Nóg meer windmolens, warmtepompen en elektrische auto’s mag voor het volgende kabinet geen optie zijn

van andel
Het heeft geen zin om steeds meer variabele windenergie bij te bouwen terwijl we de komende tien jaar geteisterd worden door toenemende netcongestie en afnemende leverbetrouwbaarheid van elektriciteit. Foto: Pexels.

D66 is de verrassende winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen geworden, en neemt nu het voortouw in de formatie van een nieuw kabinet. Het zal daarbij cruciaal zijn voor onze toekomst hoe het falende en veel te dure klimaatbeleid zal worden hervormd. Doorgaan op de huidige doodlopende weg van steeds meer windmolens, waterstoffabrieken, warmtepompen en elektrische auto’s is geen optie, en zal onze energievoorziening en economie verder verzwakken. Energie zal dan door verder stijgende prijzen ook steeds meer een luxeproduct voor de welgestelden worden.

Dat is uiteraard niet wat D66 wil. Het is daarom goed dat de grootste partij in de nieuwe Tweede Kamer alle huizen in Nederland energiezuiniger wil maken, met prioriteit voor lagere inkomens. Bij de oudere en minder goed geïsoleerde huur- en koophuizen kan de meeste energie, CO2 en geld worden bespaard, en die worden vaker door mensen met een wat smallere beurs bewoond. Het is eveneens goed dat D66 ‘de grootste prioriteit’ geeft aan de verzwaring van het elektriciteitsnet.  Dat zal echter niet met alleen maar meer geld kunnen. Er zullen ook veel schaarse technici moeten worden vrijgemaakt die hun tijd nu verdoen met het bouwen van gesubsidieerde windmolens.

Streven naar minder stroomverbruik

Het is daarom inconsistent en zeer onverstandig dat D66 ‘uitgebreid wil investeren’ in windmolens op zee. We kunnen als klein land niet alles tegelijk, en het heeft geen zin om steeds meer variabele windenergie bij te bouwen terwijl we de komende tien jaar geteisterd worden door toenemende netcongestie en afnemende leverbetrouwbaarheid van elektriciteit. Het heeft de komende vijf jaar ook geen zin om elektrische auto’s en warmtepompen met subsidies te blijven stimuleren, want die verergeren de netcongestie alleen maar. Daar kan de op zich terechte prioriteit voor netverzwaring weinig aan veranderen, waarschuwen ook de netbeheerders.

Een hervormd klimaat- en energiebeleid moet niet naar meer, maar naar minder stroomverbruik streven. Dat is veruit de meest effectieve manier om netcongestie tegen te gaan. Hoogspanningsmasten en elektriciteitskabels bijbouwen gaat lang niet snel genoeg, en netbalancering met aanbodgestuurd verbruik heeft maar een zeer beperkt effect. Onze elektrische auto’s, kookplaten, warmtepompen, straatlantaarns, trams, treinen, ziekenhuizen, fabrieken, kassen en datacenters blijven nog vaak tegelijk veel stroom verbruiken als het koud, donker en windstil is.

Het tegengaan van netcongestie met een structureel lager stroomverbruik is te vergelijken met het tegengaan van verkeerscongestie en files. We kunnen in de komende tien jaar meer wegen aanleggen, we kunnen de spits proberen te spreiden, maar minder auto’s op de weg is veruit het effectiefst.

Bij netcongestie werkt het ook zo. Een nieuw kabinet moet echt stoppen met het stimuleren van warmtepompen en elektrische auto’s, en de industrie ondersteunen om minder in plaats van meer elektriciteit te verbruiken. Daarmee kunnen we miljarden subsidie-euro’s besparen, en de huidige netcongestie voor een belangrijk deel oplossen. Schematisch ziet dat er zo uit:

Opschorting van het peperdure en economie-verzwakkende elektrificatiebeleid zal weinig invloed hebben op onze nationale CO2-uitstoot, want de extra stroom voor steeds meer warmtepompen en elektrische auto’s zal de komende tien jaar met name met extra aardgas moeten worden opgewekt. Wind en zon kunnen immers niet reageren op toenemende vraag, en wekken ook steeds vaker teveel stroom op die het overvolle net niet op kan. Extra kerncentrales hebben we niet voor 2035, en genoeg waterstoffabrieken en batterijpakketten al helemaal niet. Bovendien is in een goed geisoleerd huis de CO2-besparing van een warmtepomp ten opzichte van een cv-ketel beperkt. Hetzelfde geldt voor de CO2-besparing van een elektrische auto ten opzichte van een zuinige brandstofauto die nooit harder dan 100 rijdt.

Fossiele subsidies bestaan niet

Het is in dit verband goed dat D66 ‘openstaat voor kernenergie’, want dat is een stabiele stroomvoorziening die netcongestie vermindert. Het staat er nog wat terughoudend en vrijblijvend in het verkiezingsprogramma, maar in stevige formatieonderhandelingen biedt het in elk geval ruimte. Het is ook goed dat D66 wil stoppen met houtverbranding, want dat kost miljarden euro’s, vernietigt natuurlijke bebossing en biodiversiteit, en verhoogt in plaats van verlaagt de CO2-uitstoot.

Het is daarentegen weer onbegrijplelijk dat de grootste partij in de nieuwe Tweede Kamer pleit voor het ‘afbouwen van fossiele subsidies’ en ‘een duidelijke einddatum per sector voor fossiele technieken’. Fossiele brandstoffen worden niet gesubsidieerd maar juist zwaar belast met heffingen en accijnzen. Lagere heffingen en accijnzen voor bijvoorbeeld vliegtuigbrandstof zijn fundamenteel iets anders dan subsidies, want de geldstroom is andersom. De staat verdient miljarden aan fossiele brandstoffen, en geeft miljarden uit aan hernieuwbaar genoemde energie. Zonder fossiele brandstoffen zou de huidige energietransitie technisch en financieel helemaal niet mogelijk zijn.

Verder is het onduidelijk wat D66 bedoelt met ‘fossiele technieken’ en met een ‘duidelijke einddatum’ daarvoor. Is het maken van windmolenwieken met op aardolie gebaseerde kunststof een fossiele techniek? Is het maken van medicijnen met uit aardgas gewonnen grondstoffen een fossiele techniek? Is het redden van levens met traumahelicopters een fossiele techniek? Is het verschaffen van dieselbrandstof aan Gaza een fossiele techniek? Is het uitzenden van Hercules-transportvliegtuigen naar een rampgebied een fossiele techniek? Is het verdedigen van onze vrijheid met F35-straaljagers een fossiele techniek? En hoe wil D66 als Haagse politieke partij bepalen wanneer deze internationale industriële, maatschappelijke en miltaire sectoren moeten stoppen met wat ze doen?

Dat is veel te maakbaar en veel te aanmatigend, zeker in miniland Nederland. Bedrijven die niet op commando kunnen of willen stoppen met hun huidige activiteiten gaan gewoon naar een ander land, zoals we helaas al bij herhaling hebben gezien eerder dit jaar. Het welkome plan van de Amerikaanse farmaceut Eli Lilly om zich in Katwijk te vestigen doet daar weinig aan af, en zodra ze vernemen dat ze hun medicijnen niet meer op basis van fossiele grondstoffen mogen maken, zijn ze weer weg. Een nieuwe regering moet er alles aan doen om een verdergaande uittocht van hoogwaardige bedrijven die tienduizenden banen en honderden miljoenen belastinginkomsten genereren te stoppen.

D66 wil daartoe ‘gelijke regels in Europa’. Dat klinkt mooi, maar in het verkiezingsprogramma staat niet dat de extra industriële CO2-heffing die Nederland als enige EU-land heft van tafel moet. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft die heffing onder dwang van de vorige Tweede Kamer opgeschort, maar ‘gelijke regels in Europa’ betekent dat een nieuwe regering die concurrentiekracht-ondermijnende CO2-heffing ook echt afschaft. Zolang dat zwaard van Damocles boven de markt blijft hangen, zullen industriële investeerders terughoudend blijven.

Uitdagende taak

D66 en de andere toekomstige coalitiepartijen staat een uitdagende taak te wachten. Als ze die verstandig invullen, met wijsheid en lering uit het recente verleden, kan een nieuwe regering heel veel goeds doen voor de burgers, ondernemers, dieren en planten in en om Nederland. Dan wordt energie weer een betrouwbare en betaalbare nutsvoorziening voor iedereen. Dan hoeven nieuwe woonwijken en bedrijven niet meer tien jaar te wachten op een netaansluiting. Dan worden oerbossen in Europa, Amerika en Azië niet meer leeg gekapt om te worden verbrand in onze energiecentrales. Dan kunnen trekvogels, vleermuizen en insecten weer zonder gevaar voor eigen leven over de Noordzee vliegen, en zeehonden en bruinvissen weer zonder gehoorschade in de Noordzee zwemmen.

*In mijn artikel in Wynia’s Week van 30 oktober is per abuis gesuggereerd

dat er wereldwijd jaarlijks 250 miljard dollar wordt uitgegeven aan grootschalige houtkap en -verbranding. Het gaat echter over een periode van twintig jaar. Nederland vergunt over een periode van acht jaar 3,5 miljard euro aan Nederlandse kolencentrales voor houtstook, dat is ongeveer 440 miljoen euro per jaar.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zoHartelijk dank!  

Donateurs kunnen nu ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!