Kies nou eens voor een minderheidskabinet

csm_Groep_0f5afd236d
‘Ook de leden van de coalitiefracties zijn in feite gemuilkorfd door het tot op de millimeter uitgedetailleerde regeerakkoord.’ CDA-fractie na de verkiezingen van maart 2017

De kabinetsformatie lijkt nu een hopeloze puzzel. De demissionaire coalitie lijkt niet in staat nog een Rutte-IV op de been te krijgen. De tegenzin om weer met de VVD in zee te gaan lijkt te groot om een duurzaam kabinet te kunnen garanderen.

Het CDA lijkt geen stabiele partner. Daarmee is een meerderheidskabinet uit zicht. De algemene wijsheid, in het voordeel van de VVD, wil dat regeren door een minderheidskabinet ondoenlijk is, maar is dat zo?

Geen rampen

Kijken we in de eerste plaats naar de praktijk. In de Scandinavische landen zijn er in de laatste honderd jaar tientallen minderheidskabinetten geweest, zonder dat dit geleid heeft tot rampzalige situaties.

In Nederland liggen verschillende mogelijkheden voor de hand. In de eerste plaats een VVD-CDA kabinet met 49 zetels. In de tweede plaats kan men denken aan een kabinet van D66, CDA, PvdA en GroenLinks, dat op 56 zetels kan rekenen. In de derde plaats behoort de combinatie VVD-D66-PvdA-GroenLinks met 75 zetels tot de mogelijkheden.

Kabinet uit het midden wordt niet gauw gevloerd

Is zo’n kabinet stabiel? Natuurlijk is het zo dat zo’n kabinet te allen tijde gevloerd kan worden door de gezamenlijke oppositie. Maar zal dat ook gebeuren?

De kans daarop lijkt klein voor een kabinet uit het midden van het politieke centrum, omdat de oppositie kan worden opgesplitst in een linker- en een rechterflank. Het enige wat de oppositie samenbrengt, is een collectieve afkeer van het zittende minderheidskabinet.

De onderlinge liefde tussen rechter- en linkerflank is verder afwezig, en een ander geloofwaardig kabinet, steunend op de rechter- én de linkerflank, bijvoorbeeld bestaande uit CDA, VVD, PVV, en PvdA en SP lijkt onwaarschijnlijk.

Bij een vleugelkabinet, zowel links tot extreemlinks, als voor een uitgesproken rechts kabinet, ligt het natuurlijk anders. Zo’n kabinet is geen lang leven beschoren.

Meerderheidskabinet muilkorft iedereen

Het nadeel van een meerderheidskabinet hebben wij de laatste jaren gedemonstreerd gekregen. De 74 zetels grote oppositie heeft er in feite bijgezeten als Jan-met-de-korte-achternaam.

Dat heeft geleid tot een duidelijke kwaliteitsvermindering van de oppositie. Wanneer er immers geen reële kans lijkt om ook eens mee te regeren, moet de parlementariër wel van erg idealistisch hout gesneden zijn om het lang vol te houden.

Maar ook de leden van de coalitiefracties zijn in feite gemuilkorfd door het tot op de millimeter uitgedetailleerde regeerakkoord. De kwaliteit van het parlementaire debat en daarmee de kwaliteit van de politieke besluitvorming loopt dan ook zienderogen achteruit.

Er komt weer een echt debat

En op langer zicht geldt dat ook voor de democratie als zodanig. Dit is niet alleen een theoretische analyse. We hebben het de laatste jaren voor onze ogen zien gebeuren. Een parlement bestaande uit machteloze jaknikkers en even machteloze nee-knikkers.

Tegen deze achtergrond zijn de voordelen van een minderheidskabinet duidelijk. Het kabinet is gedwongen meerderheden in het parlement te zoeken  want de automatische meerderheid is weg. Daardoor komt er weer een echt debat en, nog meer essentieel, echte keuzes in zicht.

Kabinet zonder tegenmacht wordt zelfgenoegzaam

De nadelen van een meerderheidskabinet, dat wil zeggen een kabinet zonder externe controle en tegenspraak, zoals bij de kabinetten-Rutte, is nu voor iedereen wel pijnlijk duidelijk. Zo’n kabinet zonder tegenmacht wordt zelfgenoegzaam en verliest het vermogen tot zelfkritiek.

Daardoor is het ernstig tekortgeschoten bij onder andere woningbouw, defensie, zorg, ict-structuur, toeslagen,  pensioenpolitiek, onderwijs, de verschuiving van rijkstaken naar de gemeentes, en dat bouquet zou zonder moeite verder kunnen worden aangevuld. Het kabinet nam geen nota van kritiek van buiten.

Geen ellenlange kabinetsformaties meer

Wanneer we ons zelf bevrijden van de idee-fixe dat slechts een meerderheidskabinet ons land kan regeren, dan kunnen we ook afstappen van de ellenlange kabinetsformaties. In veel andere landen is de formatie van een nieuwe regering een kwestie van enkele weken.

De langdurende kabinetsformaties vindt men juist in die landen die vasthouden aan de fictie van de noodzaak van een meerderheidskabinet, bijvoorbeeld  in Israël, België en Nederland.