Hoe de Spreidingswet het straatprotest tegen asiel verspreidt en de VVD ondermijnt

De weerstand tegen de komst van asielzoekerscentra is nog nooit zo groot geweest. Er is een direct verband met de invoering van de Spreidingswet, die sinds begin vorig jaar alle Nederlandse gemeenten verplicht om asielzoekers onderdak te verschaffen. Wie bedacht die Spreidingswet eigenlijk en wie zorgde dat die er kwam?
Het is het verhaal van een wet die populair is onder ‘bestuurders’ en bij de asiellobby, maar protesten uitlokt onder de bevolking en een schaduw vooruitwerpt op de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober. Ook deze zondag is er weer een demonstratie – nu officieel tegen het hele immigratiebeleid – op het Museumplein in Amsterdam.
Links en rechts in Nederland is bloksgewijs verdeeld over de asielmigratie. Links vindt de asielinstroom geen of slechts een beperkt probleem, maar stelt dat er in voorgaande jaren teveel is bezuinigd op ambtenaren en voorzieningen voor binnenkomende asielzoekers. Rechts zegt dat het probleem bestaat uit de te hoge instroom, de vele nareizigers en de geringe uitstroom.
Bijzondere rol voor de VVD
Feit is dat links Nederland – een minderheid, blijkens verkiezingsonderzoek – de laatste jaren meer zijn zin kreeg dan rechts. Er zijn immers nauwelijks maatregelen genomen om de instroom te verminderen. Wel werd de ingrijpende Spreidingswet (‘Dwangwet’) ingevoerd, die de nog steeds hoge aantallen asielzoekers over alle hoeken van het land verdeelt.
De kloof tussen links en rechts Nederland als het gaat om de keuze tussen instroom en opvang verdeelt ook bestuurlijk Nederland en grote delen van de bevolking. Dat dat wringt, mag blijken uit de aanhoudende, soms heftige protesten, die in tientallen gemeenten ook al geleid hebben tot uitstel of aanpassing van plannen voor een azc.
Een bijzondere positie nemen daarbij politici, dan wel ‘bestuurders’ van de VVD in, de partij die twee jaar geleden het kabinet liet vallen op het inperken van de instroom (gezinshereniging, met name) maar een half jaar later in de Eerste Kamer juist extra opvang mogelijk maakte – met die Spreidingswet, dus. Het heeft er alle schijn van dat de VVD op het punt van asiel verdeeld is tussen de bestuurders en linkervleugel aan de ene kant en menige volksvertegenwoordigers (en kiezer) aan de andere kant. Die verdelende, rafelende wond binnen de VVD ondermijnt de kansen van de VVD bij de aanstaande Kamerverkiezingen.
Opmerkelijk genoeg stond diezelfde VVD ook aan de wieg van de Spreidingswet. Hoewel de Spreidingswet pas op 1 februari 2024 is ingegaan, kent die een langere voorgeschiedenis. Al in 2020 werd in ambtelijke kringen overlegd en nagedacht over het landelijk verspreiden van asielzoekers en daarmee asielzoekerscentra. De eerste keer dat werd gezinspeeld op de Spreidingswet was in de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen, die werd gepubliceerd in augustus 2020.
Die Uitvoeringsagenda was een beleidsdocument uit de tijd van het derde kabinet-Rutte en werd samengesteld onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid, in het bijzonder onder de verantwoordelijkheid van VVD’er Ankie Broekers-Knol – destijds staatssecretaris asiel en migratie. Het stuk werd opgestelde in nauwe samenwerking met de overheidsdiensten COA, IND, Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en de lobby’s van gemeenten (VNG) en provincies (IPO). In alle bestuurslagen werd dus al hardop nagedacht over het wettelijk vastleggen van een plicht om asielzoekers over het land te verspreiden.
Daar ging enige tijd overheen, totdat in november 2022 – inmiddels was het vierde kabinet-Rutte aangetreden – de ‘Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen’ (nu Spreidingswet genoemd) van VVD-staatssecretaris Eric van der Burg in consultatie ging. Daarop lieten gemeenten, veiligheidsregio’s en ook de Afdeling advisering van de Raad van State weten dat ze vreesden dat de uitvoerbaarheid van de Spreidingswet problematisch zou zijn. Ondanks een dringend advies van de Raad van State om de Spreidingswet op enkele punten aan te passen, werd het wetsvoorstel op 28 maart 2023 onaangepast ingediend bij de Tweede Kamer. De wet was namelijk, aldus Van der Burg, een uitkomst van een hard bevochten deal binnen de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, waardoor aanpassing geen optie was.
Niet controversieel
Nog geen vier maanden later viel het vierde kabinet-Rutte over de asielkwestie, terwijl over het wetsvoorstel nog moest worden gestemd. Hoewel migratiekritische partijen hoopten dat de Spreidingswet controversieel verklaard zou worden, zodat een nieuw kabinet erover zou stemmen, was een meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer vóór het idee om nog tijdens het demissionaire kabinet-Rutte IV te stemmen. Die stemming in de Tweede Kamer vond plaats op 10 oktober 2023.
De Spreidingswet haalde toen een meerderheid van de stemmen dankzij D66, CDA, PvdA, SP, GroenLinks, PvdD, ChristenUnie, DENK, Volt en de Kamerleden Liane den Haan (ex-50PLUS) en Nilüfer Gündoğan (ex-Volt). De VVD stemde tegen de Spreidingswet van de eigen staatssecretaris, wat tot flinke ophef leidde.
Ook in de Eerste Kamer, hoewel dat tot kort voor de stemmingen nog spannend leek, haalde de Spreidingswet op 23 januari 2024 een meerderheid. De enige tegenstemmers waren de senatoren van FvD, BBB, SGP, PVV, 50PLUS, JA21 en een enkele CDA-senator. 43 senatoren stemden voor, en 27 tegen. In de Eerste Kamer stemde de VVD nu wél voor de Spreidingswet.
De Eerste Kamerfractie van de VVD – toen geleid door de inmiddels opgestapte Edith Schippers – brak daarmee met de lijn van Dilan Yeşilgöz, die eerder juist met de toenmalige formatiepartners een motie indiende die de Eerste Kamer en het demissionaire kabinet opriep de behandeling van de Spreidingswet te stoppen. Het maakte duidelijk dat het partijleiderschap van Yeşilgöz ook toen al niet erg diep geworteld was.
Organisaties die zich bezighouden met immigratie en (internationale) mensenrechten steunden de Spreidingswet. Vluchtelingenwerk noemde de wet ‘eerlijker’ omdat er nu ‘meer én betere opvangplekken’ zouden komen – ook in woonwijken, waardoor azc-bewoners makkelijker zouden integreren. Ook het College voor de Rechten van de Mens noemde dat de Spreidingswet nodig ‘voor humane opvang’ van asielzoekers.
Bij veel burgers is rust en perspectief ondertussen ver te zoeken. Volgens een inventarisatie van Nieuwsuur is er dit jaar tot dusver in 49 gemeenten publiekelijk protest geweest tegen de komst van een azc. In 28 gemeenten hadden de acties geen effect, maar in 21 gemeenten zijn de plannen na de protesten aangepast of vertraagd. Van uitstel hoeft overigens geen afstel te komen. Het Rijk kan namelijk, door uitvoering te geven aan de Spreidingswet, weigerachtige gemeenten dwingen alsnog akkoord te gaan met de vestiging van een azc.
Verspreider van burgerprotest
De grootste politieke schadepost is tot dusverre voor de VVD, de partij die bij de Provinciale Statenverkiezingen van 1995 voor het eerst de grootste werd, dankzij de gepeperde kritiek van toenmalig partijleider Frits Bolkestein op het immigratiebeleid.
De Spreidingswet is, met VVD’er Eric van der Burg als hoofdrolspeler, verpakt en verkocht als ‘eerlijk’ en ‘beter voor iedereen’. Inmiddels is wel duidelijk dat de wet niet alleen een verspreider is van asielzoekers, maar ook van burgerprotest.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!