Ondanks Henri Bontenbal een ruime Kamermeerderheid voor strengere asielwetten, dat is democratie op z’n best

‘Deze zaal zit vol met ophitsers en vol met mensen die te laf zijn om daartegen op te staan,’ zei Esther Ouwehand, fractieleider van de Partij voor de Dieren, in haar stemverklaring tijdens de vergadering van de Tweede Kamer op 3 juli. Daar werd gestemd over de asielwetten van de inmiddels afgetreden PVV-minister Marjolein Faber.
Het betrof de Wet invoering tweestatussenstelsel en de Asielnoodmaatregelenwet, die met 95, respectievelijk 94 stemmen vóór – van de coalitiepartijen en klein rechts – werden aangenomen. Wat de laatstgenoemde wet betreft werden aarzelende Kamerleden van NSC en SGP over de streep getrokken door een toezegging van de minister dat er nog advies zou worden gevraagd aan de Raad van State over de kwestie van de strafbaarstelling van illegaal verblijf en hulp aan illegalen.
Al met al een bijna tweederdemeerderheid dus. Dat is, afgaande op de vele opiniepeilingen over asiel, in lijn met de opvattingen van een grote meerderheid van de kiezers. Democratie op zijn best. Applaus lijkt hier beter op zijn plaats dan een tirade à la Esther Ouwehand.
Misplaatste ophef
De ophef in de media en in het Kamerdebat over deze asielwetten is misplaatst. Soortgelijke wetgeving is in de ons omringende landen allang van kracht. Dit geldt ook voor de strafbaarstelling van illegaal verblijf en van hulp aan illegalen. Dat onderdeel werd door Geert Wilders, gebruikmakend van de afwezigheid van een aantal linkse Kamerleden, op de valreep aan de Asielnoodmaatregelenwet toegevoegd.
De strafbaarstelling van illegaal verblijf in ons omringende landen toont onderlinge verschillen, maar komt er kort samengevat in de praktijk op neer dat zaken doorgaans als administratieve/bestuursrechtelijke overtreding worden afgedaan. Ook als gevangenisstraf mogelijk is, zoals in Duitsland.
Anders ligt het wat betreft hulp aan illegalen. Als het gaat om humanitaire hulp (de spreekwoordelijke Heilsoldaat die een kop soep uitdeelt aan onder een brug verblijvende illegale vreemdelingen) worden betrokkenen overal met rust gelaten, ook als dergelijke hulp niet expliciet van strafbaarstelling is uitgesloten. Dat zal in Nederland niet anders gaan, en daar is geen extra advies van de Raad van State, zoals toegezegd in het Kamerdebat, voor nodig. Waar het gaat om hulp aan illegalen die is bedoeld om overheidsbeleid gericht op terugkeer naar het land van herkomst te saboteren, kent men daarentegen in omringende landen weinig clementie en zijn serieuze straffen wel aan de orde. Dat strekt Nederland ten voorbeeld.
Zoals gezegd zal, ondanks de strafbaarstelling van hulp aan illegalen, de humanitaire hulp buiten schot blijven. Alle opwinding erover is misplaatst. Dat CDA-fractievoorzitter Henri Bontenbal hier een nummer van maakte (‘totaal onbegaanbare weg’) is niet fraai, maar bij gebrek aan goede argumenten om tegen de wetsvoorstellen te stemmen, moet je als politicus toch wat. De strafbaarstelling fungeerde zo vooral als een stok om de hond te slaan.
Opwinding was er ook buiten de Tweede Kamer. Korpschef Janny Knol van de Nationale Politie ventileerde in een publieke verklaring scherpe kritiek, qua inhoud en procedure, op het amendement inzake de strafbaarstelling van illegaal verblijf. Zou de korpschef van mening zijn dat al die andere landen waar vergelijkbare wetgeving bestaat de verkeerde afslag hebben genomen?
Ook los daarvan is dit een bedenkelijke actie van de korpschef, een actie die past in een trend die we de laatste tijd wel vaker zien. Denk aan de ambtenaren van Buitenlandse Zaken, die op de stoep van het ministerie protesteerden tegen het beleid van hun minister, en aan de saboterende ambtenaren van toenmalig minister Faber, waarover straks meer. De regel is dat ambtenaren hebben uit te voeren wat de politiek van hen vraagt – en niet omgekeerd.
Zand in de machine
De Wet invoering tweestatussenstelsel is te beschouwen als reparatiewetgeving van de Vreemdelingenwet uit het jaar 2000 van toenmalig staatssecretaris Job Cohen (PvdA). In laatstgenoemde wet kregen degenen die geen persoonlijke vervolging te vrezen hadden dezelfde uitgebreide rechten als degenen voor wie dit wel gold. Omdat Nederland in dit opzicht een buitenbeentje was geworden in Europa, werd ons land zo extra aantrekkelijk als bestemming voor asielzoekers.
Dat toenmalig minister Faber erin is geslaagd om in een half jaar tijd met de uit het coalitieakkoord voortvloeiende wetgeving op de proppen te komen, en deze vervolgens (via haar opvolger) aangenomen te krijgen, is een prestatie van formaat. Dat zij niets presteerde, zoals de oppositie en de media keer op keer beweerden, is een mythe gebleken. Dit te meer daar zij heeft moeten opboksen tegen ambtenaren die er alles aan deden om ‘zand in de machine te strooien’, zoals Arnon Grunberg onthulde in Buitenhof.
Pyrrusoverwinning?
De Raad van State streeft er volgens de Volkskrant naar om ‘eind augustus, begin september’ met het gevraagde advies te komen over de strafbaarstelling van illegaal verblijf en hulp aan illegalen. De Eerste Kamer kan in dat geval meteen na het reces beginnen met de behandeling van de Asielnoodmaatregelenwet, waarvan de strafbaarstelling onderdeel is. Of dit wetsvoorstel en de Wet invoering tweestatussenstelsel het in de senaat gaan halen. is echter de vraag.
De coalitie had in de Eerste Kamer al geen meerderheid, zelfs als de onberekenbare VVD’ers niet buiten de boot zouden vallen en we de zetels van klein rechts (FvD, JA21 en SGP) meetellen. Inmiddels zijn nog twee leden van BBB uit de fractie gestapt, waarvan één is overgestapt naar D66. Als die twee zouden voorstemmen en ook 50plus over de streep kan worden getrokken, dan lukt het. De kans dat uit de CDA-fractie nog voorstemmers opstaan is gering.
Dat de Tweede Kamer de asielwetten met een grote meerderheid heeft aangenomen, zou zo bezien kunnen uitdraaien op een pyrrusoverwinning van de voorstanders. Echter, met die bijna tweederdemeerderheid is een politiek feit geschapen dat nog lang kan doorwerken. Om te beginnen kan het worden uitgebuit in de aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 29 oktober. Partijen uit het kamp van de voorstemmers kunnen het dan bijvoorbeeld tegenstemmer Henri Bontenbal knap lastig maken, wetende dat diens potentiële kiezers in meerderheid voorstanders zijn van een strenger asielbeleid.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!