Waarom komen banken toch zo vaak in de problemen?

BOMHOFF080423-banken
(Beeld: avrotros)

Elke vijftien jaar een crisis? Banken over de kop, regeringen die op zondagmiddag in Zürich en Washington in alle haast moesten beslissen over hulp voor rijke bankiers voordat op maandagochtend de beurs in Sydney weer opengaat? Is daar niets aan te doen?

Soms, maar niet in 2023, en evenmin in 2008, volgt een bancaire crisis uit een recessie in de ‘echte’ economie. De economie krimpt, bedrijven gaan failliet, de banken moeten verliezen afboeken en worden insolvent (geld van rekeninghouders en spaarders is niet meer voldoende gedekt door bezittingen aan de andere kant van de balans).

Het optimisme maakt roekeloos

Zulke periodieke recessies in de economie zijn ‘de vloek van het kapitalisme’ in de woorden van Nobelprijswinnaar Milton Friedman. Dit is het vervloekte scenario: het gaat goed met de economie, bedrijven worden optimistischer en gaan meer investeren; families zijn niet bezorgd over hun inkomen en kopen een groter huis.

Dat optimisme voedt op zichzelf en dan wordt het excessief met te veel leningen aan bedrijven en huizenkopers. Is er dan onverwacht ergens vandaan slecht nieuws voor de economie, dan gaat iedereen tegelijk weer minder lenen en meer sparen en daardoor zakt een markteconomie tijdelijk in elkaar door de lagere bestedingen van al die nu pessimistische bedrijven en burgers. Dan kunnen ook de banken in een crisis komen omdat klanten hun lening of hypotheek niet kunnen betalen.

Geen reden om dat kapitalisme te vervangen door het economische systeem van Cuba of Noord-Korea, landen zonder golven in de conjunctuur, omdat mensen daar niet alleen tijdens recessies maar altijd arm zijn, uitgezonderd de families Castro en Kim. Wél een goede reden om te zien of we de banken robuuster kunnen maken en zo voorkomen dat een recessie in de ‘echte’ economie nog erger wordt door bancaire problemen, en andersom dat er niet zo frequent grote banken omvallen en daarmee ook de ‘echte’ economie in gevaar brengen.

Bij elke bancaire crisis vallen partijen in hun gebruikelijke rol: de toezichthouders (bij ons De Nederlandsche Bank) vragen budget om nog meer toezichthoudende accountants aan te stellen en de banken nog grondiger in de gaten te houden. Maar bedenk dat De Nederlandsche Bank niet lang geleden, ondanks een dringende waarschuwing van de Rabobank, faalde om in te grijpen bij IceSave (zie mijn uitgekleed) en niet alleen daar.

Accountant Pieter Lakeman kon alleen maar zo beroemd worden omdat DNB nog zo veel andere fouten in het toezicht heeft gemaakt. De universitaire experts pleiten niet voor meer toezichthoudende functionarissen maar voor meer aandeelhouderskapitaal in de banken zodat de banken hun verliezen kunnen afboeken ten koste van aandeelhouders in plaats van voor rekening van de gemeenschap.

Maar de bankiers lobbyen dan in het geniep bij de minister van financiën en leggen uit dat hogere eisen aan het aandeelhouderskapitaal leiden tot krimp van de banken en dat Zürich (c.q. Amsterdam) zo terrein verliezen als financieel centrum.  Dat willen de politici dan weer niet.

De rituele dansen voorkomen geen crisis

Met die rituele dans van toezichthouders, bankiers en politici schieten we kennelijk niet op, want vijftien jaar later is er weer een bancaire crisis.  Misschien is de politiek nu klaar voor een extra maatregel, al lang bepleit door academici als Charles Calomiris en John Cochrane.

Laat elke bank achtergestelde obligaties uitgeven, dat wil zeggen schuldbewijzen waarop normaal rente wordt betaald, maar waarbij beleggers bij problemen alleen hun geld terugkrijgen wanneer er nog iets overblijft nadat alle rekeninghouders en spaarders, de belastingdienst en andere eisers volledig zijn terug betaaald.

Laat dat schuldpapier op de beurs noteren en van een dagkoers voorzien. Die dagkoers geeft dan een mooie indicaties van de risico’s van de bank. Bank gokt verkeerd: koers daalt. Dat is gratis, actuele informatie en daar zijn geen dure accountants bij het toezicht voor nodig.

Laat de bankbazen zelf risico nemen

Zeker, ook Credit Suisse had zulk papier uitgegeven, en is toch omgevallen, maar was daar wellicht aan ontsnapt wanneer deze bank ook de aanvullende aanbeveling had moeten volgen. Die luidt: verplicht alle commissarissen een bedrag van vijfmaal hun jaarlijkse vergoeding te lenen en daarmee dit achtergestelde papier van de eigen bank te kopen. Bank failliet: commissarissen zitten op de blaren.

En verplicht alle senior managers en RvB-leden om zo ook een paar miljoen of meer te lenen en in dit riskante papier te beleggen. Zoals Warren Buffett zei: het moet echt pijn doen, ook bij de miljonairs, anders helpt het niet.

De hoop is, dat bankiers en hun commissarissen dan voorzichtiger worden en beter nadenken bij avonturen die hun bank (en dus hun honorering) doen groeien, maar niet in het belang zijn van klanten en personeel, laat staan van de belastingbetalers die de rekening krijgen van een faillissement. 

Lang geleden had de Wall Street Journal een interview met een ex-bankier in Tokyo die iedere morgen zijn kleinkinderen naar school bracht. ‘U zat toch in de Raad van Bestuur? Waarom bent u dan nu de enige man tussen alle moeders en oma’s op het schoolplein?’ ‘Ik heb tekortgeschoten als bankier. Mijn bank ging failliet en al mijn spaargeld was voor de slachtoffers, en zo hoort het ook.  Nu woon ik bij mijn dochter en help haar.’

Zo moet het bij een faillissement door eigen schuld, zoals in Nederland bij de Scheringabank, ABNAmro en ING. Dat maakt de bankiers prudenter en dat is gewenst, want hun sector is speciaal riskant om een reden waar niet veel aan is te doen. De klanten kunnen goedkoop en snel wegwandelen naar een concurrent, en nu met internet bankieren nog veel sneller dan vroeger.

Ze hoeven niet meer op maandagochtend in de rij te gaan staan om één voor één hun rekening op te heffen. En de sector is zo homogeen dat elke andere bank dezelfde producten aanbiedt. Al die banken lijken op elkaar, maar dat houdt in, dat rekeninghouders en spaarders bij het minste gerucht misschien liever het zekere voor het onzekere nemen, hun rekening overzetten, en dan via Whatsapp en Twitter iedereen in hun netwerk aanraden om dat ook te doen.

En staatsbanken, dan?

Tot slot een gedachte voor wie zich afvraagt of we niet beter terug kunnen naar de oude Postgiro. Dan komt er inderdaad nooit meer een bancaire crisis, maar dreigt een ander gevaar dat we nu al zien bij de pensioenfondsen. De pensioenfondsen ABP en ZenW hebben een paar miljard opgeofferd door aandelen Shell te verkopen. Daar denken Nederlanders verschillend over.

Bij een herrezen Postgiro komen politici ook nog aan de knoppen van de kredietmarkt. Die zullen dan de Postgiro vertellen hoe die leningen moet verstrekken. Om dat te voorkomen is het veiliger als we kunnen kiezen uit meerdere banken. Maar laten we wel al die bankiers dwingen tot voorzichtigheid door te regelen dat een deconfiture van hun bank automatisch ook een deconfiture is voor de bankiers zelf.

Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het kabinet Balkenende 1.

Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!