Voetnoten bij een virus

corona-virus
Het Coronavirus

Diepe indruk maakte in China de foto van de ademnood van Li Wenliang , de 33-jarige oogarts uit Wuhan, die als eerste waarschuwde voor het nieuwe virus en daarvoor werd gestraft door de autoriteiten.  Bestuurders hebben excuus gemaakt en hoge functionarissen zijn overgeplaatst, maar de foto blijft als aanklacht tegen een systeem dat als het er op aan komt altijd zelfbehoud stelt boven het welzijn van haar burgers. Eduard Bomhoff bericht uit Thailand en Maleisië.

In de Sovjet-Unie was de atoomramp van Tsjernobyl een teken van het naderende einde van de dictatuur. Of de Corona-epidemie een meer open China voorspelt is niet te zeggen. De Turkse politicoloog Timur Kuran en de Amerikaanse jurist Cass Sunstein leggen uit dat in een langdurige dictatuur voorzichtige burgers hun opvattingen aanpassen aan die van hun vrienden en hun  buren. Komt er dan toch een opening voor vrijere meningsuiting, dan kan de publieke opinie en daarmee de grens van wat politiek mogelijk is  heel snel veranderen.

Oost-Duitsland in 1989 is een overtuigend voorbeeld; de Tsjechische dissident en latere president Vaclav Havel heeft prachtig geschreven over de broze publieke opinie onder een communistische ideologie (zie voor citaten). President Xi kan proberen om nog meer macht te verzamelen, maar ook is mogelijk dat China een wending maakt naar meer vrijheid –  Kuran, Sunstein en Havel laten zien waarom een voorspelling ondoenlijk is.

De Wuhan-cijfers zijn onbetrouwbaar

De financiële markten hebben geen moeite met voorspellen wat China, de EU en de VS zullen doen om te compenseren voor de terugval in de economische groei door het virus. China – en op meer bescheiden schaal Europa en Amerika – gaan extra investeren in infrastructuur en woningbouw want dat zijn de twee sectoren waar de overheid het snelst kan compenseren voor minder consumptie en minder export. 

De timing is met dit Chinese virus onzeker. Professionele beursgangers zijn geen specialisten in epidemiologie, maar weten hoe ze cijfers  moeten interpreteren. Bij een besmettelijke ziekte kijken ze naar de grafiek van de logaritme van het aantal ziektegevallen. Als die figuur eerst stijl oploopt maar dan afzwakt en bijna horizontaal wordt is dat een teken dat de besmetting gaat pieken.

Nu is het probeem dat de cijfers uit Wuhan niet betrouwbaar zijn. De afgrendeling van die stad heeft uitbreiding naar de rest van China en het buitenland misschien afgeremd, maar tegelijk de achterblijvende inwoners hun recht op goede zorg ontnomen. Daardoor is het aantal zieken in Wuhan zelf niet goed bekend en dat maakt de trendanalyse waar financiële markten op willen steunen meer wankel dan bij Ebola en Sars. 

Chinese studenten in Australië klitten samen

De zeven universiteiten in Melbourne hebben samen meer dan 90.000 internationale studenten en de overgrote meerderheid komt uit China. Chinese ouders sturen hun kinderen naar Australië, maar ik heb buitenwijken van Melbourne bezocht waar de Chinese studenten zo duidelijk domineren dat ze in de studentenflats hun draagbare rice cookers kunnen  gebruiken om gezellig te eten met Chinese landgenoten.  Groningen en Leiden bieden –  lijkt mij – een meer echt internationale studentencultuur dan Melbourne.

Universiteiten zijn dicht

Mijn werkgever, Monash University, heeft de start van de colleges met twee weken uitgesteld  (Australië heeft op het zuidelijk halfrond een andere academische kalender met de lange vakantie niet in de Europese zomer maar in december en januari). Misschien wordt dat nog langer. Op de campus in Kuala Lumpur, Maleisië, waar ik les geef, volgen wij die kalender, hoewel onze internationale studenten in meerderheid niet uit China komen maar uit Sri Lanka en Bangladesh. Een universiteit zonder studenten is als een museum zonder bezoekers of een tram zonder lastige passagiers:  heerlijk tijd voor eigen research en onderhoud, maar wel erg stil.

Thaise toeristenindustrie loopt ook klappen op

De vakantie voor het Chinese Nieuwjaar brachten wij – zoals elk jaar – door op het Thaise toeristische eiland Phuket. Twee weken geleden waren er nog wel Chinese toeristen maar toen al veel minder dan in de laatste jaren. Voor de werkers van Phuket betekent dat de zoveelste aanpassing. Het inkomend toerisme uit China was vorig jaar al ingestort na een bootongeluk bij Phuket in juli 2018 waarbij 42 Chinese gasten verdronken.  De twee miljoen Chinese bezoekers van Phuket konden mooi het laagseizoen opvullen tussen de Europese en Australische schoolvakanties, maar na de bootramp cancelde 50 procent van de Chinese groepsreizen.

Door het Corona-virus zijn nu alle groepsreizen uit China afgelast. Bovendien is de Thaise Baht geapprecieerd zodat  Phuket voor Australiërs duurder is geworden in vergelijking met Bali. Werkers in het toerisme worden ontslagen (hotels) of zien hun inkomen gehalveerd (horeca, massage), en zonder enige financiële steun , zoals bij ons in Nederland met uitkeringen bij werkloosheid. Voor de massage-salons wachten de masseuses in de tropische hitte op de eerste (misschien ook enige) klant van de dag. Op het strand zien we veel minder net getrouwde Oost-Aziatische bruidegoms die hun bruid mooi op de kiek willen zetten tegen de achtergrond van de Andaman-zee. Gelukkig is in Thailand op het moment van schrijven nog bijna niemand ziek geworden, maar tienduizenden Thais (en ook de nog lager betaalde immigranten uit Burma en Bangladesh) verliezen hun inkomsten.  De opgesloten inwoners van Wuhan hebben het ergste lot getroffen, maar daarbij komt in de regio nog veel secondair economisch leed.