Het CDA moet breken met het kabinet

VERBURGT200822-CDA
Wopke Hoekstra (CDA) richtte zich op de ochtend van 19 augustus 2022 tot zijn achterban

Er is dus leven na de dood. Terwijl we allemaal dachten dat het CDA was heengegaan, was daar toch opeens een teken van leven. Minister en partijleider Wopke Hoekstra stond in de krant en legde een bom onder het kabinet.

De stikstofdoelen van het kabinet, aldus Hoekstra in het AD van 19 augustus, waren voor het CDA niet heilig en eigenlijk moest met het hele stikstofbeleid een ‘herstart’ worden gemaakt. De kritische depositowaarde waarop het hele stikstofplan is gebaseerd, was een ‘gemankeerd middel en moest uit de wet.

Rutte’s noodgreep

Heel Den Haag in rep en roer. Rutte voorop. Hij vroeg zich publiekelijk af of de uitspraken van Hoekstra staatsrechtelijk wel door de beugel konden, want het kabinet spreekt immers met één mond. Dat hij het eigengereide getwitter van collega Kaag al maanden laat passeren, vergeten we maar even. Hier telt dat Rutte zijn kabinet bedreigd zag.

Dat zal niet minder zijn geworden na de woorden van Hugo de Jonge bij de ingang van de Trêveszaal. Die vond dat het coalitieakkoord überhaupt op de schop moet. De koopkracht moet worden verbeterd en – kijk aan – ‘minder instroom van asielzoekers moet bespreekbaar worden’. Een gecoördineerde aanval dus.

Geen kiezer zal denken dat het CDA zich puur door altruïsme en boerenliefde laat leiden. Het gaat minstens ook om het voortbestaan van de partij. De partij verkeert al jaren in crisis, maar wat de laatste anderhalf jaar is gebeurd is ronduit dramatisch. Kleurlozer, anoniemer en richtinglozer dan deze partij kom je ze niet vaak tegen.

Ik zit toch vrij goed in de materie, maar van de na het vertrek van Pieter Omtzigt resterende 14 leden van de Tweede Kamerfractie kon ik er maar drie spontaan voor de geest halen: Pieter Heerma (fractievoorzitter, maar ja als dat al niet lukt), Lucille Werner (Bingo) en Derk Boswijk (vanwege de stikstofplannen).

En de bewindslieden?

En dan die twee andere ministers naast de zojuist genoemde Hoekstra en De Jonge, wie zijn dat ook al weer?  Na het nodige denkwerk:  de minister van Binnenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot, volmaakt onzichtbaar, tot ze een paar weken geleden in de publiciteit kwam omdat ze vanwege de vakantie van het voltallige kabinet alle ministersposten bleek waar te nemen. Zelfs de haar voorgeschreven antwoorden kwamen er krampachtig uit.

En Karien van Gennip bedenk ik me opeens, de dame die ons land wilde verrijken met een legioen kanslozen uit de banlieu rond Parijs. Ze schijnt verder vooral ruzie te maken met haar directe collega Carola Schouten en overigens van mening te zijn dat de werkgevers de lonen maar moeten verhogen om gezinnen uit de door de overheid veroorzaakte armoede te bevrijden.

Niet één recent initiatief, laat staan succes van het CDA zou ik kunnen noemen. Daarbij negeer ik de slagregen van beloftes, ideetjes en dreigementen van Hugo de Jonge; het is een en al lucht.

Veertig minder dan onder Balkenende

De peilingen zijn desastreus. Nog maar zes zetels heeft het CDA over; zou het weggepeste Kamerlid Pieter Omtzigt een partij oprichten, dan gaan er nog eens twee af. Veertig minder dan onder Balkenende aan het begin van de eeuw.

De andere cijfers zijn even deplorabel. De Eerste Kamerfractie kromp in twee decennia van 23 naar 9, de delegatie in het Europees Parlement ging van 7 naar 4. Het CDA in de Provinciale Staten, ook een en al kaalslag. In het beste geval halveerde het zetelaantal, vaker bleef nog geen derde over, met name in provincies die van oudsher ‘van het CDA’ waren, Noord-Brabant, Limburg en Zeeland.

Ook het aantal leden schrompelde ineen, niet in het minst omdat de sterflijkheid van de mens haar tol eiste: het CDA is enorm vergrijsd.

De grootste dreun kreeg het CDA in 2010 toen het vrijwel halveerde en op 21 Kamerzetels uit kwam. Twee jaar later gingen daar nog eens 8 vanaf. Na een oppositieperiode – door Rutte ongepast getypeerd als een verantwoordelijkheidsvakantie – leek het even weer goed te gaan (19 zetels), maar in 2021 verloor de partij weer stevig en zakte ze naar een all time low van 15 zetels.

Lijsttrekkersverkiezing: gemanipuleerd?

Die laatste nederlaag was vooral van eigen makelij. De lijsttrekkersverkiezing was een chaos waarbij zelfs de schijn van manipulatie werd gewekt. De winnaar, Hugo de Jonge, kreeg geen poot aan de grond, mede door zijn omstreden rol als corona-minister. Hij trad af waarna het bestuur niet de nummer twee van de lijsttrekkersverkiezing, Pieter Omtzigt, benoemde, maar Wopke Hoekstra die eerder die rol had geweigerd en ook dit keer grote aarzelingen had, omdat hij zich geen politicus, maar een bestuurder achtte.

Het tekent het verval en de stuurloosheid van de partij. Het laat ook zien dat de partij in (minstens) twee kampen was verdeeld: de Hugo-factie en de Pieter-factie. Wopke, die nette man met zijn keurige loopbaan en onberispelijke ministerschap, was onomstreden en gold voor menigeen als een potentiële opvolger van Rutte. Bovendien droomden vele partijbonzen van een partij vol Wopkes: jong, dynamisch, kosmopolitisch, een man van de wereld. Geheel andere koek dan de boeren, burgers en buitenlui die van oudsher de achterban van de partij vormden.

De verkiezingscampagne was een drama. Nu doorpakken! was de door Wopke Hoekstra bedachte slogan, een tekst die zelfs Macher Lubbers te macho zou hebben gevonden. Bovendien bleek Hoekstra een stuntelende debater. Komt bij dat de partij had verzonnen om zich op de steden en op de jongeren te gaan richten.

Dan heb je echt geen kaas gegeten van de werkelijkheid. En van marketing: het is aanzienlijk moeilijker om nieuwe kiezers te vinden dan om bestaande te behouden. De traditionele achterban, voornoemde boeren, burgers en buitenlui, begreep in elk geval hoe laat het was.

De verkiezingsuitslag was zoals dat heet een teleurstelling. Het Wopke-effect bleef uit, een verlies van vier zetels: van 19 naar 15.

Smeercampagne tegen Omtzigt

Kort daarop werd ook nog eens bekend dat figuren in de top van het CDA al tijden lang een smeercampagne voerden tegen volksheld Pieter Omtzigt en dat ook Rutte hem probeerde weg te werken. Omtzigt bezweek onder de druk, werd ziek en stapte uiteindelijk uit de partij. De krokodillentranen vloeiden rijkelijk, maar de opluchting bij menige achterblijver was tot in de huiskamers voelbaar.

De electorale prijs was hoog. Op slag zakte het CDA in de peilingen onder de tien Kamerzetels en dat is niet meer goed gekomen.

Erger nog, waar Pieter Omtzigt uitgroeide tot het voorbeeld-Kamerlid, daar verkleurde zijn voormalige fractie tot een clubje onderdanige uitvoerders van het kabinetsbeleid. Zou Omtzigt een eigen partij beginnen, dan kon hij rekenen op 25, 26 zetels, meer dan de VVD die in een neergaande lijn terecht was gekomen.

En het CDA? Als een konijn in het lamplicht.

De planeet, niet het land

Ondertussen was de regering in de weer met de zaken die haar wel/echt interesseren en nee dat zijn niet de inflatie of de energiearmoede. Dat is de redding van de planeet, te beginnen in de weilanden en de stallen van de boeren in Nederland. Het stikstofplan, gebracht door VVD-minister Christianne van der Wal op een toon die het midden hield tussen die van een kleuterjuf en een deurwaarder, leidde tot groot rumoer onder boeren en ook elders in de samenleving.

Desalniettemin werd in no time het plan door de Kamer gejast. Het CDA spartelde bij monde van Pieter Heerma nog even tegen, maar dat bleek een toneelstukje. Het Kamerlid dat het vuile werk moest doen, Derk Boswijk, slikte met verstikte stem zijn bezwaren in en volstond verder met bukken en buigen naar de boze boeren en eigen achterban. Hij werd daarmee het toonbeeld van het huidige CDA: best integer en met goede bedoelingen, maar vermorzeld door levenloze partijchefs Hoekstra en Heerma die het kabinet in de lucht willen houden.

Eerst: geen krimp

Gaandeweg werd vooral door Pieter Omtzigt en het voormalige CDA-lid Caroline van der Plas, ontrafeld hoe ondeugdelijk het stikstofplan was. Ze kregen uiteraard geen gehoor, noch bij de coalitiepartijen noch bij het kabinet. Ook het CDA gaf geen krimp.

Het is bijna niet voorstelbaar dat de coalitie en juist het CDA, de plattelandspartij van weleer,  niet hebben zien aankomen hoe boos de boeren zouden worden en – belangrijker nog – hoe solidair vele Nederlanders zich met hen zouden betonen. Solidair dekt de gemoedstoestand eigenlijk niet: het is herkenning. Vele burgers hebben soortgelijke ervaring met de kille, wantrouwige overheid die verbinding pretendeert, maar afstand realiseert.

Binnen de kortste keren steeg BBB naar de een na hoogste plaats in de peilingen en zakten de coalitiepartijen door de vloer.

En het CDA? Doof, blind, stom. Op weg naar de slachtbank.

Je kan kritisch zijn over de fusieplannen van die andere voormalige volkspartij, de PvdA, maar die partij doet tenminste wat.

Niet elegant, wel in paniek

En dan is daar opeens de aanval van Wopke Hoekstra. Aanval, want een andere interpretatie van zijn actie is niet mogelijk. Donderdag zaten ze nog in de coalitie met elkaar de drie grote crises te bespreken, stikstof, asiel en koopkracht, en daags erna trekt Hoekstra het tapijt onder het kabinet vandaan. Een goed voorbereide actie: dat interview was uiteraard al afgenomen voor het kabinetsberaad. Het is weinig elegant, maar niet ongebruikelijk in de politiek en past ook naadloos in de hoekige stijl van Hoekstra.

Het geeft vooral ook aan hoezeer het CDA in paniek is.

Kan het CDA zijn ondergang nog ontlopen? Die kans is klein.

Het CDA heeft anders dan de PvdA zijn ideologische veren nog niet pontificaal afgeschud. Sterker, de kernwaarden van het CDA zijn nog actueel en goed doordacht. Ze appelleren aan de ‘boeren, burgers en buitenlui’ en onderscheiden zich van de reclametaal van de meeste andere partijen.

De partij heeft ze wel verwaarloosd en heeft zich door rare koerszwenkingen en intern gedoe minstens laten zien die kernwaarden niet erg op zichzelf toe te passen. Dan raak je vanzelf verwijderd van je natuurlijke achterban en vice versa.

Het was een evidente fout om in dit kabinet te gaan zitten. Niemand wilde dit kabinet. Bovendien was van meet af aan duidelijk dat een verzwakte Rutte door Kaag aan de ketting zou worden gelegd. Het CDA liet zich gebruiken, als stemvee, als bladvulling. Op voorhand medeplichtig aan beleid dat het niet aan zijn achterban zou kunnen verkopen. Die stikstofplannen zijn niet een paar weken geleden bedacht door mevrouw Van de Wal, die staan gewoon in het coalitieakkoord van december 2021!

De actie van Wopke Hoekstra is dan ook goed te begrijpen, ook al is die bot en erg laat.

Breken is de laatste kans

Theoretisch is het mogelijk dat het kabinet het coalitieakkoord openbreekt en ook tot een reconstructie van de samenstelling komt, maar praktisch gezien is dat een illusie. Dit kabinet mist elke kracht om zich opnieuw uit te vinden.

Als het CDA dat accepteert en genoegen neemt met een paar ‘inlegvelletjes’ in gevoelige dossiers en in dit kabinet blijft zitten, is het over en uit met deze partij. Definitief gedegradeerd tot slippendrager van de VVD (en zo lang het duurt) van D66, klaar om naar het politieke hiernamaals te gaan.

Daarom is er maar één scenario: breken met het kabinet.

Misschien overleeft het CDA dan. Heel misschien.

Wynia’s Week is er 104 keer per jaar, met nuchtere, onafhankelijke berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!