Afschaffen cum laude: universitaire knieval voor de middelmaat

girbes
Een universiteit die excellentie wegpoetst, poetst vooral zichzelf weg. Beeld: YouTube.

Talentvolle beginnende wetenschappers kunnen vanaf 1 januari niet meer cum laude promoveren aan de Universiteit Twente, zo werd vorige week bekendgemaakt.  Bij de faculteit Geneeskunde van de Vrije Universiteit in Amsterdam vond het bevoegd gezag al eerder dat het predicaat cum laude op een ander niveau, de studie geneeskunde, de studenten te veel prestatiedruk oplegde en daarom moest worden afgeschaft.

Het past uitstekend bij de brede maatschappelijke neiging om verschil te wantrouwen en het uitzonderlijke gelijk te stellen met het gemiddelde. Nivelleren is het huidige deugen: liever iedereen gelijk dan eerlijke verschillen benoemen. Daarbij staan slechte analyses van verschil aan de basis van beslissingen van bestuurders, die meer stilstaan bij reputatie of reputatieschade, dan bij het oplossen van daadwerkelijke problemen. Symbolische gelijkheidspolitiek is in hun ogen kennelijk een goed instrument om te scoren. En geen onderscheid maken is veel gemakkelijker dan een debat voeren over kwaliteit of echte ongelijkheid.

Cum laude in de praktijk

Hoe ziet cum laude er in de praktijk uit? Ik refereer hierbij vooral naar mijn vak geneeskunde omdat ik daar als hoogleraar kan putten uit eigen ervaring. Een hoogleraar – door nivellering hoeft het tegenwoordig niet eens meer een hoogleraar te zijn – begeleidt veelal met een team, een promovendus in een promotietraject. Daarbij doet de promovendus, ook weer vaak in teamverband met andere onderzoekers, wetenschappelijk onderzoek.

Dat leidt tot discussies over de opzet en uitvoering van het onderzoek, alsmede de interpretatie van de gegenereerde gegevens. Vaak houden de promovendi diverse voordrachten variërend van lokaal, nationaal tot internationaal over hun eigen onderzoek. Uiteindelijk hoort ieder afgerond onderzoek goed opgeschreven te worden en te worden gepubliceerd. Dat publiceren kan natuurlijk gebeuren in wat ik lokale kranten noem, dus Nederlandse wetenschappelijke tijdschriften, maar ook in internationale tijdschriften.

Sommige van die internationale tijdschriften zijn hoog aangeschreven, hebben een hoge drempel om zaken gepubliceerd te krijgen, en zijn daarom meer prestigieus, zoals bijvoorbeeld New England Journal of Medicine, JAMA, The Lancet en specifiek in mijn vak Intensive Care Medicine en Critical Care Medicine. Maar bij alle serieuze tijdschriften is er een proces van peer review, waarbij de aangeboden artikelen worden beoordeeld en bekritiseerd door experts met specifieke, bewezen expertise over het onderwerp van het artikel. Vaak worden artikelen afgewezen door de meer prestigieuze tijdschriften, lang niet altijd op terechte gronden, edoch c’est la vie. Maar uiteindelijk lukt het met gedegen verricht onderzoek altijd om het te publiceren in een peer reviewed tijdschrift.

Met een aantal artikelen, een overzicht als voorwoord en een nawoord als blik op de toekomst wordt vervolgens een boek gemaakt, het proefschrift, en daarna kan de promotor, de hoogleraar, die het ius promovendi heeft, het formele proces van een promotie ingang zetten. Meerdere gekwalificeerde beoordelaars beoordelen dan het manuscript. Wanneer de promotor denkt dat het proefschrift van uitzonderlijke kwaliteit is, kan deze ook aangeven dat het predicaat cum laude gegeven zou moeten worden. Alle beoordelaars worden vervolgens gevraagd of zij óók denken dat het proefschrift tot de beste 5 procent behoort. En wanneer dat zo is, komt er een aparte commissie van gekwalificeerde beoordelaars, om dat al of niet te bevestigen. En ik heb wel meegemaakt dat het niet bevestigd werd.

Welke argumenten kunnen spelen of het een cum laude proefschrift is? De rol van de promovendus is een belangrijke: heeft de promovendus het in belangrijke mate zelf bedacht? En hoeveel eigen initiatief was er? En hoe ingewikkeld was de uitvoering van het onderzoek? Denk daarbij niet alleen aan technische handelingen maar onder meer ook aan sociale vaardigheden, het meekrijgen van andere onderzoekers, soms ook in het buitenland, en in welke tijdschriften is er gepubliceerd.

Systematrisch nadelig

Welnu, de Universiteit Twente wil het belonen van uitzonderlijke prestaties afschaffen. Het predicaat cum laude zou ook systematisch nadelig uitpakken voor vrouwelijke promovendi. Nu is het opvallend dat de bestuurders dit onderbouwen met onderzoek (Bol, 2023; Van den Besselaar & Mom, 2024) dat netjes gezegd, nogal gebrekkig is, gewoon omdat heel veel factoren niet in hun analyse zijn meegenomen.

Laat ik een paar noemen. Levensfase- en stressfactoren: is bijvoorbeeld de hulp voor externe verantwoordelijkheden zoals kinderopvang goed geregeld? Vaak speelt promotie in dezelfde fase als waar kinderwens en het hebben van jonge kinderen, frequent is. Andere ongemeten factoren zijn ambitieniveau, bereidheid om risico’s te nemen, competitiedrang, assertiviteit en zichtbaarheid, onderhandelingsgedrag – het vragen om kansen, het stellen van prioriteiten die van heel veel factoren afhankelijk kunnen zijn, mate van perfectionisme, motivatieprofiel, bijdrage aan gedeelde projecten, tijdsbesteding buiten het promotiewerk enzovoorts. Al deze zogenaamde confounders zouden wel eens belangrijker kunnen zijn dan het verschil in man-vrouw per se. Laten we dat eerst analyseren en zien waar we talenten te weinig ondersteunen.

Nivellering en deugbeleid

De grote variatie in beoordelingsculturen waardoor cum laude niet altijd betrouwbaar is, is een goed argument om kritisch te kijken naar het systeem en het op onderdelen aan te passen – denk aan landelijke richtlijnen voor die ‘beste 5 procent’ en transparante criteria per vakgebied. Prestatiedruk kan inderdaad een probleem zijn, maar dat los je niet op door excellentie weg te poetsen. Afschaffing van cum laude blijft daarom een buitensporige stap: excelleren wordt onzichtbaar gemaakt. Een snelle indicator van uitzonderlijke kwaliteiten ten behoeve van toekomstige werkgevers én subsidieverstrekkers, alsmede een motivator voor promovendi, verdwijnen daarmee. In plaats van afschaffing: behoud cum laude, maar vul aan met gerichte steun op geïdentificeerde bepalende factoren.

Helaas zien we opnieuw een knap bestuurlijk staaltje van nivellering en deugbeleid. Daarbij realiseren de bestuurders zich niet hun universiteit een slechte dienst te bewijzen: een universiteit die excellentie wegpoetst, poetst vooral zichzelf weg. Het is juist tijd voor scherpere analyses en slimmere oplossingen, voordat de middelmaat definitief triomfeert.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zoHartelijk dank! 

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!