10 miljoen vrouwtjes zonder doding van mannetjes: in Barneveld bewijzen kuikens het ongelijk van de ontgroei-beweging

WW Valkenberg 24 juni 2023
De broederij van respeggt in Barneveld. Foto: respeggt

Van links komt een ei aangesneld. Wanneer het stopt, maakt een laser er een piepklein gaatje in. Even later zuigt een robotarm er een minuscule hoeveelheid vloeistof uit, waarna het wordt gedicht met bijeenwas. Het ei belandt in een felgele houder met 87 andere eieren, de vloeistof in een buisje, Dat gaat naar het lab voor geslachtsonderzoek.

Een kwartiertje terug stond ik nog te hannesen met een iets grote overall. Mijn eigen jas en schoenen laat ik achter in de garderobe. Ik ben in Barneveld, het centrum van onze pluimveesector. Na de verkleedpartij, ter voorkoming van infecties, en een check-in per tablet volgt een rondleiding door een broederij – géén boerderij – van respeggt. Eieren ‘zonder kuikendoden,’ staat er op de website van dit Duitse bedrijf.

Vandaag leer ik hoe ze deze belofte waarmaakt. Een witte hal met veel roestvrijstaal en beeldschermen biedt een high tech oplossing voor een nijpend probleem. Dat het probleem zich aan het zicht onttrekt, wil niet zeggen dat het niet bestaat. Nu is het zo dat mannelijke kuikens na hun geboorte worden vergast met CO2. Ze zijn waardeloos omdat ze geen eieren leggen. Dat doen alleen de vrouwtjes. Alleen: je komt pas achter het geslacht nadat het ei is gebroed. Tot voor kort dan.

Van hormoonbepaling naar DNA-tests

Enkele jaren terug lukte het de Universiteit van Leipzig om al ín het ei vast te stellen of er een haan of hen uit komt. Carmen Uphoff, COO van respeggt en mijn gastvrouw, schetst de voorgeschiedenis van ‘in ovo sexing’. ‘In ovo’ is Latijn voor ‘in het ei’. Wilde deze nieuwe technologie succesvol zijn, was er een commerciële partner nodig. Uphoff: ‘Dat was ons bedrijf.’

Sinds 2019 is het bedrijf hard gegroeid. Inmiddels heeft het vier locaties, twee in Duitsland en twee in Nederland, naast die in Barneveld nog eentje in Zeewolde. Verschillende klanten brengen hun eieren langs, waarna respeggt ze controleert en enkel de vrouwtjes teruglevert. Dat wil zeggen: de eieren waar negen dagen later een vrouwtje uitkomt. De ‘mannelijke’ eieren, die dus nooit een levend wezen voortbrengen, vandaar die aanhalingstekens, worden gerecyled. De eierschaal levert calcium, de inhoud belandt in veevoer

Voortdurend worden de processen verbeterd. In deze ontwikkeling speelt de Barneveldse vestiging een hoofdrol. Niet alleen sorteert ze eieren voor haar klanten, ook zit hier de R&D-afdeling van het bedrijf. ‘Inmiddels werken we met vijfde generatie apparatuur,’ zegt Uphoff. Gebeurde de geslachtsbepaling eerst via de aanwezigheid van mannelijke dan wel vrouwelijke hormonen, nu gaat dat via een DNA-test. Deze methode is accurater.

Wat een technische uiteenzetting lijkt, is een meeslepend verhaal met een bredere strekking. Geslachtsbepaling vormt een treffend voorbeeld van wat in de literatuur ‘ontkoppeling’ heet. In de media is er weinig aandacht voor, maar er voltrekt zich een stille revolutie: rijke landen slaagden erin om hun welvaart te laten toenemen, terwijl ze minder grondstoffen gebruiken.

Het is een historische trendbreuk. Het leek een ijzeren wet: economische groei zorgt voor een grotere voetafdruk. Om dingen te maken, zijn materialen nodig. En meer dingen vergen meer materialen. Zo ging het lang, totdat aan het einde van de twintigste eeuw. De lijnen maken zich van elkaar los doordat we slimmer zijn gaan produceren.

Zó slim dat het Westen in veel opzichten Peak Stuff bereikte. Na dit plafond volgde een terugloop in het grondstoffenverbruik. ‘Gemeten in kilo’s per inwoner consumeerde Nederland in 2018 ruim 20 procent minder materialen dan in 2000,’ berichtte het CBS. En de publicatie Circulaire economie in Nederland (2020) leert dat ons grondstofvoetafdruk fors kleiner is dan gemiddeld in de EU. Vooral de consumptie van niet-metaal mineralen (zoals beton, zand en grind voor in de bouw) nam af, maar ook die van metalen, biomassa en fossiele energiedragers laten een daling zien.

Liever welvaart dan degrowth

Meer uit minder, vat MIT-hoogleraar Andrew McAfee deze tendens samen in zijn gelijknamige boek. Ze wordt eveneens zichtbaar in Barneveld. Buiten schijnt de zon, binnen laat respeggt laat zien hoe we ons ‘kipverbruik’ terugdringen. Kort samengevat: niet het dierenleed, of in elk geval substantieel minder; wel ons eitje op zondagochtend. Ook dat is ontkoppeling.

Ons ei staat nog te wachten totdat het geslacht ervan duidelijk is. Deze informatie komt even later uit een prefab-gebouwtje van enkele vierkante meters buiten de productiehal. In afsluitbare bakken wordt het monster – allantoïs-vloeistof, weet ik inmiddels – verwarmd, afgekoeld en opnieuw verwarmd. Vrouwelijk DNA wordt vermenigvuldigd en met fluorescentie zichtbaar gemaakt. De machine ziet dus de vrouwelijke monsters en de computer koppelt deze informatie aan het juiste ei in de hal.

Behalve met de traditie breekt ontkoppeling met het dominante beeld in de media. Praatprogramma’s, kranten en opiniebladen bepleiten degrowth. Ontgroei. We leven op te grote voet, betogen ze. Ons welvaartspeil zou ten koste gaan van de natuur. En tot op zekere hoogte klopt dat. Eén ding is echter nog schadelijker voor planten en dieren: geen welvaart.

De ontgroei-beweging gaat voorbij aan de woorden van Bertolt Brecht, die inmiddels aanpassing behoeven. ‘Erst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral,’ schreef de Duitse toneelschrijver aan het begin van de vorige eeuw. Eerst het eten, dan het milieubewustzijn, is de eenentwintigste-eeuwse vertaling van deze uitdrukking.

Wie weinig heeft, bekommert zich nauwelijks om zijn omgeving. Burgers moeten zich dat kunnen permitteren. Of zoals Uphoff het zegt: ‘Dierenwelzijn is een luxe’. Waarmee ze niet wil zeggen dat het onbelangrijk zou zijn. Wel verklaart haar realisme het dat rijke landen in West-Europa prioriteit hebben voor respeggt; opkomende economieën volgen later. ‘We beseffen dat we in een nichemarkt te zitten, met consumenten die bereid zijn meer te betalen voor hun ei. Dan gaat het om enkele eurocenten per ei in de supermarket.’

Voor alle duidelijkheid: consumenten kopen géén eieren die respeggt heeft gescreend. Het bedrijf werkt met eieren waar leghennen uitkomen. Deze zorgen vervolgens voor onze  vertrouwde tafeleieren. Een keurmerk op de verpakking belooft dat er geen kuikens omkwamen. We moeten ervoor naar Jumbo. Deze biedt ze aan in geselecteerde fillialen en haar webshop. De komende jaren is de bedoeling dat ze in meer supermarkten komen te liggen.

Schaalgrootte is cruciaal

Zover is het nog niet. Terug in de productiehal weet de computer wat wij nog niet weten: het geslacht van ons ei. Deze informatie geeft hij door aan een manshoge machine, die op de werkvloer bekend staat als ‘de sorteerder’. De rest was voorspel, hier gebeurt waar het allemaal om begonnen was: het scheiden naar geslacht.

Wil een techniek het verschil kunnen maken, is schaalgrootte cruciaal. Je tuigt geen complexe infrastructuur op voor enkele eieren. Daarom: de exacte aantallen. Wat is de dagelijkse productie van respeggt? En nog belangijker: hoeveel mannetjes redt het bedrijf van de dood? 

Meteen na de vraag volgt een correctie. Ik druk me niet correct uit, zegt Uphoff. ‘Het voelt raar om te zeggen dat we mannetjes redden. Redden betekent dat dat iemand nog leeft en deze eieren zijn nooit uitgebroed.’

Een ei met extra betekenis

Een terechte tegenwerping. Maar mijn vraag blijft staan: hoeveel? ‘Tot op heden produceerden we 10 miljoen vrouwtjes zonder doding van mannetjes. Al dit jaar zullen de cijfers drastisch veranderen. Honderdduizenden eieren worden er wekelijks geanalyseerd. Dit jaar hopen we 20 miljoen vrouwtjes te verwerken.’  Dat zijn 20 miljoen ‘geredden’ – gemakshalve blijf ik het woord gebruiken. 

Deze wetenschap geeft het ei dat ik in mijn hand houd extra betekenis. Ik weet wat er uitkomt. Op de witte schaal prijkt een stempel met groene inkt. De sorteerder heeft er het vrouwelijke seksesymbool op gezet. Over twaalf dagen kruipt hier een kuiken uit. Het mag blijven leven.

Een ei met het vrouwelijke seksesymbool. Foto: Sebastien Valkenberg

Filosoof en publicist Sebastien Valkenberg publiceert over 21ste eeuwse cultuurgeschiedenis in Wynia’s Week.

De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!