We staan op een kruispunt: escalatie of eindelijk een doorbraak op de dossiers die er voor gewone mensen toe doen
Een links kabinet dat de zorgen van gewone mensen negeert en de bestaande scheidslijnen in de samenleving in stand houdt of zelfs versterkt. Dat zou de uitkomst kunnen zijn van een politieke periode die toch al zeer teleurstellend is verlopen. Een nieuwe coalitie moet op z’n minst de bestaande scheidslijnen doorbreken, met VVD en JA21.
Als we terugkijken op het afgelopen jaar, kunnen we ons eigenlijk nauwelijks voorstellen dat we hebben gezien wat we hebben gezien. Het kabinet-Schoof, in juli vorig jaar aangetreden, was een experiment qua vorm, met een partijloze premier die nog altijd in functie is maar inmiddels al weer tot het verleden behoort. In de zomer van vorig jaar sprak ik op de markt van de plaats mijner inwoning een man die vele jaren met Schoof had gewerkt. Hij, die man, was zeker niet rechts, maar had er alle vertrouwen in dat het nieuw aangetreden kabinet onder Schoofs leiding wel eens een succes kon gaan worden.
Het kabinet was, op papier althans, het meest rechtse kabinet ooit, met de PVV als grootste partij, en met VVD van Dilan Yeşilgöz, de BBB van Caroline van der Plas en het NSC van Pieter Omtzigt als coalitiepartners. Een coalitie dus van populisten en ex-CDA’ers en liberalen, als opvolger van een kabinet dat op het asielbeleid ten val was gebracht. Dit kabinet zou de eeuwige impasse tussen wild populisme en een elitaire technocratie kunnen doorbreken. Dat was ook de route die Diederik Boomsma (JA21, toen nog NSC) in zijn Schaepmanlezing wees en het scheen ervan te kunnen komen.
Incompetentie van de PVV
Waar en waarom is het misgegaan? Een belangrijke oorzaak van de mislukking is de incompetentie van de grootste partij, de PVV van Geert Wilders. Wilders is een rasparlementariër die het politieke spel als geen ander beheerst, maar heeft nagelaten zijn partij uit te bouwen tot iets meer dan de vertolker van ongenoegen. Het is geen partij, krijgt geen subsidie, heeft geen wetenschappelijk instituut, denkt niet na, leidt geen kader op, en daarom trad in juli 2024 een cohort kermisklanten als Kamerleden aan en droeg Wilders ministers voor die zich in alles behalve in competent bestuur hebben onderscheiden.
Achter deze ellende gaat slechts één overweging schuil: de gedachte dat vóór alles en koste wat kost een herhaling van de ‘LPF-achtige toestanden’ uit 2002 moest worden voorkomen, met hele en halve gekkies die op een partijvergadering de meest vreselijke dingen zouden zeggen of doen, ruzie zouden zoeken en scheuringen veroorzaken. Vandaar de constructie van een ledenloze partij, en het daaruit voortvloeiende isolement.
Het kabinet-Schoof was een gemakkelijke prooi voor de dienaars van het bestaande systeem: de media en de ambtenaren. De obstructie en de onwelwillendheid werden niet eens meer verpakt maar openlijk uitgevent – net zolang totdat we weer onder elkaar zouden zijn, het conglomeraat van politiek, media en bureaucratie, en we de dingen weer onder elkaar konden regelen.
En zo heeft het kabinet-Schoof een dik jaar lang van incident naar incident, van affaire naar affaire voortgestruikeld, totdat Wilders er dit voorjaar de strekker uit trok en NSC in de zomer volgde. Partijleider Pieter Omtzigt nam hevig snikkend in zijn bankje afscheid van Den Haag, nadat hij een partij was begonnen die aan de interne verdeeldheid tussen conservatieven en progressieve liberalen ten onder is gegaan – iets wat Nicolien van Vroonhoven tot op dag van vandaag volledig ontgaat. BBB kon de problemen niet oplossen waarvoor zij zich als de enige oplossing zag. En de VVD keek toe en wachtte.
Maar Yesilgöz gleed uit over een tweet over Douwe Bob, was al niet populair door de opening die zij de PVV had geboden om toe te treden tot een kabinet, maar wist haar positie te redden door samenwerking met het radicaal-linkse GL-PvdA categorisch uit te sluiten en die belofte te houden. En nu zit ze toch weer aan de onderhandelingstafel, samen met CDA en D66.
Het CDA van Henri Bontenbal maakte een comeback (van 5 naar 18 zetels) door het woord ‘fatsoen’ op de lippen te laten besterven. En D66 won met drie leugens: de leugen van de tien steden (een ‘metafoor’), de leugen van de vlag, en de leugen over een strenger migratiebeleid.
Grote scheidslijnen
En zo zitten ze gedrieën op landgoed de Zwaluwenberg, op zoek naar de mogelijkheid van een minderheidskabinet of toch een meerderheidskabinet met JA21 (een defensief meerderheidskabinet, omdat 75 zetels genoeg zijn om niet te worden weggestuurd). Wat de ellende van het afgelopen jaar nog iets zou verzachten, is een geslaagde poging om het document van CDA en D66 naar rechts te trekken en een toetreden van het liberaal-conservatieve JA21 van Joost Eerdmans. Want het grote nadeel van een links kabinet (wat tegenwoordig een middenkabinet heet) is niet alleen dat het in het voetspoor van de Europese Unie en in het verlengde van de kabinetten-Rutte eindeloos voort zal blijven modderen, maar vooral dat het de grote scheidslijn in de samenleving in stand houdt.
Er zijn altijd scheidslijnen en tegenstellingen in een samenleving, maar het unieke van de huidige situatie is dat de grote scheidslijnen samen zijn komen te vallen: cultureel, qua opleiding, sociaal-economisch, en politiek. Er is een diepe kloof ontstaan tussen enerzijds praktisch opgeleide burgers die cultureel behoudend zijn en eigen tradities koesteren, het sociaaleconomisch niet gemakkelijk hebben en politiek rechts staan. Anderzijds zijn er de theoretisch opgeleiden die de ‘diplomademocratie’ bevolken, cultureel progressief en ‘kosmopolitisch’ georiënteerd zijn, financieel niets te klagen hebben en links van het midden staan in de politiek. Het is een overzichtelijke sociologische analyse, onlangs nog eens opnieuw gepresenteerd door de hoogleraren Anchrit Wille en Mark Bovens. Tot hun eigen schrik moesten ze vaststellen dat hun feitelijke analyse naadloos samenviel met de boodschap van populisten over een linkse elite en de gewone man.
Die linkse elite zal in een minderheidskabinet met CDA en D66 als kern aan haar trekken komen, en de gewone man zal opnieuw teleurgesteld afhaken: geen doorbraak op asiel en migratie, geen herstel van vertrouwen, beklemmende regels en wetten voor (kleine) ondernemers van een betuttelende overheid.
Herstel van vertrouwen
Er staat dezer dagen dus meer op het spel dan wat aan de onderhandelingstafel bijeengeschraapte knikkers. We staan op een kruispunt. Een nieuw kabinet kan de terechte zorgen van gewone mensen blijven negeren en daarmee voor een verdere escalatie zorgen, of het kan die zorgen serieus nemen en met een coalitie over de scheidslijnen heen een begin maken met een noodzakelijk herstel van een begin van vertrouwen en een doorbraak op de dossiers die er voor alle gewone mensen toe doen.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank! 
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!Â



















