Eerst slechts helmen en scherfvesten, nu tanks, Patriots en F16’s? Kabinet-Rutte wil zelfs ‘aanjager’ zijn bij Oekraïne-wapens.

OTTENS040323-Oekraine
Minister Wopke Hoekstra met zijn Duitse collega op bezoek bij de Oekraïense president Zelenski (Beeld: Oekraïense regering).

Het kabinet-Rutte trekt naar eigen zeggen dit jaar nog eens 2,5 miljard euro uit om Oekraïne te steunen in de oorlog tegen Rusland. Het bedrag komt bovenop de miljard euro aan wapens en financiële steun die het afgelopen jaar is gegeven. Het kabinet zegt bovendien een ‘aanjaagrol’ te willen spelen binnen de Navo bij de levering van (steeds zwaardere) wapens aan Oekraïne.

De cijfers en de pretenties van Nederland in het ondersteunen van Oekraïne staan in een scherp contrast met wat het kabinet-Rutte een jaar geleden zei en betaalde. Toen ging het om helmen en scherfvesten. En het duurde maanden voor de bedragen boven het honderd miljoen uitkwamen. Daar hoort wel een disclaimer bij: de ene euro is de andere niet.

Raketten, tanks

Waar de extra miljarden voor dit jaar naartoe gaan, is nog onbekend. Een deel zal opgaan aan lanceerinstallaties en raketten die Nederland levert voor het Patriot-luchtafweersysteem.

Wel is duidelijk dat Defensie meer materieel gaat inkopen bij wapenfabrikanten. De eigen voorraden beginnen leeg te raken. Daardoor nemen de kosten toe: fabrikanten als Lockheed Martin en Rheinmetall kunnen de vraag naar wapens moeilijk bijbenen.

Eerder betaalde Nederland mee aan de modernisering en levering van Tsjechische Sovet-tanks. Samen met Denemarken en Duitsland koopt de regering 100 oude Leopard 1-tanks in bij de wapenfabrikanten FFG en Rheinmetall. (De eigen Leopard 1’s zijn na de Koude Oorlog wegbezuinigd. Het eerste kabinet-Rutte dankte ook de modernere Leopard 2-tanks af.)

Kabinet wil meer doen

Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) staat ‘te trappelen als een jong paard’ om meer wapens te leveren, zo vertelde hij journalisten vlak voor een debat met de Tweede Kamer in januari.

Premier Mark Rutte (VVD) zei tijdens een bezoek aan Kiev ‘alles te doen wat mogelijk is’ om de militaire steun voort te zetten en uit te breiden, zolang het maar niet tot een directe confrontatie met Rusland leidt.

De houding is in een jaar tijd omgeslagen. Vlak na de Russische inval in februari vorig jaar wilde Nederland alleen helmen en scherfvesten leveren. Inmiddels gaat het om tanks en raketten. Er wordt zelfs gesproken over straaljagers. Nederlandse soldaten leiden Oekraïners op, onder meer in het Verenigd Koninkrijk.

Nederland volgt Amerikaanse lijn

Het kabinet volgt de lijn van Amerika. Ook president Joe Biden was in de eerste weken van de oorlog terughoudend. Er zouden alleen ‘defensieve’, en geen ‘offensieve’, wapens aan Oekraïne mogen worden geleverd. Anders zou Vladimir Poetin wel eens kunnen escaleren. Dat onderscheid is stap voor stap losgelaten.

Eerst gingen ook antitankwapens en Stinger-raketten naar het oostfront. Vervolgens artillerie en pantservoertuigen. Recentelijk ook de Patriots. Dat is weliswaar een defensief systeem – er kunnen helikopters, raketten en vliegtuigen mee uit de lucht worden geschoten – maar wel van het zwaarste kaliber. Binnen de NAVO beschikken alleen Amerika, Griekenland, Nederland, Polen, Roemenië en Spanje er over.

‘Wat vandaag niet kan, kan morgen zeker wel,’ vat de Oekraïnse minister van Defensie Oleksii Reznikov het samen. Hij hoopt nu op F-16s.

Nederland levert meer wapensteun dan de meeste landen. Amerika staat met 44 miljard euro aan wapens, op een totaal van 62 miljard, bovenaan. De Britten volgen met bijna 5 miljard, blijkt uit cijfers van het in Kiel gevestigde Instituut voor Wereldeconomie.

Duitsland en Poland geven samen nog eens 5 miljard, Canada 1,3 miljard. Dan volgt Nederland. Vóór grotere landen als Frankrijk, Italië, Spanje en Turkije.

…maar dat is deels gegoochel met cijfers

Het kabinet meldde aanvankelijk de boekwaarde van materieel, inmiddels de (hogere) vervangingswaarde. Daardoor lijkt de Nederlandse steun flink te zijn toegenomen. In november stond de teller nog op 322 miljoen euro, nu dus een miljard.

De vervangingskosten zijn door de oorlog nog eens extra toegenomen. De hoge gasprijs werkt door in hogere prijzen van bijvoorbeeld staal, wat weer doorwerkt in hogere prijzen voor geweren.

Het ministerie van Defensie bevestigt dat fabrikanten die kosten doorrekenen aan hun klanten, omdat de vraag naar wapens in jaren niet zo hoog is geweest: ‘De toegenomen mondiale vraag heeft langere levertijden en hogere prijzen tot gevolg, waardoor de kosten voor het vervangen van materieel significant hoger zijn dan de boekwaarde.’

Van de wapens die Nederland uit eigen voorraad heeft geleverd, was de boekwaarde volgens het ministerie eind-januari 460 miljoen euro en de vervangingswaarde 770 miljoen euro.

Daarnaast is voor bijna 60 miljoen euro aan wapens gekocht en 245 miljoen euro bijgedragen aan multilaterale wapenfondsen.

Andere landen geven ook vervangingswaarde op

Dat Nederland met de vervangingswaarde is gaan rekenen, is niet uniek. De Amerikanen en de Britten doen dat ook. De Duitsers, daarentegen, geven volgens onderzoeker André Frank van het Kiel-instituut nog steeds de boekwaarde op van materieel dat zij uit eigen voorraad leveren.

Een aantal landen maakt niet duidelijk welke cijfers ze gebruiken, en sommige geven helemaal geen cijfers maar alleen aantallen geweren, helmen, voertuigen, etc. In dat geval rekenen Frank en zijn team zelf de vervangingswaarde uit.

Hoekstra wil andere NAVO-landen opjutten

In het Kamerdebat in januari verklaarde Hoekstra een ‘aanjaagrol’ binnen de NAVO te willen spelen om andere landen ervan te overtuigen meer en zwaardere wapens te leveren.

Vooral Duitsland wordt verweten weinig te doen. Bondskanselier Olaf Scholz ging pas na maanden akkoord met de levering van Leopards. Omdat de tanks in Duitsland zijn gemaakt, moet het land toestemming geven voor doorlevering.

Maar wie de cijfers uit Kiel erbij pakt, ziet dat Duitsland het zo slecht niet doet. De Fransen leveren naar rato minder. De Italianen en de Spanjaarden sluiten nog net niet de rijen. De Turken hebben na Amerika het grootste leger in de NAVO. Toch geven zij Oekraïne bijna niets.

Amerikanen leveren zwaarste wapens

Als het gaat om zware wapens, zoals houwitsers en tanks, doen de Amerikanen in hun eentje meer dan alle EU-landen bij elkaar. Er gaan 350 Humvees naar Oekraïne, 90 Stryker pantservoertuigen, 59 Bradley pantservoertuigen en acht luchtverdedigingssystemen van het type Avenger. Bovendien leveren de Amerikanen meer dan 100.000 granaten en raketten voor artillerie.

Al met al met een waarde van 5,3 miljard euro. EU-landen (dus zonder de Britten) leveren volgens de onderzoekers in Kiel 4,3 miljard euro aan zware wapens.

F-16s nog een brug te ver

Net als Duitsland akkoord moet gaan met de levering van Leopards, moet Amerika toestemming geven voor de levering van F-16s. Vooralsnog zegt Biden ‘nee’. Hoekstra houdt de deur op een kier: het kabinet kent ‘geen taboes’. D66 wil voor de zekerheid alvast Oekraïense piloten gaan opleiden.

Oekraïne beschikt over gevechtsvliegtuigen uit de Sovjettijd, maar die zijn volgens de Amerikaanse senator Jack Reed niet opgewassen tegen nieuwere Russische toestellen. De Su-30 en Su-35 kunnen hoger en sneller vliegen, en zijn uitgerust met raketten die een veel langer bereik hebben. Die kunnen vanuit de lucht in Rusland doelen in Oekraïne raken.

Informatie is belangrijker

Toch zijn F-16s voor de oud-soldaat en Democraat Reed niet de prioriteit. Belangrijker is informatie. Inlichtingen over waar Rusland het volgende offensief plant. Maar ook over de wapens die de NAVO-landen hebben geleverd.

Als een Amerikaanse houwitser in Oekraïne hapert, kunnen soldaten videobellen met een team van Amerikaanse militairen en ingenieurs in Polen die precies uitleggen hoe ze de artillerie weer aan de praat krijgen. Voor de Patriots komt volgens de AP ook zo’n hulplijn.

‘Dat advies is denk ik heel erg nuttig voor hen,’ zegt Reed. ‘We hebben de neiging om ons op hardware te richten in plaats van advies, ondersteuning, inlichtingen en dergelijke. Maar dat is in deze context misschien belangrijker dan een F-16.’

Nick Ottens vraagt in Wynia’s Week door, waar anderen zwijgen.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u al mee? Dat kan HIER. Hartelijk dank!