Progressieve tijdgeest pestte Wouter Buikhuisen weg

Op dinsdag 6 mei is de criminoloog Wouter Buikhuisen overleden. Op de leeftijd van 91 jaar. Wat hem tijdens zijn leven is overkomen is niet benijdenswaardig. Hij is het meest extreme voorbeeld van de manier waarop in Nederland wordt omgegaan met mensen die denkbeelden hebben die afwijken van de gebruikelijke.
In de jaren ’70 van de vorige eeuw bestond er slechts één perspectief voor de verklaring van menselijk gedrag, het zogenaamde nurture-perspectief. Dat hield in dat mensen blanco geboren worden en vervolgens door hun milieu, met name hun opvoeding, en de cultuur waarin ze leven, worden ingevuld. Je gedrag is het resultaat van de sociale omgeving waarin je opgroeit.
De moed van Buikhuisen
De criminologie werd in die tijd gedomineerd door sociologische theorieën die erop neerkomen dat crimineel gedrag het gevolg is van armoede en achterstelling. Ook bestond er een ‘kritisch’ perspectief dat zegt dat criminelen niet bestaan. Wel zijn er mensen die als crimineel bestempeld worden en zich vervolgens ook als zodanig gaan gedragen. Nog kritischer is de theorie volgens welke ook crimineel gedrag een kwestie is van etikettering. De machtigen benoemen bepaalde gedragingen, die niet toevallig vooral voorkomen in de lagere regionen van de samenleving, als crimineel.
Wouter Buikhuisen had in 1977 de euvele moed om deze hele manier van denken naast zich neer te leggen en de oorzaken van crimineel gedrag te zoeken in ‘nature’, in aangeboren, neurologische factoren. Hij wilde als pasbenoemd hoogleraar criminologie in Leiden (daarvoor was hij hoogleraar in Groningen) onderzoek doen naar het activatieniveau van het autonome zenuwstelsel.
Zijn hypothese was dat jongeren met een zwak reagerend autonoom zenuwstelsel meer geneigd zijn tot crimineel gedrag. Bij het overwegen van bijvoorbeeld diefstal ervaren zij niet de normale angstgevoelens, maar blijven volstrekt koel en onaangedaan. Hierdoor zijn ze betrekkelijk ‘gewetenloos’. Ook zouden ze gemakkelijk een gevoel van verveling krijgen en dat willen verdrijven met crimineel gedrag. Onwillekeurig denk je nu aan fatbike-jongetjes die joggende vrouwen een klap op de billen geven.
Hoewel Buikhuisen zijn ideeën en onderzoeksopzet nog helemaal niet had uitgewerkt, was alleen al het opperen ervan aanleiding tot grote verontwaardiging die culmineerde in een nooit eerder vertoonde heksenjacht. Toen ik onlangs iemand vertelde dat Buikhuisen was overleden, zei hij: ‘Buikhuisen? Was dat niet die man van die doorlopende wenkbrauwen?’ Dat was een verre echo van het primitieve niveau waarop destijds de strijd tegen de dissident Buikhuisen gevoerd werd.
Omdat hij de oorzaak van criminaliteit zocht in ‘nature’, gingen zijn tegenstanders op zoek naar eerdere criminologen die dat hadden gedaan en stuitten op de Italiaanse criminoloog Lombroso. De 19de-eeuwse Lombroso meende dat de criminele persoonlijkheid herkenbaar was aan bepaalde uiterlijke kenmerken, onder meer aan doorlopende wenkbrauwen. Dit soort volkomen achterhaalde opvattingen werden, zonder een spoor van bewijs, Buikhuisen in de schoenen geschoven.
‘Bent u een fascist?’
Van Lombroso naar de eugenetica van de nazi’s bleek maar een kleine stap te zijn, en zo werd het iedereen al snel duidelijk hoe verdorven de plannen van Buikhuisen waren. ‘Bent u een fascist?’, was de eerste, op de bekende temerige VPRO-toon gestelde vraag van Cherry Duijns aan Buikhuisen in een interview uit 1978, waarvan hij overigens de beelden in 2005 weigerde af te staan.
De enige min of meer wetenschappelijke discussie werd gevoerd in het Nederlands Juristenblad tussen de rechtssocioloog Kees Schuyt (tegen Buikhuisen) en de criminoloog Jan van Dijk (voor). Schuyt opperde dat een eventueel statistisch verband tussen fysiologische processen en crimineel gedrag nog geen oorzakelijk verband is. Beide kunnen bepaald worden door een derde, achterliggende factor.
Determinisme
Dat is natuurlijk waar, maar dat geldt ook voor alle verbanden die zijn gevonden tussen sociale factoren en crimineel gedrag. Ook die zijn louter statistisch en niet oorzakelijk. Zo kan het statistische verband tussen armoede en criminaliteit verklaard worden door een gebrek aan zelfdiscipline als derde, achterliggende factor. Maar Schuyt heeft het gevaar dat statistische en causale factoren door elkaar worden gehaald, nooit ingebracht als bezwaar tegen sociologisch onderzoek.
Schuyt maakte zich zorgen over het deterministische mensbeeld dat schuil zou gaan achter de plannen van Buikhuisen. Ook dat argument heeft de bijsmaak van willekeur, omdat het net zo goed kan worden ingebracht tegen sociologische en psychologische theorieën. Ook die pretenderen dat gedrag uiteindelijk geheel bepaald wordt door factoren waarop de vrije wil geen vat heeft. Schuyt bracht het feit dat zich in het zenuwstelsel toevalsprocessen afspelen in als argument tegen het determinisme. Alsof toeval ons vrij maakt.
Intussen had de Vrij Nederland-columnist Piet Grijs zich opgeworpen als aanvoerder van de mediahetze tegen Buikhuisen. Week na week hakte hij in op de verblufte criminoloog, maandenlang. Niet alleeen tot vermaak van het publiek, maar ook van veel collega-criminologen. Behalve Jan van Dijk nam niemand het voor hem op.
Uiteindelijk maakte Buikhuisen wel een begin met zijn onderzoek, maar nam na enkele jaren ontslag, omdat zijn eigen vakgroep zich tegen hem keerde. Hij vestigde zich als kunsthandelaar in Spanje.
Progressief wereldbeeld
In 2009 zorgt Carel Stolker, de toenmalige decaan van de rechtenfaculteit van de Leidse universiteit, namens die universiteit voor de rehabilitatie van Buikhuisen. Maar je kunt niet zeggen dat het daarmee toch nog goed is afgelopen. Er is een man kapotgemaakt, omdat hij een onderzoek wilde doen dat niet paste binnen de heersende manier van denken. Dat kapotmaken gebeurde vanuit een progressief wereldbeeld, waarin criminaliteit wordt gezien als neveneffect van een onrechtvaardige samenleving. Verander de maatschappelijke structuren en de misdaad zal verdwijnen als sneeuw voor de zon. Die naïeve, simplistische opvatting werd ondergraven door het biologische perspectief van Buikhuisen. Daarom moest Buikhuisen vernietigd worden.
Wokisme
De affaire-Buikhuisen maakt duidelijk hoezeer de wetenschap wordt geleid door modieuze opvattingen en daarmee samenhangende taboes. Tegenwoordig is dat de woke-ideologie die mensen onderscheidt in daders en slachtoffers, afhankelijk van de groep waartoe ze behoren. Wie tot de dadergroepen behoort en het wokisme niet nadrukkelijk genoeg aanhangt, wordt buitengesloten. De meeste wetenschappers geven om hun carrière, voelen de tijdgeest goed aan en zijn wel zo wijs om daar niet tegenin te gaan.
Maar dat soort wijsheid hoort niet thuis in de wetenschap. Daar behoort nonconformisme te heersen, een onbegrensde vrijheid van denken, en daar horen mensen als Buikhuisen te werken. Dat hij daar is weggepest, is een eeuwige schande voor de intellectuele gemeenschap in Nederland.
Chris Rutenfrans is criminoloog en eindredacteur van Wynia’s Week. Hij werkte van 1978 tot 1988 aan het Criminologisch Instituut van de universiteit van Nijmegen.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!