Het regent weer mythes over migratie. Hier zijn er vijf.

ROODENBURG080323-mythes
Politici suggereren dat het schadelijk is om weer grenscontroles in te voeren, zoals hier aan de Belgisch-Nederlandse grens. Het is een mythe: ze halen personencontroles en douanecontroles – met opzet? – door elkaar. (Beeld: Peter Hilz ANP / Hollandse Hoogte)

In de aanloop naar de verkiezingen voor de Provinciale Staten – en indirect voor de Eerste Kamer – scoort ‘immigratie’ hoog onder de thema’s in de debatten op radio en televisie. Dat is ook niet verwonderlijk gezien de omvang die de immigratie naar ons land inmiddels heeft aangenomen.

Ruim 400 duizend immigranten streken in 2022 hier neer. Per saldo – dus na aftrek van de emigratie – groeide de bevolking door immigratie vorig jaar met afgerond 230 duizend personen. Waar moeten al die nieuwkomers wonen nu dit land al kampt met een tekort van meer dan 300 duizend woningen?

En of dit alles nog niet genoeg is stagneert de nieuwbouw door stikstofperikelen en knelpunten in de bouwsector, terwijl de immigratie onverminderd doorgaat en de overheid geen enkele greep meer lijkt te hebben op de instroom.

Krachtdadigheid valt van de politiek ook niet verwachten want de coalitie is hopeloos verdeeld over de kwestie, althans wat de respectieve achterbannen betreft. Woordvoerder Ruben Brekelmans van de VVD gaf onlangs in een commissievergadering van de Tweede Kamer onomwonden toe dat op krachtdadig optreden van het kabinet, gezien de verdeeldheid in de coalitie, niet gerekend hoeft te worden.

Die verdeeldheid kwam verder tot uitdrukking toen VVD en CDA in de Tweede Kamer een motie van JA21 aan een meerderheid hielpen, waarin wordt opgeroepen – naar het voorbeeld van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk – asielzoekers buiten de EU op te vangen (offshore processing).

In dit politieke krachtenveld hebben vertegenwoordigers van de coalitie en de hun welgezinde oppositie dus heel wat uit te leggen. En hierbij zullen argumenten van twijfelachtig gehalte, dan wel regelrechte mythen, niet worden geschuwd. Daarvan hieronder een paar voorbeelden.

MYTHE 1 ‘Immigranten doen het werk dat wij niet meer willen doen’

Dit is een klassieker in het immigratiedebat. En tot op zekere hoogte waar, maar geen steekhoudend argument pro-immigratie. Dat de reeds aanwezige bevolking (met en zonder migratieachtergrond) dat werk niet meer wil doen heeft een reden. En die reden is het alternatief dat de sociale zekerheid biedt.

Weliswaar verplicht een werkloosheids- of bijstandsuitkering tot solliciteren, maar in de praktijk wordt daar soepel mee omgegaan. Verwijtbaar gedrag wordt door de vingers gezien of betrokkenen krijgen het stempel ‘(grote) afstand tot de arbeidsmarkt’ opgedrukt en worden met rust gelaten.

Voor werknemers van buiten de EU ligt dit anders. Aanvankelijk hebben die een tijdelijke verblijfsvergunning, wat betekent dat stoppen met werken tot gevolg heeft dat dat men het land moet verlaten. Pas als na vijf jaar de permanente verblijfsvergunning (of naturalisatie) in de knip is krijgt men dezelfde positie als diegenen die ‘dat werk niet meer willen doen’. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat die nieuwkomers zich dan anders zullen gedragen dan al die anderen die ‘dat werk niet meer willen doen’. Ook zij zullen zich ontpoppen als calculerende burgers.

Toen de economie in de jaren tachtig in zwaar weer geraakte bleek dat grote delen van de industrie, die dankzij de loondrukkende werking van de gastarbeid de buitenlandse concurrentie nog het hoofd hadden kunnen bieden, alsnog de poorten moesten sluiten. Dankzij een een-tweetje tussen werkgevers en vakbonden vloeiden die overtollige werknemers, inclusief de gastarbeiders, voor een groot deel af naar de arbeidsongeschiktheidsregeling WAO, die als een verkapte werkloosheidsregeling fungeerde. Dat was toen een offer you can’t refuse: 80 procent van het laatstgenoten loon tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.

Die WAO staat allang niet meer open voor nieuwe gevallen, maar de Bijstandswet (tegenwoordig Participatiewet geheten) is nog alive and kicking, en het cliëntenbestand van die regeling bestaat merendeels uit personen met een niet-westerse migratieachtergrond, waaronder in de grote steden veel kinderen en kleinkinderen van de voormalige gastarbeiders. Pogingen om hen aan het werk te krijgen in de kassen van het Westland faalden. Daarvoor moesten arbeidskrachten uit met name Polen worden ingeschakeld. En die blijken weer creatief gebruik te maken van de Werkloosheidswet.

MYTHE 2 ‘We hebben immigranten nodig om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen’

Dit is vaak een gelegenheidsargument van de vreemdelingenlobby met als doel de acceptatie van illegale immigranten en asielzoekers te bevorderen. Ook de Europese Commissie zit op deze lijn, tegenwoordig in het bijzonder om de geesten rijp te maken voor meer legale arbeidsmigratie van buiten de EU. In zijn algemeenheid is deze stelling echter ondeugdelijk. Daar zijn zowel demografische als financieel-economische argumenten voor. Zie bijvoorbeeld dit artikel in Wynia’s Week. In het kort komt het op het volgende neer.

Als je middels immigratie aan de leeftijdssamenstelling van de bevolking zou gaan sleutelen, dan kom je al gauw uit op gigantische aantallen, zowel qua immigratie als qua bevolking. Dit is al vaak aangetoond in demografische berekeningen. Bepaald geen wenkend perspectief voor het dichtstbevolkte land (ministaatjes daargelaten) van Europa.

De vergrijzing impliceert dat het aantal ouderen in verhouding tot het aantal werkenden toeneemt. Toenemende AOW-uitgaven en zorgkosten voor ouderen moeten worden opgebracht door relatief minder werkenden. Dit schept een probleem voor de overheidsfinanciën. Maar anders dan in de meeste ons omringende landen blijft dit probleem – zoals blijkt uit periodieke berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) – binnen de perken doordat de aanvullende pensioenen worden gefinancierd uit particuliere besparingen, de veelbesproken ‘pensioenpotten’, en dus niet ten laste komen van de overheid. Sterker nog: de overheid heeft een flinke claim op die pensioenen vanwege de inkomstenbelasting die erover wordt geheven.

Om het resterende gat te dichten is arbeidsmigratie geen optie. Dat zou de ontvangende samenleving letterlijk en figuurlijk duur te staan komen. Want arbeidsmigranten genereren, voor zover niet hoogopgeleid, meer overheidsuitgaven dan zij opbrengen aan belastingen en premies. Dit geldt ook als zij niet bovengemiddeld uitkeringsafhankelijk worden. Moeten we daarom misschien alleen hoogopgeleiden toelaten? Daarvan heb je grote aantallen nodig om het gat te dichten en als je die al zou kunnen vinden resulteert dat in een aanzienlijke bevolkingsgroei, iets waar we in dit land ook niet op zitten te wachten.

Het voorgaande maakt ook duidelijk waarom tekorten op de arbeidsmarkt die het gevolg zijn van de vergijzing niet automatisch moeten leiden tot meer arbeidsmigratie. Immers, de lusten zijn voor de werkgever en de lasten voor de samenleving. Je moet op zijn minst een afweging maken tussen de maatschappelijke kosten en baten. Arbeidsmigratie zal dan alleen als optie in beeld komen voor tekorten aan kenniswerkers en aan minder hoog opgeleiden in vitale en meer plaatsgebonden sectoren zoals de zorg.

MYTHE 3 ‘Herinvoering van paspoortcontroles aan de Europese binnengrenzen zou een slechte zaak zijn’

Schengen is een dorp in Luxemburg waar in 1985 de leiders van de Benelux-landen, Duitsland en Frankrijk een verdrag sloten dat in 1995 zou leiden tot de afschaffing van de onderlinge grenscontroles op het personenverkeer. Later traden meer lidstaten en geassocieerde landen toe en werd ‘Schengen’ met het Verdrag van Maastricht (1992) onderdeel van de EU-regelgeving. ‘Schengen’ is typisch zo’n EU-project waarvan nooit overtuigend is duidelijk gemaakt voor welk probleem het een oplossing biedt.

Dat je destijds bij het reizen binnen Europa aan de grens je paspoort moest laten zien kan je met de beste wil van de wereld geen serieus probleem noemen. Die controles leidden zelden tot een oponthoud van meer dan enkele minuten. Alleen voor visumplichtige buitenlanders kwam er wat meer bij kijken. Ik denk dat ‘Schengen’ er toch vooral moest komen vanwege de symbolische betekenis ervan, die een welwillende houding tegenover ‘meer Europa’ onder de bevolking zou kunnen bevorderen.

Bij de invoering van ‘Schengen’ werd overwogen dat illegale immigranten, c.q. potentiële asielzoekers, na aankomst in een van de zuidelijke grenslanden, bijvoorbeeld Italië, dankzij het ontbreken van grenscontroles onbelemmerd kunnen doorreizen naar de verzorgingsstaten in Noordwest-Europa om daar asiel aan te vragen. Die grenslanden zouden aldus het nadeel van hun ongunstige ligging kunnen afwentelen op andere lidstaten.

Teneinde zorgen hierover weg te nemen werd de Dublinconventie in het leven geroepen. Deze overeenkomst bepaalde dat die immigranten in het land van aankomst asiel moesten aanvragen en als ze toch doorreisden als zogenaamde ‘Dublinclaimant’ konden worden teruggestuurd naar dat land van aankomst. Van deze opzet kwam weinig terecht. De bewijslast lag bij het terugsturende land en probleem hierbij was dat het land van aankomst betrokkenen veelal liet vertrekken zonder ze te registreren.

Kritiek op ‘Schengen’ wordt steevast gepareerd met verwijzing naar de economische schade die de grenscontroles zouden berokkenen. En dat wordt aanschouwelijk gemaakt met het spookbeeld van rijen vrachtwagens aan de grens die kostbare tijd verspilden toen we ‘Schengen’ nog niet hadden. Die rijen vrachtwagens stonden er echter niet omdat de chauffeurs aan de Marechaussee hun paspoort moesten laten zien, maar vanwege de papierwinkel aan douaneformaliteiten betreffende het grensoverschrijdende goederenvervoer.

Controles aan de grens op het personenverkeer en het goederenvervoer stonden echter volkomen los van elkaar. Dat er toch vaak een link wordt gelegd tussen deze twee komt misschien doordat de afschaffing van die douaneformaliteiten in het kader van de realisatie van de interne markt (1993) rond dezelfde tijd geschiedde als het in werking treden van ‘Schengen’ (1995). Als we weer paspoorten gaan controleren komen die rijen vrachtwagens aan de grens echt niet terug.

Een ander misverstand dat tot vrees voor economische schade leidt is dat we zonder ‘Schengen’ geen vrij verkeer van werknemers zouden hebben in de EU. Maar als we ‘Schengen’ buiten werking zouden stellen mag je nog steeds in elke andere lidstaat gaan werken. Het enige verschil is dat je bij het passeren van de grens even je paspoort moet laten zien.

MYTHE 4 ‘Voor echte vluchtelingen moet hier altijd plaats zijn’

Dit is hét politiek correcte antwoord op de vraag hoe het nu verder moet met de asielcrisis.

Wat zijn echte vluchtelingen? We hebben natuurlijk juridische definities, maar hoe stel je vast dat een asielzoeker aan zo’n definitie voldoet? De ambtenaar van de IND die geacht wordt deze vraag te beantwoorden moet het doen met niet veel meer dan een – veelal ingestudeerd – vluchtverhaal en het beweerde land van herkomst plus de ambtsberichten van Buitenlandse Zaken. Dat blijft toch nattevingerwerk.

En ‘altijd plaats’? Bij nadere beschouwing komt deze stellingname erop neer dat onze bereidheid om vluchtelingen op te vangen onbegrensd is. Dus ook als de aantallen gemiddeld genomen alsmaar toenemen. Vorig jaar 48 duizend asielaanvragen (nog bovenop de ontheemde Oekraïners). Dat kunnen er per jaar ook 100 duizend worden of meer.

Premier Rutte lijkt dit ook in te zien, vandaar dat hij aan bovenstaande stelling altijd toevoegt: ‘mits de aantallen beheersbaar zijn’, of woorden van gelijke strekking. Dit impliceert in ieder geval een bovengrens, maar ook dat de autoriteiten over instrumenten beschikken om de aantallen binnen de perken te houden. Momenteel ontbreken die instrumenten met als consequentie dat de premier op zich heeft genomen hier verandering in te brengen.

MYTHE 5 ‘Immigratie en asiel moeten op EU-niveau worden geregeld’

Als EU-gezinde politici worden bevraagd over ongewenste bemoeizucht van ‘Brussel’ zijn zij veelal bereid toe te geven dat het wel een tandje minder kan, maar dat er ook zaken zijn die je beter ‘Europees’ kan regelen. Tien tegen één dat immigratie of asiel dan als voorbeeld wordt genoemd.

Wat asiel betreft wil het met dat Europees regelen echter niet zo vlotten. De grondgedachte is steeds geweest dat EU-regelgeving zou kunnen voorkomen dat landen op strengheid gaan concurreren en zo een race to the bottom in gang zetten. De EU zou verder moeten zorgen voor een eerlijke verdeling van de lasten (burden sharing).

Zoals wel vaker bij EU-regelgeving miskent deze aanpak dat individuele landen tegengestelde belangen en prioriteiten kunnen hebben. Zo zit Duitsland nog steeds in de Wir schaffen das-modus, maar zijn Polen en Hongarije mordicus tegen de omvorming van hun landen in een multiculturele samenleving naar West-Europees model.

Denemarken, dat destijds vrijwaring (een opt-out) heeft bedongen van EU-regels inzake immigratie en asiel, laat zien dat de natiestaat beter dan de EU in staat is beleid te ontwikkelen dat, in overeenstemming met de wens van de kiezer, de instroom binnen de perken houdt. Nederland heeft destijds de kans op zo’n opt-out laten lopen, en staat nu voor de zware opgave om binnen de EU steun te vinden voor beleid dat meer armslag biedt als het gaat om het indammen van de instroom.

De missie van premier Rutte – de stand van zaken

Hij kwam al even voorbij in bovenstaande beschouwing: premier Rutte. Gedwongen door de binnenlandse politieke situatie beijvert hij zich op Europees niveau om de ongekende instroom van migranten c.q. asielzoekers in te dammen. De afgelopen weken ging de premier in gesprek met tal van Europese leiders en met de voorzitters van de Europese Commissie en de Europese Raad.

De kersverse Italiaanse premier Giorgia Meloni kondigde aan de ngo’s die onder het mom van reddingsoperaties een veerdienst onderhouden tussen Libië en Italië, te zullen aanpakken. Over de wens van Rutte om de Dublinconventie nieuw leven in te blazen konden beide staatslieden het niet eens worden. Meloni hamert vooral op burden sharing. In de praktijk betekent dat: asielzoekers doorverwijzen naar Noord-Europese landen.

Het onderwerp asiel kwam op initiatief van Rutte op de agenda van de Europese Raad, maar concrete vorderingen zijn uit dat overleg niet te melden. Of het moet het voornemen zijn om in EU-verband meer hekken aan de buitengrenzen te plaatsen. De Europese Commissie is tegen, dus die race is nog niet gelopen.

De Hongaarse premier Viktor Orbán werd nog verguisd toen hij tijdens de vorige asielcrisis (2015) begon met het optrekken van hekken aan de Hongaarse buitengrens. Inmiddels staat er in diverse lidstaten met een buitengrens te land reeds 2000 kilometer aan grenshekken. Het kan verkeren.

Overigens wordt zo’n hek pas echt effectief als offshore processing van asielverzoeken en opvang in de regio leidende beginselen worden in het EU-asielbeleid. Dan zullen EU-lidstaten niet langer verplicht zijn asielzoekers van buiten Europa toe te laten en hier in procedure te nemen. En hoewel de panelen voorzichtig beginnen te schuiven is het zo ver nog lang niet.

Wynia’s Week publiceerde tientallen artikelen en rapporten over Nederland Immigratieland. U vindt die artikelen HIER.

Wynia’s Week is er 104 keer per jaar, twee keer per week. Dat wordt volledig mogelijk gemaakt door de vrijwillige bijdragen van sponsors en andere donateursDoet u mee? Hartelijk dank!