Handel is geen plunderen. En welvaart is geen taart

JASPERS210522
Nederlandse ontwikkelingshulp: directeur Kees Zevenbergen van Cordaid in Myanmar

De fameuze natuurkundige en Nobelprijswinnaar Richard Feynman kreeg ook buiten zijn vakgebied grote bekendheid, doordat hij diverse boekjes met anekdotes uit zijn leven liet optekenen. Daar zitten niemendalletjes tussen, maar in een van de meer serieuze episodes vertelt deze zelfverklaarde nerd hoe hij zich bij hoge uitzondering had laten verleiden om een meerdaagse conferentie buiten zijn vakgebied bij te wonen, over rechtvaardigheid.

De show werd daar gestolen door een charismatische dominee. Op de eerste dag hield die een vlammend betoog over de ongelijke verdeling van de welvaart in de wereld. Diep onder de indruk stelden de deelnemers aan de conferentie meteen een concept-slotverklaring op, waarin werd gesteld dat het ieders plicht was om de materiële overvloed van de rijke westerling over de wereldbevolking te herverdelen. Alleen zo kon de onrechtvaardigheid de wereld uit geholpen worden.

Conferenties als voorstadium van dementie

Ook Feynman was aanvankelijk blown away door deze speech, totdat hij op zijn hotelkamer zelf ging nadenken, en al snel uit kwam op de conclusie ‘Welvaart zit ‘m niet in de spullen, het zit ‘m in het vermogen om die spullen te maken.’

Als ik me goed herinner – ik kon deze anekdote zo snel niet terug vinden in die papieren boekjes – is hij de volgende dag niet eens meer teruggegaan naar die conferentie, en hij beschouwde het bijwonen van zulke conferenties door ouder wordende bèta-wetenschappers voortaan als een voorstadium van dementie.

Het idee dat je de ongelijkheid in de wereld kunt oplossen door welvaart te herverdelen zoals je een taart verdeelt is wijdverbreid. Discussies over mondiale problemen op sociale media, maar ook aan de vaderlandse talkshowtafels, draaien al gauw uit op de westerse schuld aan de rest van de wereld.

Dat is erfelijke schuld, wegens de slavernij en het kolonialisme, en actuele schuld, omdat ‘wij’ onze huidige welvaart nog steeds te danken zouden hebben aan het leegplunderen van de Derde Wereld. Daar komt de klimaatschuld nog bovenop: ‘wij’ veroorzaken de klimaatverandering door de atmosfeer vol CO2 en andere broeikasgassen te pompen.

Net als Feyman voordat die er echt over na ging denken, beschouwen mensen die geloven in herverdeling, welvaart als een nulsomspel (‘zero sum game’): de winst van de een is het verlies van de ander, zoals bij poker. En als een van de spelers driekwart van alle fiches in het spel bezit, moet er wel vals gespeeld zijn.  

Schuldbeladen Nederlanders

Zeker Nederlandse politici zijn altijd beladen met dit schuldgevoel in hun omgang met politieke leiders uit ‘zielige’ landen, die veelal in Afrika ten zuiden van de Sahara liggen. Voor deze verliezers in het mondiale pokerspel gelden speciale spelregels. De kleptocrate elites aldaar ter verantwoording roepen voor corruptie en wanbeleid is taboe, zeker in het openbaar, en alle mislukkingen moeten met de mantel der liefde bedekt worden.

Naar schatting heeft de westerse wereld sinds de dekolonisatie ongeveer $ 1000.000.000.000 (duizend miljard dollar) aan ontwikkelingshulp naar Afrika overgemaakt. Het is zeer de vraag of dit structureel ook maar iets heeft uitgemaakt voor de welvaart van Afrika.

Voor een deel is dit geld verdwenen in het zwarte gat van tot mislukking gedoemde ontwikkelingsprojecten, en voor de rest in de diepe zakken van de lokale elites. Die stallen dat geld vervolgens op bankrekeningen in Zwitserland, op de Kaaimaneilanden en andere financiële piratennesten – waaronder Nederland.

Slechter af met hulp

In diezelfde periode sinds de dekolonisatie hebben Azië en Zuid-Amerika zich zonder massale ontwikkelingshulp zelf opgewerkt uit de armoede. Zestig jaar geleden waren landen als Zuid-Korea en Taiwan net zo arm en onderontwikkeld als Somalië of Zimbabwe, nu zijn het moderne, democratische verzorgingsstaten die in sommige opzichten voor lopen op Nederland.

De inwoners van Somalië en Zimbabwe zijn nu relatief slechter af dan hun voorouders onder het kolonialisme. Afrikaanse leiders en de westerse NGO’s die hen faciliteren klagen nog steeds over postkoloniale uitbuiting; Aziaten hoor je daar nooit over.     

Hoe werkt die postkoloniale uitbuiting? Het gangbare verhaal is dan, dat ‘wij’ grondstoffen voor een spotprijs weghalen uit Derde Wereldlanden, waar wij de spullen mee produceren die ons welvarend maken. Als ‘wij’ maar een ‘eerlijke’ prijs betaalden voor aardolie, ijzererts of pinda’s, zou de welvaart eerlijk verdeeld zijn in de wereld. In het nulsomspel van de mondiale welvaart stelen wij de welvaart die deze grondstoffen vertegenwoordigen van de landen die deze grondstoffen bezitten.

Bodemschatten?

Maar welvaart is geen nulsomspel. Een grondstof als aardolie is niets waard zo lang die in bijvoorbeeld Nigeria in de grond zit; die krijgt pas waarde als de hele infrastructuur en knowhow aanwezig is om die aardolie te winnen en op de wereldmarkt te verkopen. Uiteindelijk is het deze enorm complexe knowhow die de waarde van die aardolie creëert – uit het niets in zekere zin.

De totale welvaart van de wereld neemt toe door die combinatie van relevante knowhow, aardolie diep in de grond, en internationale handel. Van handel -regelrechte dwang daargelaten – profiteren per definitie beide partijen, anders zouden die transacties niet plaatsvinden. 

Wat is een ‘eerlijke’ prijs?

Nigeria had die knowhow niet, en liet dat dus door Shell doen. Shell creëerde de waarde van de Nigeriaanse aardolie. Wat is dan de eerlijke prijs die Nigeria voor zijn aardolie moet ontvangen? Daar is geen objectieve maatstaf voor. Strikt genomen is elke prijs beter dan niets, omdat de waarde van die aardolie voorheen nul was. De welvaart zit niet in het spul, maar in het vermogen om spullen te maken en op de markt te brengen. 

Ik noem met opzet het voorbeeld van Shell in Nigeria, omdat hier geen duidelijke good guys en bad guys zijn. Alle partijen: Shell, de Nigeriaanse regering, lokale politici en bendes bandieten hebben daar vuile handen gemaakt. Iedereen die zijn kans schoon zag, stortte zich op de nieuw gecreëerde welvaart en probeerde daar een zo groot mogelijk deel van binnen te halen.    

Het narratief van de westerse wereld waarvan de welvaart gebaseerd is op het plunderen van de grondstoffen van de derde wereld is al helemaal absurd als we naar een land als Saoedi-Arabië kijken. Een eeuw geleden was deze toenmalige kolonie van Groot-Brittannië een desolate woestijn waar kleine groepjes nomaden veeteelt bedreven.

Toen werden daar enorme hoeveelheden olie en gas ontdekt. Die nomaden zouden dat zelf nooit ontdekt hebben en ze konden daar zelf niets mee. Nu is Saoedi-Arabië onafhankelijk, de nazaten van die nomaden hebben de volledige controle over de winning en verkoop van ‘hun’ grondstoffen, al het werk wordt door gastarbeiders gedaan en ze zijn allemaal schatrijk. De Saoedi’s verdienen meer aan olie en gas dan Rusland.

Onverdraagzaamheid

Niets van dit alles is hun eigen verdienste; het is stom toeval dat er onder die enorme zandbak waar hun overgrootouders in rondtrokken zoveel gas en olie zat, en ze hebben ook niet zelf de knowhow ontwikkeld om die grondstoffen te exploiteren. Hun arrogantie en onverdraagzaamheid zijn er naar.

Hoe is dit te verklaren, als ‘wij’, door en door egoïstische westerlingen, er altijd slechts op uit waren om hun grondstoffen te plunderen ten bate van onze eigen welvaart? Als onze welvaart gebaseerd is op postkoloniale uitbuiting, waarom maken wij dan jaarlijks honderden miljarden dollars en euro’s over naar landen als Saoedi-Arabië, Nigeria en Venezuela? Waarom stelen we dan al die olie en gas niet?

Dan nog even over onze klimaatschuld, die zou rechtvaardigen dat ‘wij’ elk jaar minstens 100 miljard dollar in een door de VN beheerd klimaatfonds gaan stoppen, waar Derde Wereldlanden uit kunnen putten om CO2-neutraal en klimaatbestendig te worden. Het idee daar achter is, dat ‘wij’ tot nu toe het merendeel van de CO2 hebben uitgestoten die de klimaatverandering veroorzaakt. Klimaatverandering is dus grotendeels ‘onze’ schuld, en daar moeten we voor boeten.

Het klopt dat de westerse wereld vanaf het begin van de industriële revolutie tot nu toe het grootste deel van alle CO2 heeft uitgestoten. Maar op dit moment stoot de westerse wereld nog maar een kwart van alle CO2 uit, en dat aandeel is dalende, omdat onze uitstoot afvlakt en die van de rest van de wereld stijgt.

Het IPCC zegt te weten welk CO2-budget aan totale toekomstige uitstoot nog beschikbaar is om de mondiale temperatuurstijging onder de 2 graden te houden: gegeven de prognoses voor de uitstoot, gaan niet-westerse landen het grootste deel van dat resterende CO2-budget opsouperen.

Herstelbetalingen?

Dat maakt de klimaatschuldvraag op z’n zachtst gezegd ingewikkeld. De menselijke CO2-uitstoot en klimaatverandering tot nu toe zijn vooral voordelig geweest voor de wereld: die zorgden voor betere oogsten, een hogere productiviteit van de mondiale natuur en lagere stookkosten. Ergens in de nabije toekomst ligt een omslagpunt waarop verdere klimaatverandering vooral nadelig wordt.

Die nadelige top van de klimaatverandering wordt dan veroorzaakt door CO2 die vooral door niet-westerse landen zal worden uitgestoten. Je kunt er dus op wachten dat iemand die schuld en boete redenering omdraait: begin maar alvast met sparen, India, China, Brazilië en Indonesië, want de Europese claims voor herstelbetalingen komen er aan, in 2050. 

Arnout Jaspers schrijft wekelijks nuchtere, onthullende columns en artikelen voor Wynia’s Week.       

Als donateur maakt u Wynia’s Week mogelijk. Doneren kan HIER. Hartelijk dank!