Rechtsstaat versus democratie (2): hoe bonafide zijn de keurmeesters van de Orde van Advocaten?

feike
Wat rechtse partijen willen kan juridisch allemaal niet, maar de wensen van linkse partijen passen netjes binnen de rechtsstaat. Beeld: YouTube.

In 2012 heeft de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) bij Tweede Kamerverkiezingen een speciale commissie ingesteld die naar eigen zeggen ‘onafhankelijk’ is en bestaat uit wetenschappers en advocaten. De commissie toetst de verkiezingsprogramma’s op de mate waarin ze voldoen aan de minimale eisen van rechtsstatelijkheid.

De commissie hanteert drie toetsingscriteria : een betrouwbare en voorspelbare overheid, het respecteren van rechten van burgers en de waarborging van de toegang tot het recht. Bij de beoordeling wordt een stoplicht gehanteerd. Groen staat voor plannen die de rechtsstaat kunnen verbeteren, geel voor plannen die mogelijk een risico vormen voor de rechtsstaat en rood voor plannen die regelrecht met de rechtsstaat in strijd zijn. Partijen met ‘gele plannen’ krijgen een waarschuwing dat ze zich op een hellend vlak begeven. Partijen met ‘rode plannen’ voldoen niet aan de minimale eisen van rechtsstatelijkheid.

‘Geen stemadvies’

In 2012, toen de commissie voor het eerst de verkiezingsprogramma’s beoordeelde, stond in slechts twee programma’s een voorstel dat de commissie als rechtsstatelijk problematisch beschouwde. Inmiddels is dat aantal gestegen naar elf van de vijftien programma’s. Bij de perspresentatie op 20 oktober werd gesproken van twaalf partijen, maar men had over het hoofd gezien dat DENK ook geen ‘rode plannen’ had. Op 21 oktober is een gecorrigeerde versie van de bevindingen gepubliceerd

De commissie stelt nadrukkelijk dat ze geen stemadvies geeft, maar wanneer alleen DENK, de Partij voor de Dieren, GroenLinks-PvdA en Volt geen ‘rode plannen’ hebben en alle andere partijen niet aan de minimale eisen van rechtsstatelijkheid voldoen, dan is dat toch een aanleiding om wat nader op deze beoordeling in te gaan.

Volgens het eerste criterium moet een betrouwbare overheid zich houden aan haar eigen wetten, inclusief internationale verdragen. Dat laatste is precies waar partijen, vooral ter rechterzijde, voortdurend tegen aan lopen als ze bijvoorbeeld een strenger asielbeleid willen of meer grip op migratie of een meer realistisch klimaatbeleid. Daarom even een klein historisch uitstapje.

Internationale verdragen kregen een belangrijke rol in de Nederlandse Grondwet door de wijzigingen van 1953 en 1956, toen de artikelen 93 en 94 werden toegevoegd. Deze artikelen regelen dat verdragsbepalingen die zich richten op personen in plaats van op staten voorrang hebben op nationale regels, zonder dat de nationale staat daar nog tussen hoeft te komen. Nederland gaat daarin verder dan veel andere Europese landen. We volgen namelijk het zogeheten monistische model, waarbij internationale normen automatisch deel uitmaken van de nationale rechtsorde. Het dualistische model daarentegen, dat bijvoorbeeld door Duitsland wordt gehanteerd, vereist dat internationale verdragen eerst in nationale wetten worden omgezet voordat ze rechtsgeldig worden.

Daar komt nog bij dat de internationale regelgeving op gebied van mensenrechten buitengewoon complex is. We hebben dan te maken met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), het Europees Sociaal Handvest (ESH), het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR), het Vrouwenverdrag, het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en het Vluchtelingenverdrag van 1951 met bijbehorend protocol uit 1967. Voorstellen om verdragen te wijzigen of zelfs op te zeggen zijn volgens de commissie juridisch niet mogelijk vanwege de onderlinge verwevenheid van de diverse verdragen.

FvD scoort het slechtst

Forum voor Democratie kiest daarom voor de radicale weg. Deze partij stelt een grondwetswijziging voor waarbij de artikelen 93 en 94 geschrapt worden en gekozen wordt voor een dualistisch stelsel. Dit voorstel wordt echter door de commissie genegeerd en maar liefst 24 voorstellen van FvD krijgen een ‘rode kaart’ omdat ze strijdig zijn met Europese regels. FvD is daarmee nog minder rechtsstatelijk dan de PVV, die het met 23 rode voorstellen moet doen.

De commissie signaleert dat vooral op het gebied van asiel en migratie veel voorstellen in strijd zijn met rechtsstatelijke beginselen en internationale verplichtingen. Zo worden plannen van partijen als BBB, FVD, JA21 en PVV voor een volledige asielstop of een maximale instroom als onverenigbaar met het beginsel van non-refoulement beoordeeld. Dit beginsel, dat voorkomt dat iemand wordt teruggestuurd naar een land waar hij risico loopt op vervolging of mishandeling, is vastgelegd in onder andere het EU-Handvest, het VN-Vluchtelingenverdrag en het IVBPR. Daarbij gaat de commissie echter voorbij aan het feit dat Nederland niet aan bijvoorbeeld Afghanistan of Somalië grenst, zodat asielzoekers uit die landen al tal van veilige landen zijn doorgereisd voor zij in Nederland aankomen. Volgens de Dublinverordening moet in het eerste veilige land asiel worden aangevraagd.

Maar ook daar heeft de commissie in navolging van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State wat op gevonden. Indien asielzoekers vrezen voor vervolging of onmenselijke of vernederende behandeling in onze buurlanden, dan moet hun asielverzoek hier worden behandeld. De commissie wijst dan naar België

Bij het verabsoluteren van het asielrecht houdt de commissie geen enkele rekening met de maatschappelijke gevolgen. Een politieke partij moet dat natuurlijk wel doen. Een grote instroom van asielzoekers heeft immers grote gevolgen voor huisvesting, opvang, sociale voorzieningen en de sociale cohesie in buurten en wijken. Personen met een grote culturele afstand tot Nederland zijn bovendien oververtegenwoordigd als het gaat om criminaliteit, femicide en seksueel geweld.

Het voorstel van meerdere rechtse partijen om statushouders bij sociale huisvesting geen voorrang meer te geven, kan eveneens op een rode kaart rekenen. Gelijke behandeling betekent namelijk voorrang volgens de interpretatie van de commissie van artikel 1 van de Grondwet. Ook het recht op gezinsvorming (gebaseerd op een ruime interpretatie van artikel 8 van het EVRM) geldt blijkbaar niet voor jonge autochtone burgers die al jaren op een wachtlijst voor een sociale huurwoning staan

De SP, die bij de toetsing van 2023 als enige partij alleen groene voorstellen in het verkiezingsprogramma had staan, krijgt nu ook een rode kaart. De partij stelt namelijk voor om striktere taaleisen te stellen aan arbeidsmigranten in potentieel gevaarlijke sectoren. De advocatencommissie heeft weer een Europese regel gevonden dat dit niet mag: het recht van de EU staat het niet toe om taal- of inburgeringseisen in te voeren voor burgers op wie het vrij verkeer van personen van toepassing is. Daar vallen ook werknemers uit Polen, Roemenië en Bulgarije onder, waarvan er volgens een onderzoek van het Economisch Bouwinstituut (EIB) veel in de bouw werken. Een verplichte cursus Nederlands op de werkvloer lijkt dan heel nuttig om bedrijfsongevallen te voorkomen.

Duidelijk patroon

Bij de grondrechten komt ook het demonstratierecht aan de orde. Sommige partijen willen niet langer gezichtsbedekkende kleding toestaan. Als demonstranten met bivakmutsen de boel kort en klein slaan, kun je de schade immers niet verhalen. Maar de advocatencommissie trekt weer meteen de rode kaart.

Ook het verbieden van het blokkeren van vitale infrastructuur levert een rode kaart op. Hetzelfde lot treft het voorstel van meerdere partijen om belangenorganisaties voortaan niet meer tegen de staat te laten procederen: zo zou ‘de toegang tot het recht’ worden beperkt. Het voorstel van JA21 dat rechters zich niet langer uitspreken over zaken waar regering en parlement over gaan, levert een gele kaart op. Partijen die goede betrekkingen met Israël willen onderhouden, zoals de PVV en de SGP, krijgen een rode kaart in verband met het aan alle kanten rammelende ‘onafhankelijke’ VN-onderzoek naar genocide.

Het is een lijvig rapport geworden van meer dan 180 pagina’s, dus ik heb me moeten beperken tot een aantal voorbeelden. Maar het patroon is duidelijk: wat rechtse partijen willen kan juridisch allemaal niet, maar de wensen van linkse partijen passen netjes binnen de rechtsstaat. In de aanloop naar 29 oktober is dat voor links een prachtig cadeautje.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!