Was de links-liberale shagroker Johan Remkes wel écht zo’n formidabele probleemoplosser?

bouwman
Waarnemend burgemeester van Den Haag Johan Remkes rookt een sigaret tijdens de ontvangst van het eerste vaatje burgemeestersharing (12 juni 2020). Foto: Robin Utrecht, ANP Foto.

Nederland is van oudsher geen land waar politici de gewoonte hebben om memoires te publiceren. Als het er toch van komt, gebeurt het vaak schoorvoetend, dikwijls onder verwijzing naar zeurende kleinkinderen (waarom schreef opa of oma al die mooie verhalen niet eens op?) of de bijna spreekwoordelijke uitgever die maar ‘bleef aandringen’.

In landen als Amerika, Duitsland en Groot-Brittannië gelden op dit punt heel andere mores. Het schrijven van memoires wordt daar niet gezien als ijdel vertoon waarvoor men zich bij voorbaat heeft te verontschuldigen, maar als een manier om verantwoording af te leggen.

Voor die visie valt veel te zeggen. Mensen maken keuzes in hun leven. Voor mensen die belangrijke politieke en maatschappelijke posities hebben bekleed, geldt bovendien dat die keuzes vaak grote gevolgen hebben gehad voor anderen. Wat is er, ook vanuit democratisch oogpunt bezien, wenselijker dan dat dergelijke prominenten nog eens in retrospectief terugblikken op hun leven en op de keuzes die zij hebben gemaakt?

Geen sinecure

Tot de VVD-kopstukken die de afgelopen jaren overstag gingen en toch hun memoires publiceerden, hoorden Frits Bolkestein (Cassandra tegen wil en dank, 2013), Arie Pais (Omkijken, 2016), Frits Korthals Altes (Zeven politieke levens, 2017), Rudolf de Korte (Vrijheid in gemeenschap, 2019) en Ed Nijpels (Nooit wachten op later, 2022). In het geval van partijprominent Johan Remkes zullen we het echter moeten doen met een boek óver hem. En zelfs dat was geen sinecure, zo schrijven de journalisten Thijs Broer en Peter Kee in Het kon minder. De lessen van Johan Remkes:

‘Pas toen we hem verzekerden dat het geen biografie moest worden, maar dat we wilden beschrijven hoe hij het had gebracht tot veelgevraagd probleemoplosser in dit stuurloze land, van het Haagse stadhuis tot het Gouvernement in Limburg, van het stikstofprobleem tot de aardbevingsschade in Groningen, en dat we door zijn ogen wilden laten zien hoe het Nederlandse politieke landschap veranderd was tijdens zijn lange politieke en bestuurlijke loopbaan, en welke inzichten hij onderweg had opgedaan en wat anderen daar misschien van konden leren, pas toen bromde hij: “Laten we dan maar eens praten.”’

Het kon minder is inderdaad geen biografie geworden. Remkes’ jonge jaren als tuinderszoon in het Groningse Zuidbroek worden slechts aangestipt en al op pagina 23 is hij fractievoorzitter van de VVD in de Groningse gemeenteraad. Iets meer dan twintig pagina’s verder is het 1993 en debuteert Remkes op het Binnenhof, waar zijn ‘links-liberale geluid’ door Ed Nijpels wordt begroet als welkom tegenwicht tegen de dreigende ‘verrechtsing’ van de partij onder Frits Bolkestein.

Zodra Remkes staatssecretaris van Volkshuisvesting (1998-2002) en minister van Binnenlandse Zaken (2002-2007) wordt, minderen Broer en Kee vaart. We worden eraan herinnerd hoe Remkes als minister onder vuur kwam te liggen in de Tweede Kamer omdat hij halsstarrig weigerde kritiek op de AIVD te accepteren, ook op momenten dat de dienst opzichtig faalde, zoals rond de moord op Theo van Gogh (2004). Toen voorkeurstemmenkanon Rita Verdonk in 2006 een gooi deed naar het leiderschap van de VVD, maakte de links-liberale Remkes uiteraard geen geheim van zijn voorkeur voor Mark Rutte.

‘Methode Remkes’

Vooral ten tijde van zijn bemoeienissen met het stikstofdossier (2019-2022) en zijn voorzitterschap van het Nationaal Programma Groningen (2022-2024), bedoeld ter afhandeling van de aardbevingsschade, werd volgens Broer en Kee steeds duidelijker ‘een patroon’ zichtbaar: ‘de Methode Remkes’. Lees: ‘Je onafhankelijkheid bewaren, volstrekt integer proberen te zijn, aandachtig luisteren naar alle betrokkenen, goede mensen aanstellen en die de ruimte geven, het probleem grondig analyseren, toetsen wat het politieke draagvlak is, een helder plan maken, en daar vervolgens aan vasthouden.’ De nicotineverslaafde Remkes zou zelfs zijn rookpauzes strategisch hebben ingezet. ‘Als hij demonstratief zijn pak shag tevoorschijn haalt, weten de onderhandelaars: we hebben nog vijf minuten. En als hij vervolgens een sjekkie begint te draaien: nog twee minuten.’

Blijft de vraag of de Methode Remkes in de praktijk echt zo vruchtbaar was. Achter de stikstofkwestie werd door de Groningse ‘probleemoplosser’ geen punt gezet, hoogstens een puntkomma, en ook over de aardbevingsschade is het laatste woord nog lang niet gezegd. Minstens zo illustratief: tussen de bedrijven door was Remkes in 2021 tevens informateur en zette hij het vierde kabinet-Rutte in de steigers. De regeringsploeg van VVD, D66, CDA en ChristenUnie struikelde reeds na achttien maanden – ook al geen reclame voor de Methode Remkes.

Nooit meer Wilders

In 2024, een paar maanden voor hij werd getroffen door een bijna fatale hersenontsteking, werd Remkes gebeld (‘Ik zeg niet door wie. Het was in ieder geval niet Mark Rutte, en ook niet Dilan Yeşilgöz’): of hij wilde nadenken over het premierschap. ‘Deze laat ik even voorbijgaan,’ besloot Remkes, en zo werd Dick Schoof minister-president, schrijven Broer en Kee. De liberalen moeten aan regeringssamenwerking met de PVV nooit meer beginnen, betoogt Remkes in het slothoofdstuk van Het kon minder. In plaats daarvan moet de VVD om tafel met GroenLinks-PvdA en andere ‘middenpartijen’. Die wens van Remkes gaat na 29 oktober vast en zeker in vervulling.

Thijs Broer en Peter Kee: Het kon minder. De lessen van Johan Remkes,Uitgeverij Pluim, 232 pagina’s, € 24,99.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!