De poging om Nederland te ‘dekoloniseren’ is zelf koloniaal

edward
‘Volgens Edward Said ging Europa zichzelf tijdens de koloniale periode definiëren als superieur, rationeel en verlicht, in oppositie tegen de door Europeanen gekolonialiseerde volkeren die ‘irrationeel’ en onwetend zouden zijn.’

Dekolonisatie is één van de leidende begrippen in het ‘woke’ en ‘social justice’-gedachtengoed. De politieke partij BIJ1 stelt in haar concept-beginselprogramma dat zij ‘politiek bedrijft vanuit de erkenning dat Nederland de facto een koloniale staat is’ die minderheden van kleur permanent onderdrukt.

Woke-organisaties eisen dan ook niets minder dan de ‘dekolonisatie’ van Nederland op elk denkbaar vlak – zoals wetenschap, taalgebruik en musea. Hoe ver is het idee van de ‘dekolonisatie’ van Nederland al doorgedrongen in de Nederlandse instellingen?

‘Westerse superioriteitsgevoelens in taal en musea’

De afgelopen jaren namen social justice-activisten vrijwel overal westerse superioriteitsgevoelens waar. ‘Met deze koloniale taal stoppen we’ schreef hoofdredactrice Seada Nourhussen van online magazine OneWorld in 2018. De lijst van verboden woorden liep van ‘moderne slavernij’ – die term zou de transatlantische slavernij bagatelliseren – tot ‘etnisch’, ‘inheems’ en ‘stam’.

The Black Archives, één van de antikoloniale actiegroepen die de laatste jaren het oor hadden van bestuurders als oud-minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven van D66 en van instituten als de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, schreef in 2020 op zijn website dat ‘museums have institutionalized representations of modernity / coloniality through controlling narrative’. Dat is postmodernistische vaagtaal voor: musea vertellen het verkeerde verhaal in de verkeerde woorden.

Vrijwel alle Nederlandse musea en erfgoedinstellingen hebben zich in 2021 verenigd binnen het platform Musea Bekennen Kleur en zeiden ‘zich collectief uit te spreken en op te staan tegen institutioneel racisme’. Zo besloot het Rijksmuseum om termen als neger, eskimo en hottentot te schrappen uit beschrijvingen van schilderijen en beelden. Ook ‘blank’ ging in de ban.

Hoofddirecteur Taco Dibbets benadrukte in NRC het maatschappelijke belang van de tentoonstelling in het Rijksmuseum over het Nederlandse slavernijverleden – onder andere in de familie van de door Rembrandt vereeuwigde Marten en Oopjen.

Het Tropenmuseum – waarvan de uit Jamaïca afkomstige directeur Wayne Modest een verklaard voorstander van dekolonisatie was –  publiceerde in 2018 een taalgids voor het omgaan met het koloniale verleden: ‘Woorden doen ertoe. Een Incomplete Gids voor woordkeuze binnen de culturele sector’.

In juni 2022 opende het Tropenmuseum – in 1864 opgericht als het Koloniaal Museum – de permanente tentoonstelling Onze Koloniale Erfenis. ‘Kolonialisme is niet iets van het verleden. Het heeft de wereld gevormd: onze fysieke, mentale en persoonlijke wereld. Kolonialisme leeft door tot op de dag van vandaag’, is te lezen in de aankondiging van het Tropenmuseum.

Dekolonisatie: steeds verder?

Een veelgehoorde redenering is dat rekening houden met door het Europese kolonialisme ontstane gevoeligheden lovenswaardig is. Maar houdt het eisenpakket van de antikoloniale beweging daarbij op? De Franse filosoof Pascal Bruckner stelde in een interview op 18 januari 2022 met het Belgische weekblad HUMO: ‘Het dekolonialisme verwijt de witte man dat hij het kwaad en de wreedheid over de hele aardbol heeft verspreid.’

Zijn de eisen tot dekolonisatie dan geen nuttige correctie op de eeuwenlange machtspositie van het Westen, die ons blind maakte voor onze eigen fouten en de verworvenheden van andere culturen? Het is de vraag of de dekolonisatie-beweging genoegen neemt met het erkennen van ontsporingen uit het verleden, het appreciëren van Arabische wiskundigen of het zien van de schoonheid van – voorheen als primitief aangeduide – Afrikaanse houtsnijkunst.

Postkoloniale theorievorming

De beweging tot dekolonisering komt voort uit postmoderne antikoloniale theorievorming uit de jaren zeventig, waarvan de Amerikaans-Palestijnse academicus Edward Said met zijn boek Oriëntalisme uit 1978 de belangrijkste grondlegger was. Said stelt dat Europa zichzelf tijdens de koloniale periode ging definiëren als superieur, rationeel en verlicht, in oppositie tegen de door Europeanen gekolonialiseerde volkeren die ‘irrationeel’ en onwetend zouden zijn.

Van wetenschappen, zoals de politieke filosofie van Locke en Hume, tot literatuur als de in Kongo gesitueerde roman Heart of Darkness van Joseph Conrad: volgens Said stond het allemaal in dienst van koloniale uitbuiting en overheersing van andere werelddelen. Net als de classificatie door westerse geleerden als Linnaeus van volkeren en natuur op basis van zichtbare kenmerken, waarbij ‘Europeanen’ als de norm golden tegenover ‘passieve’ Aziaten of ‘inactieve’ zwarte Afrikanen.

Said was beïnvloed door Michel Foucaults opvattingen over hoe taal, kennis en macht samenhangen. Het dominante discours, inclusief het wetenschappelijke, staat altijd in dienst van de machtsstructuren. Said was fel pleitbezorger van de Palestijnse zaak en het is een geloofsartikel van social justice-activisten dat de Palestijnen moderne slachtoffers zijn van het Europese project van kolonisatie.

Westerse wetenschap onder vuur

Postkoloniale denkers als Gayatri Chakravorty Spivak – in het essay ‘Can the subaltern speak?’ uit 1988 – meenden dat de dominante taal en wetenschap van de Europese kolonisatoren het voor gekoloniseerde volkeren onmogelijk maakten hun eigen stem en gedachtengoed te laten klinken. Spivak noemde dit ‘epistemic violence’ (epistemisch geweld) tegen minderheden. Etnische minderheden in westerse samenlevingen zouden evengoed machteloos zijn om te spreken en denken, aangezien de machthebbers hen collectief bestempelen en stereotyperen als De Ander (in woke termen: ‘Othering’).

In Cynical Theories uit 2020 bekritiseren Helen Pluckrose en James Lindsay de activistische postkoloniale stroming. Die stroming wijst ‘witte’, op rationaliteit en onderzoek gebaseerde, wetenschappelijke disciplines af als vormen van machtsuitoefening en onderdrukking.

De postkoloniale denkers willen grote delen van de wetenschap op niet-westerse leest schoeien, als compensatie (‘research justice’) voor het op racistische gronden negeren van ‘zwarte kennis’. Zelfs concepten als tijd en ruimte gelden als verdacht – want ‘wit’ en ‘koloniaal’ – en moeten plaatsmaken voor niet-westerse perspectieven. Het is een afwijzing van de Verlichting en de moderniteit als producten van de Europese superioriteitsgedachte.

Antimoderniteit

BIJ1 en aanverwante organisaties als The Black Archives stellen vergelijkbare eisen tot dekolonisatie. ‘Moderniteit is Kolonialiteit’, schreven de partijideologen van BIJ1, Willem Schinkel (bijzonder hoogleraar sociale theorie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam) en emeritus-hoogleraar Gender en Etniciteit aan de Universiteit Utrecht Gloria Wekker, in een Orwelliaans aandoende slogan.

Moderniteit is immers ‘door kolonialisme en patriarchaal en raciaal kapitalisme vormgegeven’. Volgens BIJ1 is er dan ook ‘geen radicaal gelijkwaardige en rechtvaardige samenleving mogelijk zonder dekolonialiteit’ en ‘het bestrijden van het blijvend onrecht dat de westerse versie van moderniteit voortbrengt’.  

Een voorbeeld van dat onrecht krijgen we te lezen in Witte Onschuld. Paradoxen van Kolonialisme en Ras uit 2020. In dat boek memoreert Gloria Wekker hoe het Directoraat voor de Coördinatie van Emancipatiezaken van het ministerie van Onderwijs zich richting haarzelf schuldig maakte aan ‘epistemisch geweld’, want het ministerie wilde zich niet bezighouden met de zorgen van ‘vrouwen van kleur’. Volgens Wekker kwam dat omdat ‘witte vrouwen’ in dit soort overheidsorganisaties ‘stilletjes een geprivilegieerde en koloniserende positie innemen’.

Postmoderne racialisering

Helemaal nieuw is het allemaal niet: in de jaren zeventig van de 20ste eeuw was het marxistische en trotskistische denken aan menige universiteit in de Verenigde Staten en West-Europa ook sterk antikapitalistisch en ‘krities’ op Amerikaans imperialisme. De woke-beweging voor dekolonisatie voegt hier nu bewust rassentegenstellingen aan toe.

Neem de volgende passage uit het conceptprogramma van BIJ1: ‘Dekolonialiteit houdt ook in dat we onder ogen zien dat op grond van 400 jaar kolonialisme een ‘cultureel archief’ gevormd is, waarbij superioriteit en inferioriteit op basis van ras en etniciteit stevig in ons en onze instituties geïnstalleerd zijn.’ En die instituties moeten daarvan gezuiverd, waarbij de ‘witte’ mens het probleem en de sta-in-de-weg is. Men beweegt van klassenstrijd naar een postmoderne ‘rassenstrijd’.

Omgekeerd koloniaal denken

Vrijwel alle publiek gefinancierde organisaties hebben inmiddels manifesten opgesteld vol ambities voor meer diversiteit en inclusiviteit. Het is sterk de vraag of het genoeg zal zijn om de antikoloniale toorn te doen luwen. Simone Zeefuik, initiatiefneemster van Decolonize the Museum, zei in een podcast van De Correspondent dat er geen sprake kon zijn van een dialoog over dekolonisatie. Want ‘dialoog betekent slechts een gesprekspauze’. Er viel volgens Zeefuik niet te onderhandelen, de instituties moeten het eisenpakket gewoon inwilligen. 

Basisidee van leren en wetenschap verdacht

Het theoretische postkolonialisme van Said en Spivak klinkt door in de visie van BIJ1 op onderwijs: ‘de organisatie, inhoud en verdeling van kennis, over de hele linie, is ingebed in een vorm van kolonialiteit die gedurende eeuwen de drijvende kracht achter kennisproductie was.’ Vaak klinkt onder woke-activisten de klacht over het teveel aan ‘witte’ auteurs op de leeslijsten van schoolvakken en bij academische opleidingen.

Nu heeft BIJ1 een beperkt aantal kiezers achter zich, wat kan zo’n kleine partij dan bereiken? Toch hebben universiteiten, scholen en andere instituten de neiging toe te geven aan boosheid over namen van gebouwen of verwijzingen naar de Gouden Eeuw. De afdeling Amsterdam van GroenLinks ging mee in klachten van BIJ1 dat onderwijs in exacte vakken als wiskunde in Nederland te koloniaal was, vanwege ‘de dominante (Eurocentrische) visie binnen de exacte wetenschappen dat de natuur moet worden onderworpen aan ons verstand’.

Is dit probleem niet op te lossen door in elke academische discipline en bij elk schoolvak een – tot voor kort wellicht over het hoofd geziene – ‘wetenschapper-van-kleur’ te behandelen? Het zou direct leiden tot gemarchandeer. Moeten opleidingen meer of minder waarde gaan toekennen aan een wetenschapper of filosoof vanwege diens huidskleur?

Postkoloniale theorievorming maakt gebruik van cirkelredeneringen: wetenschappelijke disciplines of onderzoeken waarvan de resultaten de postkoloniale stroming niet bevallen verwerpt men als ‘niet-waardenvrij’ en ‘niet-neutraal’. Ze zijn immers het resultaat van westers denken op basis van bewijs en argumentatie en die manier van denken is alleen bedoeld om de machtsverhoudingen ten gunste van de ‘witte’ mens in stand te houden.

Dekolonisatie van klimaat en de economie

Woke-activisten maken zich – net als actiegroepen als Urgenda en Extinction Rebellion en politieke partijen als GroenLinks en D66 – druk om het klimaat en de opwarming van de aarde. BIJ1 stelt: ‘de enige plausibele politiek tegen mondiale opwarming is antikapitalistisch en dekoloniaal’.

BIJ1 was tijdens de Klimaatmars in Rotterdam op 19 juni 2022 trots onderdeel van het ‘dekoloniale antiracisme blok’, dat achter een groot spandoek aanliep met de slogan ‘Witte overheersing vermoordt mensen en planeet!’. Over het einddoel van het ‘dekoloniale blok’ was de initiatiefneemster duidelijk: ‘De witte suprematie ontwrichten.’

Hier ligt een mogelijke bron van frictie tussen de woke zwart-activistische beweging aan de ene kant en Extinction Rebellion, Urgenda en GroenLinks aan de andere kant. Die laatste groeperingen hebben vooral aanhang onder ‘witte mensen’ – vaak jongeren uit welvarende gezinnen – die weliswaar graag schuld belijden voor het koloniale verleden van Europa maar ook geloven in technologische oplossingen en daarmee – volgens het dekoloniale denken – onderdeel zijn van het probleem. Van BIJ1 mag de oplossing voor klimaatverandering namelijk niet komen van ‘westerse wetenschappers en bedrijven’ – en daarmee ook niet van de biotechnologie van de Universiteit Wageningen. 

Eis tot dekolonisatie is de kern van woke…

Dekolonisatie is geen zijspoor, het is de essentie van het woke-denken. Pluckrose en Lindsay wezen er in Cynical Theories op dat woke-activisme minderheden in groepen opdeelt en aan ‘witte mensen’ en ‘witheid’ uitsluitend negatieve kenmerken toekent. Het is precies de vorm van categorisering die Edward Said de koloniserende Europeanen verweet.

…en op zichzelf koloniaal

Antikoloniaal activisme is tweeledig: aan de ene kant stellen bijvoorbeeld zwarte activisten zich op als slachtoffers van ‘interne kolonisatie’ door de Nederlandse instituties en machtsstructuren. Aan de andere kant wil het de Nederlandse maatschappij herstructureren op basis van hun eigen (raciale?) vooroordelen over de ‘witte’ Nederlander. Daarbij baseert het zich op ideologische actieliteratuur als How to be an anti-racist van Ibrahim X. Kendi uit de Verenigde Staten, met het bijbehorende Engelstalige jargon – de Nederlandse taal is als ‘taal van de kolonisator’ immers verdacht. Dat het Engels – dat als taal van het Verenigd Koninkrijk wereldwijd is verspreid als gevolg van kolonisatie  – niet verdacht is geeft aan hoe inconsequent en onlogisch het antikoloniale discours vaak is.

Postkoloniaal activisme komt in extreme vorm neer op een poging de rollen en de machtsverhoudingen om te draaien: de cultuurtradities van groepen immigranten als positief, onveranderlijk en onaantastbaar zien en tegelijk de Nederlandse cultuurtradities problematiseren, verplicht ‘divers’ maken dan wel afschaffen.

Komt het tot ‘dekolonisatie’ van Nederland?

Instituten die het dekolonisatie-discours overnemen doen dat deels als een vorm van wokewashing (‘kijk eens hoe educated en doordrongen van onze privileges we zijn’) en deels uit angst voor activisme en de bijbehorende negatieve publiciteit.

Deze symboolpolitiek kan op termijn wel degelijk gevolgen hebben: het onderwijs en de culturele instellingen fungeren immers als kraamkamers voor het denken van de hoogopgeleide bovenlaag van morgen. In hoeverre Nederland wordt ‘gedekoloniseerd’ hangt in hoge mate af van in hoeverre bestuurders, instituties en politici hun rug recht houden.

We vallen u er zo weinig mogelijk mee lastig. Maar het is natuurlijk wel waar: Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Mogen we u noteren? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!