Juist het Westen combineert economische groei met steeds kleinere voetafdruk

SebastienValkenber 25-12-21
‘Het Nederlandse landbouwareaal krimpt al decennia.’

Het advies van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid, dat voorstelde om het woord ‘Westers’ te laten varen omdat het nare stereotypen in stand houdt, is aan David van Reybrouck niet besteed. In de Huizingalezing die de Vlaamse schrijver onlangs hield, krijgt het Westen ervan langs. Wij zijn verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde en een stoet milieuproblemen.

‘Klimaatopwarming werd en wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de rijkste landen in de gematigde streken van de planeet en wordt hoofdzakelijk gevoeld door de armste landen in de tropen.’ Het schuldige Westen versus de onschuldige rest van de wereld: het is een vertrouwd begrippenpaar. Van Reybrouck ontwaart een voortzetting van het kolonialisme met andere middelen. 

Dit sentiment leeft breder onder progressieve opiniemakers die de planeet willen redden. Ook de Canadese auteur Naomi Klein – haar boek No Time (2014) geldt als ‘bijbel’ voor een betere wereld – verdeelt de wereld in twee kampen. Het klimaat gaat naar de knoppen en vooral het niet-westerse deel van mensheid ondervindt er schade van. Een ‘nieuwe vorm van kolonialisme dus,’ vatte Trouw het samen.

Opnieuw staan onderdrukker en onderdrukte tegenover elkaar. Soms helpt een schematische voorstelling van zaken: dat brengt orde in de chaos. Een te schematische voorstelling daarentegen gaat ten koste van de feiten. Ze belemmert ons het zicht op de complexe realiteit. Zo ook in het geval van het nieuwe kolonialisme.   

CO2-uitstoot in Nederland daalt al jaren

Is het Westen echt die vervuiler die op te grote voet leeft? En erger: die de lasten doorschuift naar de verschoppelingen elders. Zet die bril af en er verschijnt een ander beeld. De Amerikaanse MIT-onderzoeker McAfee laat in More from Less (2019) zien hoe juist hier de voetafdruk kleiner wordt.

Hoewel de nadruk ligt op de Amerikaanse situatie, gelden zijn observaties voor het Westen in het algemeen. Dus ook voor Nederland. In de kranten en op tv gaat het over onze CO2-uitstoot die omlaag moet, maar wie weet dat die al jarenlang daalt? In 1992 stootten Nederlanders per hoofd van de bevolking nog 15,66 ton uit; in 2019 was dat nog slechts 8,65.

En dan moet de serieuze daling nog inzetten. Niet vanwege de plaatsing van nog meer windmolenparken en zonneweiden, die maar mondjesmaat bijdragen aan de CO2-reductie. Twee nieuwe kerncentrales, aangekondigd in het nieuwe regeerakkoord, dat tikt pas aan.

De wereld van gisteren

Wat deze daling zo spectaculair maakt, is dat de economie in dertig jaar tijd fors groeide. Was het Nederlandse Bruto Binnenlands Product (BBP) in 1992 volgens de website Our World in Data nog slechts 433,59 miljard dollar, in 2018 – het meest recente jaar waarvoor data beschikbaar zijn – was dit bedrag bijna verdubbeld tot 818,06 miljard. En dan toch die teruglopende CO2-uitstoot.

Dit betekent een breuk met de geschiedenis. Een groter BNP hield tot voor kort in: meer rokende fabriekspijpen en extra vervuiling. Welvaart had een prijskaartje. Zo ging het in de wereld van gisteren, tegenwoordig wordt die band steeds losser; dikwijls is er zelfs sprake van ontkoppeling. Wie hedendaags kolonialisme ontwaart, ageert tegen een correlatie van vroeger.

Sterfgevallen

Deze trend van meer uit minder wordt ook zichtbaar op andere terreinen. De veelgehoorde klacht is dat de landbouwsector uit haar voegen barst. We gaan naar de database van de Wereldbank. Het Nederlandse landbouwareaal blijkt al decennialang te  krimpen. Of neem het Compendium voor de Leefomgeving erbij, dat het kunstmestverbruik in de tijd uitzet: na een piek rond 1990 neemt dat af. Spectaculair zelfs.

Hoe staat het met de biodiversiteit, waarmee Van Reybrouck zijn lezing start? Tegen het eind ‘zullen er naar schatting zes à zeven soorten zijn uitgestorven’. Met zo’n opening zit het gehoor op het puntje van de stoel. Maar hier belanden de sterfgevallen wel erg makkelijk op het bordje van het Westen.

Overal loopt de biodiversiteit terug, leert Our World in Data. De website laat ook zien dat het op het ene continent sneller gaat dan op het andere. De ergste terugval in de Verenigde Staten vond plaats in de jaren ’80 en ’90, om rond de milleniumwisseling te stabiliseren. Tegenwoordig neemt de diversiteit weer toe. En dan Europa. Dat heeft de ‘kleinste afname van alle continenten.’

Wij zijn ook leverancier van kennis

Hoewel de berichten geen aanleiding bieden tot euforie, bevatten ze een belangrijke les: hoe rijker het continent, hoe beter voor milieu en klimaat. Dat maakt van het Westen geen heilige, wel is het beeld van kolonisator karikaturaal. Een schadelijk beeld  bovendien: het staat oplossingen voor de genoemde problemen in de weg. Het fungeert als anti-voorbeeld, terwijl het ook als voorbeeld kan dienen.

Niet omdat het zich onberispelijk gedraagt, wel omdat het dingen doet waar zowel milieu als klimaat baat bij hebben, dingen die kennelijk helpen. We zijn niet slechts leverancier van uitstoot, ook van kennis.

Groen kolonialisme?

Impliciet lijkt Van Reybrouck dat ook te onderschrijven. Enkele maanden voor de Huizingalezing gaf hij een interview aan Knack. Ook daarin weer de toespeling op onze economische groei, die onhoudbaar zou zijn. Zeker als andere landen ook welvarender willen worden. Maar arme landen dan? De interviewer vraagt of wij het recht hebben om hen die welvaart te ontzeggen. Van Reybrouck antwoordt met een tegenvraag: ’Moet pakweg Malawi, als het zich ontwikkelt, per se hetzelfde pad volgen?’

Het is even zoeken naar de precieze strekking van deze woorden. Is dit een manier om te zeggen dat groei iets typische Westers is? Een zonde waar men elders – goddank – geen last van heeft? Schemert hier het stereotype door van de Derde Wereld die onbedorven moet blijven?

Deze opvatting heeft een zekere populariteit in progressieve kringen. De Britse wetenschapsjournalist Mark Lynas ziet dat het ook doorwerkt in de discussie rondom genetisch gemodificeerde gewassen. Hoewel ze oogsten omhoog stuwen, zijn westerse ngo’s fel tegen het gebruik hiervan. Ze pleiten voor kleinschalige landbouw in Afrika en traditionele methodes; het werelddeel moet haar eigen pad volgen. Goed bedoeld? Eerder betuttelend volgens een activist ter plaatse. Alsof Afrikanen niet zelf kunnen beslissen wat goed voor hen is. Dat is pas een koloniale opvatting.

Pionieren gebeurt in het Westen

We lezen verder in het Knack-interview en het paternalisme van Van Reybrouck valt mee. Hij wil niet zozeer een ander pad, maar een sneller pad. In Malawi dragen ze de ballast van het oude systeem niet mee en dat heeft voordelen. ‘Daardoor kunnen ze verouderde stappen overslaan. Kijk naar de telefonie. In veel Afrikaanse landen zijn er nauwelijks vaste telefoonlijnen gelegd. Maar daar verdoen zij nu hun tijd niet meer mee. Ze zijn pioniers op het vlak van mobiel geworden.’

Dat is wat overdreven, een vorm van wensdenken zelfs. Het pionieren gebeurt namelijk in Silicon Valley, of breder: het Westen dat er zo van langs krijgt. Daar zien we een combinatie van economische groei en technologische innovatie die de aarde nodig heeft.

In een notendop: groei maakt een bevolking welvarend; pas vanaf een zeker welvaartspeil gaat ze zich bekommeren om haar omgeving. Burgers moeten het zich kunnen permitteren. En techniek zorgt voor slimme oplossingen, nodig om meer uit minder te halen. Kernenergie maakte olie overbodig; dankzij kunstmest vergt dezelfde opbrengst minder landbouwgrond.

Dus ja, klimaatopwarming werd en wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de rijkste landen in de gematigde streken van de planeet en wordt hoofdzakelijk gevoeld door de armste landen in de tropen. Daarin heeft Van Reybrouck gelijk. Wat hij vergeet is dat oplossingen voor die problemen ook hier vandaan komen.

Sebastien Valkenberg is een van de vaste auteurs die er voor zorgen dat Wynia’s Week onafhankelijke waarde toevoegt aan het Nederlandse medialandschap. Steunt u Wynia’s Week ook in het nieuwe jaar, 2022? Dat kan HIER. Hartelijk dank!