Polderende werkgevers en vakbonden links ingehaald: de verzorgingsstaat won de verkiezingen

Tamminga
Demonstratie in Den Haag tegen de verhoging van de AOW-leeftijd (2009). Foto: Martijn Beekman, ANP Foto.

Werkgeversorganisatie VNO-NCW hamerde donderdag in zijn eerste reactie op de verkiezingsuitslag op de noodzaak van een stabiel meerderheidskabinet. Maar wat doet op vrijdag werkgeverspartij bij uitstek, de VVD? Een stabiel meerderheidskabinet vooralsnog vrijwel onmogelijk maken door te kiezen voor een gedoogrol in een centrum-rechts kabinet.

Als de werkgeverslobby, geleid door D66-er Ingrid Thijssen, al geen gehoor meer vindt bij de VVD, wat moet men dan met de drie grote winnaars van woensdag: PVV, Nieuw Sociaal Contract (NSC) en BBB?

De uitslag heet een ruk naar rechts, maar je kunt ook zeggen: ruk naar links. Een ruk naar klassieke, zo u wilt: ouderwets linkse thema’s. De PVV pleit al jaren voor verlaging van de AOW-leeftijd naar het ‘ouderwetse’ 65 jaar. Geen eigen risico in de gezondheidszorg. Een royalere verzorgingsstaat. Dat deze thema’s van PVV-leider Geert Wilders aanslaan is begrijpelijk. Een substantieel deel van de kiezers gruwt bijvoorbeeld van de kosten en de keuzestress van de zorgverzekeringswet (2006) en verlangt terug naar het Ziekenfonds.

Wilders en Omtzigt zetten de sociaal-katholieke traditie voort

Partijleider Pieter Omtzigt van NSC trekt de meeste aandacht met zijn thema beter bestuur. Maar soms, bijna terloops benoemt hij verstrekkende sociaal-economische prioriteiten, zoals: we moeten van 40 procent flex en 60 procent vaste arbeidscontracten naar 80 procent vast. Hij laakt de hoge prijzen. En hij heeft bestaanszekerheid op de politieke agenda gezet, al kan elke partij daar zijn eigen invulling aan geven.

Dus als je wat afstand neemt tot de politiek van alledag zie je in Wilders en Omtzigt exponenten van wat in de jaren zestig van de vorige eeuw de vakbondsvleugel was van de toenmalige Katholieke Volkspartij. De KVP verdween in het CDA, dat nog maar vijf Tweede Kamerzetels heeft. Wilders en Omtzigt hebben daarentegen 57 zetels en zetten het sociaal-katholieke gedachtengoed op hun manier voort.

Er is echter een levensgroot verschil tussen KVP toen en PVV en NSC nu. De KVP was kampioen innige samenwerking tussen werkgevers, vakbonden en politici. Kampioen corporatisme. Veel van deze overlegorganen en regelingen zijn de laatste decennia afgeschaft. Maar bij sociale wet- en regelgeving en pensioenen is het corporatisme nog springlevend onder de nieuwe naam poldermodel. Hoe lang nog?

Als PVV, NSC en BBB iets onderscheidt van de gevestigde politieke machten dan is het wel dat zij anti-polder zijn of de polder op afstand houden. Dat bindt. Maar er is meer. Ze worden geleid door politieke ondernemers die niet schatplichtig zijn aan oude mores en instituten. Dat zie je bijvoorbeeld terug in hun omroeppolitiek. De PVV wil stoppen met de publieke omroep, BBB en NSC willen een publiek tv-net schrappen.

Je ziet het ook aan de structuur van de PVV. De PVV is gestart als eenmanszaak en is nu marktleider op de verkiezingsmarkt. Als oprichter, enig lid en chief executive officer van de PVV houdt Wilders de macht in eigen hand, zoals meer eigenzinnige ondernemers dat doen.

Nog een verschil met de gevestigde opvattingen. De drie winnaars lieten hun verkiezingsprogramma niet doorrekenen door het Centraal Planbureau. Meer dan de helft van de nieuwe Tweede Kamer bestaat uit partijen die deze vrijwillige politieke plicht hebben afgeschaft.

Botsen met bazen en bonden

De stemmenwinst van PVV, NSC en BBB gaat botsen met de werkgevers en vakbonden in de gevestigde sociaaleconomische polderinstituten, zoals de Sociaal Economische Raad (SER), een regeringsadviseur en de pensioenwereld.

De drie winnaars moeten niks hebben van de nieuwe pensioenwet die per 1 juli van kracht is. De hoogte van de pensioenbetalingen staat niet meer vast, maar gaat fluctueren met de pieken en dalen van de beurs. PVV en BBB willen van de wet af, NSC wil een collectief instemmingrecht voor werknemers en gepensioneerden bij de overgang van hun pensioengeld.

De aanstaande confrontatie met de pensioenwereld, waarin werkgevers en vakbonden het voor het zeggen hebben, roept de vraag op hoe de ‘polderaars’ zich verhouden tot de nieuwe politieke realiteit.

Voor de vakbeweging is er best wat te halen gezien de voorkeur voor een royalere verzorgingsstaat en koopkrachtimpulsen door minder eigen risico in de zorg, meer minimumloon en de lagere prijzen die Wilders en Omtzigt voorstaan. Maar dat zal niet gebeuren. De FNV, geleid door oud-SP-senator Tuur Elzinga, heeft de PVV bijvoorbeeld al jaren geleden in de ban gedaan vanwege de tweespalt die de partij volgens de bond creëert in de samenleving. Tegelijkertijd zou het me niks verbazen als het percentage PVV-stemmers onder FNV-leden hoger is dan het gemiddelde. De twee groepen hebben overlappende kenmerken: man, 50+ en lagere inkomensgroepen. Zou de FNV durven zoveel leden te negeren?

De werkgevers hebben ook een lastige verhouding met de PVV. De een wil minder regels, zoals KLM, of lagere lasten, zoals kleine bedrijven (doorbetaling bij zieke werknemers). Anderen willen juist geld. Staalbedrijf Tata en andere vervuilers rekenen op overheidssteun om te verduurzamen. De PVV voedt klimaatpolitiek aan de shredder. Dat zet de toon. Dat wordt hard werken voor lobbyisten voor Tata, bouwers van windturbines en installateurs van warmtepompen als oplossing voor verbod op thuis op aardgas stoken.

In Buitenhof sloeg VNO-NCW-voorzitter Thijssen zondag tussen de bezweringsformules door (zorgen van burgers moeten geadresseerd worden; werkgevers ook niet altijd tevreden met kabinet RutteVier) een realistische toon aan. Ze erkende dat kiezers meer greep willen op migratie, ook de arbeidsmigratie waar haar leden baat bij hebben. Ze haalde niet uit naar de PVV, zoals haar voorgangers wel eens deden.

De VVD sloeg vrijdag de deur dicht, de werkgevers zetten ‘m juist open.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!