Bezuinigen? Hier ligt bijna twee miljard euro voor het oprapen

Het subsidiecircus van de Nederlandse overheid
Lilianne Ploumen (PvdA) en Sigrid Kaag (D66) – hier met Rob Jetten: de grondleggers van een gigantische subsidiestroom voor actiegroepen en hulpclubs. Foto: Bart Maat, ANP

Ruim zestig miljoen euro overheidssubsidie per jaar voor OXFAM Novib, meer dan tien miljoen euro jaarlijks voor Milieudefensie en jaarlijks tien miljoen euro voor het COC.  En vele tientallen miljoenen voor tal van andere, zogenaamde non-gouvernementele organisaties (NGO’s). De meeste met geen (zoals SOMO) of nauwelijks achterban. Standaard hebben ze één ding met elkaar gemeen: Ze proberen hun wereldbeeld op te dringen aan de gemiddelde burger en diens gedrag met (financiële) hulp van de overheid te beïnvloeden.

Over hoe dat wereldbeeld eruit ziet, zijn al deze organisaties het roerend met elkaar eens. Waar bij een miljoen euro geld uit eigen zak in de partijkas van de VVD vooral ter linkerzijde moord en brand wordt geschreeuwd over ongewenste verkiezingsbeïnvloeding, is gratis reclame in de vorm van steunbetuigingen van NGO’s voor linkse partijen geen probleem.

Ook zijn er stemwijzers en scorekaarten, waarbij steevast progressieve partijen als beste uit de bus komen. Verder stappen NGO’s graag naar de rechter als linkse partijen bakzeil moeten halen in de Tweede Kamer, zoals deze week over ‘Gaza’. Niet alleen programmatisch vertonen NGO’s en linkse politiek nagenoeg volledige overlap, ook is er een continue uitwisseling van personen.

Buitenlandse Zaken: miljarden voor linkse clubs

Na uitspraken in het eerste RTL-verkiezingsdebat kreeg VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz heel links over zich heen toen ze voorstelde om te bezuinigen op de uitgaven voor Ontwikkelingssamenwerking. Veel van dat geld komt echter niet terecht in ontwikkelingslanden. En als het er wel terecht komt, is het de vraag hoe effectief het is.

Dat geldt in het bijzonder voor de 1750 miljoen euro die voor de periode 2021 t/m 2025 is uitgetrokken voor de zogenaamde ‘Strategische Partnerschappen’. Hiermee financiert het kabinet via de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BuiZa) linkse NGO’s die de Derde Wereld moeten veranderen. Dit begon in 2016 met het door PvdA-minister Lilianne Ploumen geïnitieerde programma Samenspraak en Tegenspraak, dat liep t/m 2020 en waarover ik eerder schreef. Voornaamste bestanddeel van deze partnerschappen is nu het programma Power of Voices, dat hier uitgebreid aan de orde kwam en loopt van 2021 t/m 2025.

De rechtvaardiging voor deze enorme uitgaven berust op een theorie zoals geformuleerd door een in Nijmegen opgeleide antropoloog, die later bij BuiZa in dienst trad. Die theorie is niet gevalideerd door publicaties in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften of door wetenschappers met expertise op dit terrein. Ze fungeert niet als onderbouwing, maar vooral als selectiemechanisme. Van NGO’s wordt expliciet gevraagd deze ‘verandertheorie’ te onderschrijven, omdat ze anders niet voor subsidie in aanmerking komen.

De verandertheorie stelt dat armoede, ongelijkheid en uitsluiting veroorzaakt worden door ongelijke machtsverdeling. Dit dient te worden aangepakt via lobby en pleitbezorging voor de allerarmsten en onderdrukten. Het veranderen van machtsrelaties via politieke beïnvloeding door maatschappelijke organisaties is dus de kern van de aanpak. Met als doel dat in deze landen wetten, beleid en praktijken ‘duurzamer, billijker en inclusiever’ worden. De bijbehorende retoriek waarmee dit gepaard gaat is nogal woke: De publicaties van het ministerie staan bol van termen als inclusief, diversiteit en intersectioneel.

Ideologische subsidies

Emancipatie van achtergestelde groepen is echter geen bron van ontwikkeling maar uiteindelijk het gevolg. De sleutel tot welvaart is het bevorderen van politieke pluriformiteit en van concurrentie door het ontmantelen van economische machtsposities. De pleitbezorgers bij BuiZa van top-down overheidsbeleid laten het belang van een concurrerende markteconomie helemaal buiten beschouwing. Ook het bevorderen van politieke pluriformiteit is geen prioriteit. Het gaat er vooral om ontwikkelingslanden een ideologie op te dringen die gendergelijkheid en inclusiviteit predikt.

Nederland is niet welvarend geworden door een emancipatiestrijd op het terrein van gendergelijkheid en inclusiviteit. De geschiedenis leert dat het ontwikkelingsproces juist begint bij de middenklasse, die door betere opleiding en meer middelen veranderingen gaat eisen op politiek en economisch gebied. Economische ongelijkheid neemt eerst vaak nog toe, alvorens af te nemen.

Meer dan vijftig jaar ontwikkelingshulp heeft geen enkel land aan armoede doen ontgroeien. In Cuba, Zimbabwe, Venezuela, Suriname, Nicaragua, Bolivia en Zuid-Afrika heeft soortgelijk als door BuiZa voorgestaan beleid gefaald. De hierboven genoemde strategie van meer concurrentie in politieke opvattingen en in de economie heeft daarentegen wel gewerkt, in onder andere Zuid-Korea, Taiwan, Singapore, Mauritius en Costa Rica. Ook Botswana ruilde succesvol hulp in voor handel.

Overheid betaalt onze opinies…

Waarom komt het geld vaak niet terecht in ontwikkelingslanden? Veel van deze NGO’s zijn voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk van overheidssubsidie en voeren een huishoudelijke staat die past bij hun totale budget. Lasten worden dus direct of indirect ook gefinancierd uit subsidiebudgetten, via bijvoorbeeld het intern doorberekenen van vaste lasten en door (ondersteunend) personeel ook (deels) toe te wijzen aan ontwikkelingsprojecten. Daarnaast zien deze NGO’s het als hun taak de publieke opinie in westerse landen te winnen voor het verhaal waarmee ze veranderingen teweeg willen brengen in ontwikkelingslanden. Die campagnes worden niet uit de eigen middelen betaald.

Er heeft nooit een evaluatie plaatsgevonden van wat de achtereenvolgende programma’s hebben teweeg gebracht. Een specifieke evaluatie van het in 2020 geëindigde programma Samenspraak en Tegenspraak was zelfs nooit de bedoeling, hoewel hier maar liefst één miljard euro mee was gemoeid. Wel zou een bredere evaluatie van de Strategische Partnerschappen in 2022 aan de Kamer worden gestuurd. Wat vervolgens werd uitgesteld tot 2023 en inmiddels tot 2025. Daarmee dreigt publicatie van deze evaluatie over de aanbesteding van weer een nieuw programma heen getild te worden, die ook in 2025 is voorzien.

Als er geen meetbare effecten zijn en als het geld voor een belangrijk deel niet eens terecht komt in ontwikkelingslanden rijst de vraag waarom elke hervorming op zoveel weerstand stuit. We kennen het van talrijke andere dossiers. Wie omvang en effectiviteit van ontwikkelingshulp ter discussie stelt, is zogenaamd niet begaan met het lot van arme mensen in de Derde Wereld. Net zoals wie klimaatbeleid ter discussie stelt, zou ontkennen dat er van klimaatverandering sprake is. Idem stikstof, asiel, EU, woningmarkt enzovoort en tot voor kort corona.

Steeds wordt beleid ons gepresenteerd als ‘there is no alternative’, waarbij bewust de gehanteerde middelen onlosmakelijk worden verbonden aan het te bereiken doel, om daarmee dezelfde onaantastbare status te delen. Op elk van deze terreinen wordt daarmee een nuchtere analyse van kosten en baten bij voorbaat verdacht gemaakt en blijft die daarom achterwege.

…en de Postcodeloterij betaalt de rest

De donaties van de Postcodeloterij versterken de eenzijdigheid van de subsidies van BuiZa: Het zijn dezelfde linkse NGO’s die in aanmerking komen voor een uitkering plus nog wat radicalere clubs, die bijvoorbeeld zoals Urgenda via de rechter hun manier van leven willen opdringen aan de rest van de samenleving.

Het huidige nog door minister Kaag geïnitieerde programma Power of Voices loopt af in 2025. De timing van de aanbesteding van deze programma’s was de afgelopen jaren steeds zo dat deze voltooid was voordat een nieuw kabinet aantrad, dat daarmee voor een voldongen feit werd gesteld. De val van Rutte IV heeft roet in het eten gegooid en een mooie gelegenheid geschapen om dit soort nooit geëvalueerde en louter op ideologie en goede intenties gefundeerde politiek de nek om te draaien.

In het demissionaire kabinet Rutte IV is een VVD-bewindsvrouw verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking. Liesje Schreinemacher kan nu al beginnen om de woorden van haar politieke voorvrouw Dilan Yesilgöz in daden om te zetten door de beëindiging van de Strategische Partnerschappen aan te kondigen. Tijd dat de VVD een keer boter bij de vis levert: Schreinemacher kom in actie!

Econoom Wouter Roordapubliceert regelmatig in Wynia’s Week, vooral onderzoeksjournalistieke artikelen. 

Dedonateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!