Alleen een centrumrechtse coalitie kan de fundamentele breuk in onze samenleving helen
Een centrumrechtse coalitie ligt niet alleen het meest voor de hand, maar is ook hogelijk geboden. Alleen zo’n coalitie kan de breuk helen die ons land verscheurt in een progressief en een conservatief kamp. Om de breuk voorzichtig te helen, moeten beide kampen in grootmoedigheid tot elkaar komen.
Als ik me niet vergis, wijst alles erop dat een coalitie over rechts (D66, VVD, CDA, JA21) straks als eerste optie gaat worden verkend. Wouter Koolmees, een sympathieke D66’er (als u mij deze contradictio in terminis vergeeft), deed als verkenner een slimme zet, al lag die zet eigenlijk wel voor de hand (maar je moet er wel even op komen). Hij nodigde twee duo’s uit, twee keer twee partijen die tot nog toe erg moeilijk hebben gedaan over samenwerking en daarmee een voortvarende formatie blokkeren: GroenLinks-PvdA en VVD, en D66 en JA21.
Op het moment van schrijven van dit stukje zijn deze gesprekken nog niet gevoerd, maar het lijkt mij bij voorbaat uitgesloten dat Dilan Yeşilgöz nu toch ineens haar blokkade van GroenLinks-PvdA zou opheffen, en het is al evenzeer hoogst onwaarschijnlijk dat Rob Jetten en Joost Eerdmans, hoe kritisch zij zich in de campagne ook over elkaar hebben uitgelaten, een harde blokkade tegen elkaar zullen opwerpen. En dan luidt de conclusie dat de verkenner tot de aanbeveling zal komen dat de eerste en vooralsnog enige kans op een succesvolle informatie in gesprekken tussen D66, CDA, VVD en JA21 bestaat.
Onverwachte zetten
Deze partijen hebben inderdaad slechts 75 zetels samen, dus geen meerderheid (meer dan de helft van de stemmen), maar dat betekent ook, zoals Henri Bontenbal van de week met zijn bètabrein vaststelde, dat de coalitie lastige debatten kan blokkeren en dat de oppositie, belangrijker nog, evenmin over de meerderheid beschikt om dit kabinet naar huis te sturen.
Niet alleen Koolmees en Bontenbal lieten zich van de week van hun slimme kant zien met onverwachte zetten en opmerkingen. Ook de politieke redactie van het Reformatorisch Dagblad was op een vermeldenswaardige wijze in vorm en geestig: Jetten heeft zich in de campagne rechts voorgedaan, met die vlaggen en pogingen tot voorstellen op het gebied van asiel en migratie. De vraag is nu: mag hij alleen rechts doen of mag hij het ook zijn? Zal hij zijn rechts getinte beloftes ook in rechts beleid gaan omzetten? Je zou denken: hij zal wel moeten.
De gang over rechts is echter niet alleen maar om praktisch-politieke redenen hoogst gewenst. De keuze voor een centrumrechtse coalitie is zelfs geboden om een fundamentele breuk in de samenleving te helen. Deze verkiezingen hebben immers vooral duidelijk gemaakt dat ons land in twee grote blokken verdeeld is. En dat virtuoze staatsmanskunst nodig is om die twee blokken bij elkaar te brengen en de breuk tussen die twee te helen.
Het is niet onmogelijk, die heling, want de Nederlandse geschiedenis zit vol breuken en scheidslijnen die op den duur zijn geheeld – ondanks alle beeldvorming, framing en (gewelddadige) vijandigheden over en weer.
Eeuwenlang waren de breuklijnen van religieuze aard. Van de Reformatie tot het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 was de tegenstelling rooms-protestants de grote breuk in de Nederlandse geschiedenis. De Bataafse Revolutie bracht godsdienstvrijheid en -gelijkheid en dat werd in de Grondwet van 1848 geconsolideerd.
De breuk van de schoolstrijd (die Nederland gedurende de gehele negentiende eeuw diep heeft verdeeld) was ook van religieuze aard, en werd met de liberale staatsmanskunst van premier Pieter Cort van der Linden in de Pacificatie van 1917 beslecht: openbaar en bijzonder onderwijs werden van toen af aan gelijkberechtigd.
In het interbellum en na de Tweede Wereldoorlog tekende zich vooral een sociaaleconomische tegenstelling af. Rooms en rood stonden tegenover kapitaal en liberaal. Het vroeg om de gezamenlijke stuurmanskunst van politici en vakbonden om die tegenstelling in een akkoord te overwinnen: het Akkoord van Wassenaar uit 1982, een poldercompromis waarbij de werknemersorganisaties zich bereid toonden tot loonmatiging, in ruil voor arbeidstijdverkorting.
Culturele tegenstelling
Nu, in onze dagen, komt een proces tot voltooiing dat al zo’n dertig jaar bezig is: de culturele tegenstelling tussen progressief en conservatief, tussen kosmopolitisch en nationalistisch, tussen de elite en het volk, tussen hoog en praktisch opgeleid, tussen D66 en PVV, de twee partijen die symbolisch genoeg als grootste partijen met evenveel zetels eindigden. Zal het mogelijk zijn deze breuk, en de ongekende polarisatie die zij heeft wakker getart, te genezen in een nieuwe vrede, een nieuwe Pacificatie, een nieuw Akkoord?
Erkenning en vertrouwen zijn dan de twee zaken die allereerst nodig zijn om zo’n nieuwe vrede te sluiten. De erkenning van de ander met zijn tegengestelde wereldbeeld en totaal andere waarden en normen. De erkenning van verschil, en dat verschil mag bestaan en dat eenheid niet met machtsmiddelen mag worden afgedwongen. En het vertrouwen dat de ander niet mijn vijand is, maar mij een eigen plek onder de zon gunt. Een herleving dus, korter geformuleerd, van de klassiek-liberale positie.
En dan: een vrede kan alleen worden gesloten tussen de stromingen die in dit conflict tegenover elkaar staan. Zij moeten op de een of andere manier er samen uit komen, een groot compromis sluiten. Dat betekent in de huidige situatie dat niets zo ongewenst is als een zogeheten ‘middenkabinet’ van D66, VVD, GroenLinks-PvdA en CDA. Want bij zo’n kabinet staat de andere kant (het blok van 50 zetels, rechts van de VVD) buiten spel en zal de kloof van gepasseerd worden en verongelijkt zijn zich alleen maar verdiepen en verbreden.
Grootmoedige alliantie
Wat dus nodig is, geboden zelfs, is een centrumrechts kabinet, waarin de progressieve winnaar (D66) met alle grootmoedigheid die een winnaar betaamt, een alliantie aangaat met de conservatieve ander, in dit geval belichaamd in de vooralsnog enige fatsoenlijke en redelijke vertegenwoordiger van het politieke conservatisme in Nederland: het JA21 van Joost Eerdmans en van Diederik Boomsma.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen nu ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!



















