België broedt op nieuw asielbeleid: zonder activistische rechters en met bewaakte landsgrenzen

ww 25-09
‘Het is cruciaal dat Europese landen hun grenzen kunnen controleren. Een staat die een asielbeleid voert, moet dat beleid ook kunnen afdwingen met identiteitscontroles.’ Foto: gemeente Zundert.

Door Christophe Degreef*

52 procent van de Belgische asielzoekers moeten hun aanvraag in een andere lidstaat doen of zijn elders al erkend. Als deze groep niet meer hoeft te worden opvangen, is een groot deel van het Belgische asielprobleem opgelost. Dat zegt Marc Bossuyt (81), emeritus hoogleraar volkenrecht en voormalig voorzitter van het Grondwettelijk Hof van België. Op verzoek van het kabinet van premier Bart De Wever schreef hij een nota voor een toekomstig Belgisch en Europees asielbeleid.

Eerder al steunde Bossuyt, tevens gewezen Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de statenlozen, de kritiek van De Wever en acht andere Europese regeringsleiders op het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM). Omdat het in Straatsburg gevestigde hof de mensenrechten- en asielverdragen in Europa erg activistisch interpreteert, is volgens De Wever en zijn collega’s een strikt asielbeleid onmogelijk.

Bossuyt bepleit maatregelen zowel binnen als buiten de huidige Europese asielwetgeving. Wat de eerste categorie betreft, stelt Bossuyt onomwonden dat Europese lidstaten beter moeten opletten wie precies solliciteert om rechter te worden. ‘Rechters die terughoudender zijn als het op de interpretatie van mensenrechten aankomt, zouden de voorkeur moeten krijgen op activistische rechters.’

Kritiek op rechters moet mogen

Volgens Bossuyt mogen EU-lidstaten ook kritiek leveren op de Europese rechtspraak over asielzoekers, zeker wanneer het EHRM zich gedraagt als wetgever, ‘Als overheden een mening hebben over uitspraken van het EHRM brengen ze de rechterlijke macht niet in gevaar. Uiteindelijk zijn verdragspartijen – de lidstaten dus – de ultieme meesters van de verdragen die ze hebben opgesteld en ondertekend.’

Complexer wordt het wanneer Bossuyt De Wever argumenten levert over hoe Europese mensenrechten- en asielverdragen kunnen worden aangepast, de tweede categorie dus. ‘Niet de teksten zelf zijn zozeer een probleem, maar hun interpretatie is dat vaak wel.’

Uiteindelijk ziet Bossuyt twee grote hefbomen om de Europese asielverdragen werkbaarder en strenger te maken: asiel krijgen in Europa mag geen recht zijn dat alleen door rechtbanken wordt afgedwongen. De politiek moet opnieuw meer zeggenschap krijgen over het beleid. En Europese lidstaten moeten maar eens écht solidair beleid voeren gebaseerd op wederzijds vertrouwen.

‘Je moet ervan uit kunnen gaan dat elke Europese verdragspartij een soortgelijk asielbeleid voert’, zegt Bossuyt. ‘Het folterverbod is absoluut en dat is uiteraard terecht. Maar dat wil niet zeggen dat een asielzoeker naar een andere Europese lidstaat sturen hetzelfde is als folteren. Toch suggereert het EHRM dat nu wel vaak in zijn uitspraken: als iemand in een ander Europees land minder goed wordt opgevangen, dan komt dat neer op een inbreuk op zijn mensenrechten. Dat gaat te ver. Zolang lidstaten zijn aangesloten bij het EHRM in Straatsburg, moeten we ervan uit kunnen gaan dat ze een asielbeleid voeren dat niet strijdig is met het folterverbod. Niemand in Europa loopt het risico om gefolterd te worden, zoals door dat verbod oorspronkelijk werd beoogd.’

Politieke wil

Volgens Bossuyt hebben EU-lidstaten als Italië en Griekenland zich te lang onttrokken aan hun verplichtingen om asielzoekers behoorlijk op te vangen en hen een procedure te laten doorlopen. ‘Asielzoekers komen daardoor massaal naar West-Europese landen zoals België. Eenmaal hier kunnen ze dus niet worden teruggestuurd, omdat zoiets in de ogen van het huidige Europese recht strijdig zou zijn met de mensenrechten, met name met het folterverbod. Ook landen als Griekenland en Italië moeten aan hun verplichtingen voldoen – daar moet de Europese Commissie voor zorgen. 40 procent van de asielaanvragen in België zijn aanvragen die in een andere Europese lidstaat zouden moeten worden behandeld en 12 procent van de asielzoekers zijn al in een andere lidstaat als vluchteling erkend. Maar ze moeten een hele procedure doorlopen voor we hen naar die lidstaat kunnen terugsturen. Als we die 52 procent asielzoekers niet meer zouden moeten opvangen, dan is een groot deel van het Belgische asielprobleem opgelost. Maar daar is wel politieke wil voor nodig op Europees vlak.’

Een ander belangrijk punt van de nota-Bossuyt: Europese lidstaten moeten, als zij dat wensen, altijd hun grenzen kunnen controleren zonder ervan te worden beschuldigd het vrije verkeer van personen in Europa te hinderen. Bossuyt pleit dan ook voor een aanpassing van de Schengenverdragen.

‘Het is cruciaal dat Europese landen hun grenzen kunnen controleren. Een staat die een asielbeleid voert, moet dat beleid ook kunnen afdwingen met identiteitscontroles. Ik vind daarom dat je bijvoorbeeld ook geen politieke akkoorden met de Britten moet sluiten over asiel en migratie zolang de Britten geen identiteitskaarten invoeren, want op die manier bemoeilijkt het Verenigd Koninkrijk het Europese asielbeleid.’

Nieuwe wind

‘Momenteel lijkt het nog een beetje politieke fictie om te werken aan een strenger asielbeleid’, zegt Bossuyt tenslotte. ‘Maar ik merk wel op dat de wind in Europa anders begint te waaien. We mogen ook niet uitsluiten dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg rekening houdt met de veranderende politieke visie op migratie. Als je altijd blind het huidige Straatsburg volgt, dan raken we in Europa simpelweg niet uit de asielcrisis.’

*Christophe Degreef is journalist. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Doorbraak.be

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!