Idee: als klimaatwetenschappers nu eens doelmatig klimaatbeleid gingen adviseren

van andel
Meer van hetzelfde klimaatbeleid is voor de komende 25 jaar een doodlopende weg. Foto: Pexels.

Eurocommissaris Wopke Hoekstra overweegt om zijn plan van 90 procent CO2-reductie in 2040 verder af te zwakken. Eerder dit jaar kreeg hij dat destructieve plan er nog door met geitenpaadjes dat CO2-reductie buiten de EU ook mocht meetellen, maar nu liggen grote lidstaten zoals Duitsland en Frankrijk opnieuw dwars. Zij vinden 90 procent CO2-reductie in 2040  te veel, en maken zich terecht zorgen over het concurrentievermogen van Europese bedrijven. Professor Heleen de Coninck, plaatsvervangend voorzitter van de Wetenschappelijke Klimaatraad, noemt dit een slecht signaal dat ingaat tegen de wetenschap.

De Coninck doelt hiermee op de gangbare klimaatwetenschap dat de wereld in 2050 CO2-neutraal zou moeten zijn, teneinde de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken conform het klimaatakkoord van Parijs. Hoekstra, Duitsland, Frankrijk en wij allen hebben echter met meer te maken dan de gangbare klimaatwetenschap. Als grote EU-landen dwars gaan liggen en onze bedrijven verzwakken, valt er over vijf of tien jaar weinig meer te verduurzamen. Verduurzamen is immers iets dat alleen de circa veertig rijkste landen in de wereld zich kunnen permitteren, binnen en buiten hun eigen grenzen.

Betaalbare en betrouwbare energie is cruciaal

De 150 minder rijke landen in de wereld hebben daartoe niet de middelen en technologie. Daarom is op de klimaattop in Bakoe afgelopen november besloten om vanaf 2035 jaarlijks 300 miljard euro klimaatsteun te geven aan die minder rijke landen. Dat is pas over tien jaar, maar als het huidige 90 procent reductieplan van Hoekstra de economieën van de rijke EU-landen inderdaad verzwakt, komt er niets terecht van die 300 miljard per jaar. De symptomen van zo’n verzwakking dienen zich al nadrukkelijk aan in bijvoorbeeld Nederland en Duitsland, mede door torenhoge energieprijzen en structurele netcongestie.

Rotterdamse chemiebedrijven pakken hun biezen, Duitse autobedrijven zuchten onder Chinese concurrentie, en de Europese staalindustrie staat het water aan de lippen. Een teloorgang of vertrek van die sectoren is slecht voor natuur en klimaat, want dan nemen Aziatische, Amerikaanse en Afrikaanse bedrijven hun marktaandeel glimlachend over. Europeanen worden dan afhankelijker van buitenlandse chemicaliën, medicijnen, auto’s en staal, en verliezen bovendien de controle over de duurzaamheid daarvan. We moeten er kortom voor zorgen dat we sterk en rijk blijven, zeker ten opzichte van China en de VS. Dat kan alleen met een betaalbare en betrouwbare energievoorziening, en niet met steeds meer variabele wind- en zonnestroom, steeds meer netcongestie en steeds hogere energieprijzen.

Hoekstra doet er goed aan om als commissaris van veruit het kleinste werelddeel zijn knopen heel zorgvuldig te tellen en nadrukkelijk rekening te houden met de Franse president Emmanuel Macron en de Duitse bondskanselier Friedrich Merz. Dat is zijn opdracht in het Europese overleg- en consensusmodel. De klimaatwetenschap houdt geen rekening met politieke meningsverschillen en afkalvende economieën, maar professor De Coninck en haar mede-raadsleden zouden dat als prominente adviseurs van de regering wel degelijk moeten doen. Het geven van adviezen die niet haalbaar, uitvoerbaar of betaalbaar blijken voegt weinig waarde toe.

Intussen heeft China opnieuw Europa en de VS in de gordijnen gejaagd, met extra exportbeperkingen op zeldzame metalen. Dat gebeurde in april ook al, en aangezien China een monopolypositie bekleedt, kunnen we daar weinig tegen doen. Dit machtsspel van China raakt de beschikbaarheid en betaalbaarheid van onder andere lithiumbatterijen voor elektrische auto’s en magneten voor windmolens. We zijn daar met ons ondoelmatige klimaatbeleid aan overgeleverd, en dat zou nog erger worden als Hoekstra zijn 90 procent reductieplan doorzet conform het advies van De Coninck en de Wetenschappelijke Klimaatraad.

Wereldvreemd wensdenken

De recente ruzie tussen Nederland en China over de chips van het Nederlandse bedrijf Nexperia past in het patroon van de toenemende Chinese handelshegemonie. De toch al door Chinese concurrentie geplaagde Europese auto-industrie zou daardoor een tekort aan chips kunnen krijgen. Nexperia produceert behalve in Nijmegen ook in China, en de Chinezen dreigen nu met een exportbeperking. Het zou wereldvreemd wensdenken zijn als Hoekstra en de voltallige Europese commissie niet veel pragmatischer en realistischer internationaal klimaatbeleid zouden gaan voeren.

Een cosmetische CO2-reductie van 90 procent in 2040 in het rijke miniwerelddeel Europa is een technisch aantoonbare illusie, los van de vermeende noodzaak van zo’n grote reductie. De CO2-uitstoot in de rest van de wereld neemt sinds 1990 ruim tien maal zo snel toe als dat die in Europa afneemt, dus het plan van Hoekstra zal sowieso geen meetbaar effect op het mondiale klimaat hebben, wat er ook van terechtkomt. Dat is de cijfermatige realiteit, en die zouden professor De Coninck en de Wetenschappelijke Klimaatraad nadrukkelijk moeten meenemen in hun adviezen.

Hun verantwoordelijkheid voor realistisch en doelmatig klimaat- en energiebeleid reikt veel verder dan alleen maar blijven hameren op wat de klimaatwetenschap en het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) publiceren. Hun verantwoordelijkheid reikt ook veel verder dan Nederland en Europa. Het mondiale fossiele brandstofverbruik en de CO2-uitstoot zijn sinds het Kyoto Protocol in 1997 aanzienlijk sneller gestegen dan in de 25 jaar daarvoor.

Dat groeitempo is sinds het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 weer afgenomen, maar groei is er nog steeds. Dat zou adviesraden van regeringen toch terughoudend moeten maken met meer van hetzelfde blijven adviseren. Meer van hetzelfde klimaatbeleid is voor de komende 25 jaar een doodlopende weg, gezien alle maatschappelijke, geopolitieke, technologische en demografische ontwikkelingen van de afgelopen 50 jaar.

Uitgelezen kans

Met nog een week te gaan voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober, hebben we een uitgelezen kans om te kiezen voor een veel realistischer en doelmatiger klimaat- en energiebeleid dan de regering met adviezen van de Wetenschappelijke Klimaatraad heeft gevoerd sinds 2015 en daarvoor. De Nieuwe Kies Wijzer Klimaat verschaft daartoe een overzichtelijke evaluatie van alle partijprogramma’s, op basis van een objectieve wetenschappelijke analyse van alle energieopties.


De 
Nieuwe Kies Wijzer Klimaat van Maarten van Andel is een uitgave van Uitgeverij Blauwburgwal, kost € 18,50, en is HIER  te bestellen. Maarten van Andel is beschikbaar voor de media: marketing@blauwburgwal.nl

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!