Zuid-Korea – kiest voor een pad met minder corruptie en meer economische groei.

Wat zou Nederland kunnen doen voor een bescheiden win-win situatie met Pakistan? Vorig jaar hebben wereldwijd 24.824 Pakistani’s asiel aangevraagd; 83 procent van de aanvragen werd afgewezen. Dat cijfer suggereert dat de grote meerderheid van de asielzoekers niet vlucht voor vervolging, maar de riskante reis naar overzee onderneemt in de hoop op een betere economische toekomst.  

Nederland zou naar mijn mening alle asielzoekers uit Pakistan voor een paar jaar direct en automatisch moeten uitwijzen en eisen dat Pakistan allen onmiddellijk terug neemt. Vorig jaar waren het er uit Pakistan in Ter Apel meer dan duizend; dit jaar waarschijnlijk meer.

Geen Pakistaanse asielzoekers naar Nederland

Als Nederland internationaal bekend maakt dat alle asielzoekers uit Pakistan (en een aantal andere landen) de komende jaren onmiddellijk worden teruggestuurd naar hun thuisland, zal de instroom snel enorm afnemen, zodra dat daar bekend wordt (Denemarken en Zweden bewijzen dat al met hun hardere beleid).

En als we daarmee een verdrag overtreden, dan is dat om prioriteit te kunnen geven aan echte vluchtelingen uit een klein aantal andere landen. Is dat wreed en hard tegen een handvol écht vervolgde en bedreigde asielzoekers uit Pakistan? Zeker, maar na korte tijd met het nieuwe beleid weten alle Pakistani’s die op de wereldkaart een asielland kiezen dat Nederland afvalt, omdat het voorrang geeft aan echt bedreigde Aziatische vluchtelingen, wellicht met focus op Iran en Afghanistan.  

In ruil voor zo’n belofte van de Pakistaanse regering, zouden wij twee dingen kunnen doen. Eén: studiebeurzen voor studenten in Wageningen, waar ik hier al eerder voor pleitte, en ook aan onze technische universiteiten na de overstromingen van deze zomer. En verder: gratis leermiddelen voor relatief dure vakken als biologie, natuur- en scheikunde op middelbare scholen, zoals Nederland bij voorbeeld al met succes naar Uganda stuurt.

Hoe beter de kwaliteit van de middelbare scholen, des te meer meisjes gaan door met hun opleiding, trouwen dan later en kunnen beter zorgen voor minder kinderen. Bangladesh, vroeger veel armer dan Pakistan, nu verder door beter opgeleide jonge vrouwen, laat zien hoeveel dat uitmaakt voor het welzijn van de eigen bevolking.

In Lahore wordt het in de zomer 40 à 42 graden. En alleen de paar procent rijkaards kunnen zich daar airconditioning permitteren. Pakistan heeft dus nog meer belang dan Nederland bij actie tegen CO2. Maar het land moet ook de Taliban bestrijden, en de schade van de overstromingen herstellen, terwijl de bevolking per jaar met meer dan een miljoen mensen toeneemt. 

Beter om dan realistisch te zijn en Pakistan naar vermogen te helpen met onderwijs, speciaal voor vrouwen. Als dan de bevolkingsgroei afneemt, vermindert ook de druk op het milieu. Dat is een meer realistisch milieubeleid dan zes Nederlandse ministers naar Cairo te laten vliegen en daar te applaudisseren voor een ongetwijfeld charmante en vloeiend pratende Pakistaanse collega die indringend om geld vraagt maar niets kan beloven.

Eduard Bomhoff is nog enkele maanden hoogleraar economie in Kuala Lumpur, Maleisië. Zijn columns over economie en overheidsbeleid – en een enkele keer over zijn persoonlijke belevenissen – verschijnen ook in 2023 weer in Wynia’s Week.

Wynia’s Week is er twee keer per week, 104 keer per jaar. De lezers, kijkers, luisteraars en donateurs maken dat mogelijk met hun financiële bijdragen. Doet u mee? Hartelijk dank!