Wanneer hebben we weer een goed leger met al die miljarden extra voor Defensie?

vlieland
Defensie schafte de laatste jaren niet alleen drones aan, maar recentelijk ook geweren met richtkijkers, speciaal bedoeld om vijandelijke drones uit de lucht te schieten.

Veel partijen zijn nu bereid meer geld uit te geven voor defensie. Zelfs GroenLinks en de PvdA, die in hun gezamenlijke tegenbegroting een maand eerder nog 2 miljard euro aan defensie-uitgaven schrapten, stemden na de Russische inval van Oekraïne in met een motie om de uitgaven juist te verhogen.

Defensie is echter zo uitgehold, dat het op de korte termijn geen extra miljarden kwijt kan. Jean Debie, voorzitter van de Vakbond voor Burger en Militair Personeel, zei daarover tegen Trouw: ‘Helaas is wat de afgelopen decennia is afgebroken niet zomaar weer opgebouwd. Dat gaat zeker vijf tot tien jaar duren.’

8,5 miljard op zoek naar besteding

Nederland was van plan dit jaar 12,5 miljard euro aan defensie te besteden. Dat is rond de 1,5 procent van ons bruto binnenland product (bbp) en dus minder dan de 2 procent die de NAVO-landen hebben afgesproken.

Nu die 2 procent van het bbp als het aan de Tweede Kamer ligt alsnog de maatstaf wordt, zouden de Nederlandse defensie-uitgaven jaarlijks aanzienlijk moeten stijgen: met zo’n 8,5 miljard euro. Dat is een stijging met tweederde (inflatie buiten beschouwing gelaten)!

Het Centraal Planbureau schat namelijk dat het bbp van Nederland in de jaren 2022-2025 gemiddeld 1.050 miljard euro per jaar gaat bedragen. 2 procent daarvan is 21 miljard, ruim 8,5 miljard meer dan er voor 2022 voorzien was aan uitgaven voor de krijgsmacht.

Laat geld eerder uitgeven

Nu wilde het kabinet RutteVier voorafgaand aan de recente ontwikkelingen in Oekraïne over de hele kabinetsperiode al 11 miljard euro meer aan defensie uitgeven, structureel 4 miljard euro per jaar.

De grootste extra uitgaven stonden voor 2024 en 2025 geboekt. Op verzoek van de Tweede Kamer onderzoekt minister Kajsa Ollongren (D66) van Defensie nu in hoeverre die uitgaven naar voren kunnen worden gehaald.

Als de Nederlandse defensie-uitgaven binnen enkele jaren van 12,5 naar ruim 21 miljard zouden moeten stijgen – waar moeten al die extra miljarden heen, hoe kunnen ze worden besteed en wat hebben Nederland en onze NAVO-bondgenoten daar aan?

Het CPB was bij het aantreden van RutteVier al sceptisch dat 11 miljard extra in vier jaar tijd wijs kon worden besteed. Het vinden en opleiden van personeel, de levering van wapens en wapensystemen, en de doorlooptijd van aanbestedingen – het is allemaal een kwestie van lange adem.

Bestemming 1: wapens voor Oekraïne

Extra geld zou op de korte termijn kunnen worden gebruikt om wapens en munitie aan Oekraïne te leveren. Nederland stuurt al antitankwapens, gevechtshelmen, metaaldetectoren, scherfvesten, scherpschuttersgeweren en wapenlocatieradars (die vijandelijke artillerie kunnen opsporen).

Bestemming 2: voorraden aanvullen

Vervolgens, zo raadt oud-commandant der Landstrijdkrachten Mart de Kruif aan, moeten de eigen voorraden worden aangevuld. ‘Dat er wordt gezorgd dat alles wat vliegt, rijdt of vaart bij Defensie zijn taken goed kan doen.’

Defensie waarschuwde enkele weken geleden, nog voor Poetin Oekraïne binnenviel, dat gebrek aan operationele ondersteuning en te geringe voorraden, waaronder medicijnen en munitie, de inzetbaar van de krijgsmacht aanzienlijk beperkte. Nederland was allesbehalve op een oorlog voorbereid.

Bestemming 3: betere salarissen voor militairen

Extra geld zou in de derde plaats een uitkomst kunnen bieden voor de cao-onderhandelingen, die maar niet willen vlotten. Er wordt al maanden gesteggeld over inflatiecorrectie en reiskostenvergoedingen terwijl een jonge soldaat nog geen minimumloon verdient.

Hogere salarissen zouden ook de personeelstekorten bij defensie kunnen wegwerken. Maar dat is langere termijn. Peter Wijninga, defensie-expert van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies, zei daar tegen EditieNL over: ‘Defensie is de afgelopen jaren geen aantrekkelijke werkgever geweest. En het gaat ook lang duren voordat dat weer op peil is. Dat kan wel tien jaar duren. Het duurt namelijk een paar jaar om mensen op te leiden.’

Defensie heeft zo’n 68.000 werknemers. 41.000 daarvan zijn militair. Er staan ongeveer 9.000 vacatures open. In 1990 hadden we nog 57.000 beroepsmilitairen, 46.000 dienstplichtigen en 158.000 reservisten. De dienstplicht is in 1997 opgeschort en reservisten hebben we nauwelijks meer, slechts 6.400.

Bestemming 4: wapensystemen aanschaffen

Er is de afgelopen dertig jaar veel meer wegbezuinigd. Rob de Wijk, inmiddels hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit van Leiden, maakte het in de jaren negentig als defensieambtenaar mee: ‘Alles wat “zwaar was”, zoals tanks, moest de deur uit.’

Nederland had op het einde van de Koude Oorlog 918 tanks. Tegenwoordig ‘leasen’ we achttien tanks van de Duitsers, die ook nog eens deel uitmaken van een Duits-Nederlands tankbataljon. Er is nog maar één afdeling veldartillerie over. Dat waren er in 1990 vier. De gemechaniseerde artillerie is helemaal wegbezuinigd.

We hadden 213 F-16’s. Daarvan zijn er 68 over. Nederland heeft 46 F-35’s (de “Joint Strike Fighter”) besteld, waarvan iets meer dan de helft is geleverd. Ook het aantal helikopters is afgenomen, hoewel er bij de Luchtmacht wel drones (onbemande vliegtuigen) zijn bijgekomen.

De Koninklijke Marine had in 1990 nog 14 fregatten, daar zijn er zes van over. Hoewel de vier fregatten van de De Zeven Provinciënklasse wel hypermodern zijn. Ook de vier patrouilleschepen van de Hollandklasse en het logistiek ondersteuningsschip Karel Doorman zijn van wereldklasse en allemaal door Nederland zelf gebouwd, maar daarmee is ook bijna de hele Nederlandse vloot benoemd.

Met zo weinig materieel kan defensie al jaren haar kerntaak niet uitvoeren: de verdediging van het Nederlandse grondgebied (in Europa en de Caraïben). Defensie richtte zich voornamelijk op zogenoemde ‘vredesmissies’ in verre landen.

We dachten dat verre vredesmissies de toekomst waren

Een aanval op Nederland leek na de als afgesloten beschouwde Koude Oorlog onwaarschijnlijk, maar Nederland werd steeds vaker door de Verenigde Staten en/of de NAVO, door de VN of door Frankrijk gevraagd om bij te dragen aan vredes- en veiligheidsmissies: in het voormalige Joegoslavië, Haïti, Somalië, Eritrea, Afghanistan, Irak, Libië, de Golf van Aden (tegen piraten) en de Middellandse Zee (tegen mensensmokkelaars).

Zelfs die capaciteit is verwaarloosd. De Algemene Rekenkamer moest in 2018 vaststellen dat defensie er ‘ternauwernood’ in was geslaagd een kleine bijdrage te leveren aan de vredesmissie in Mali: ‘Slechts door te improviseren konden gebrek aan materieel en de gevolgen van ad hoc voorbereiding worden goedgemaakt.’

Lof voor onze soldaten, die er het beste van maakten, maar het is toch vreemd dat het twaalfde rijkste land ter wereld moeite heeft een paar honderd militairen en enkele gevechtshelikopters naar West-Afrika te sturen?

In een algemene beoordeling van de slagvaardigheid van het leger was de Rekenkamer een jaar later niet positiever. De gereedheid van het materieel was onder de maat. Er was gebrek aan personeel en achterstand in onderhoud. De IT-systemen waren verouderd.

Daar kwam de afgelopen jaren enige verbetering in, maar halverwege 2021 was de Rekenkamer nog steeds niet onder de indruk. Extra geld was vooral ingezet om gaten te dichten: ‘De uitgaven voor reparaties, correctief onderhoud, gingen ten koste van het budget voor het preventief onderhoud.’

Dat is ambtenarentaal voor dweilen met de kraan open. De ‘balans tussen democratisch bepaalde ambities en het daarvoor beschikbare budget’ was volgens de Rekenkamer zoek. Oftewel: politici verwachten veel van de krijgsmacht, maar zijn niet bereid ervoor te betalen.

Het duurt vele jaren voordat de miljarden euro’s operationeel zijn

De bereidheid om de portemonnee te trekken voor de krijgsmacht lijkt radicaal te zijn veranderd, maar het gaat nog jaren duren voordat de Nederlandse strijdkrachten weer meetellen. ‘Kleine zaken, zoals handvuurwapens, kan je wel weer snel op peil krijgen,’ zegt Wijninga. ‘Maar als het gaat om nieuwe onderzeeërs en fregatten, dan duurt dat veel langer.’

Defensie zegt daar zelf over: ‘Defensiematerieel is vaak zo specialistisch dat er meer dan tien jaar kan zitten tussen een eerste besluit tot aanschaf en de daadwerkelijke levering.’

In de tussentijd maar hopen dat Poetin niet verder onze kant op komt.

Nick Ottens stelt namens Wynia’s Week vragen waar politici en ambtenaren niet altijd blij mee zijn. Bent u wel blij met de broodnodige, onafhankelijke journalistiek van Wynia’s Week? Doneren kan op de bankrekening van Wynia’s Week NL94 INGB 0006 3945 08 of kijk HIER. Hartelijk dank!