Stuur de ontspoorde asiel- en migratierechtspraak van Straatsburg bij met een aanvullend Protocol

gast
Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg. Beeld: coe.int.

Door Marc Bossuyt*

Er is eindelijk een debat over de manier waarop het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens interpreteert inzake asiel en migratie. In dat debat betoogt Marc Bossuyt om niet te vervallen in drastische maar juridisch ineffectieve stappen. Er is een realistische oplossing in het Europees systeem zelf: een aanvullend protocol dat de ontspoorde rechtspraak van Straatsburg bijstuurt en het vertrouwen van regeringen én burgers moet herstellen.

Eerdere artikelen in Wynia’s Week over dit onderwerp vindt u hier, hier en hier.

Op 22 mei 2025 hebben de president van Litouwen en acht EU-regeringsleiders, waaronder premier Bart De Wever, een open brief gepubliceerd waarin zij hun bezorgdheid uitdrukken over de wijze waarop het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) wordt geïnterpreteerd inzake asiel en migratie door het Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Aanvankelijk reageerde de secretaris-generaal van de Raad van Europa, de Zwitser Alain Berset, afwijzend. Hij had het over de politisering van het Straatsburgse Hof: ‘Geen enkel rechtscollege zou mogen te kampen hebben met politieke druk’. In België beschuldigden vijftien hoogleraren (in DS en Le Soir) de ondertekenaars van de brief ervan een vertekend beeld te schetsen van de rechtspraak van het Straatsburgse Hof. In het Frans spraken ze over des monstruosités.

Ook Duitsland en Nederland migratie-realistisch

Op 30 mei antwoordde ik (in Doorbraak en La Libre) dat, eerder dan met verbijstering te reageren, die collega’s beter konden nadenken over wat er moet gebeuren opdat het Straatsburgse Hof het vertrouwen van de regeringen en de volkeren van de 46 verdragspartijen zou behouden. Ondertussen hebben al 20 van de 27 EU-lidstaten zich bekend tot de groep van ‘migratie-realistische’ landen. Ook Duitsland behoort daar nu toe.

Nog vóór de verkiezingen van 29 oktober heeft de Tweede Kamer in Nederland de regering opdracht gegeven zich daarbij aan te sluiten. Algemeen wordt aangenomen dat het niet ondertekenen van die brief door minister-president Dick Schoof heeft geleid tot de val van de Nederlandse regering. In het Verenigd Koninkrijk hebben én Nigel Farage, de leider van de Reform Party die in de opiniepeilingen voorop ligt, én de Conservatieve Partij zich uitgesproken voor een terugtrekking uit het EVRM. Op 4 november maakte Berset een bocht door op de BBC te verklaren absoluut bereid te zijn wijzigingen in het Verdrag te overwegen om de bezorgdheden inzake migratie tegemoet te komen.

De vraag blijft intussen hoe aan die bezorgdheden kan worden tegemoetgekomen. Zich terugtrekken uit het EVRM lijkt niet de meest geschikte reactie. Dat zou grote politieke kosten met zich meebrengen en het zou tegelijk de geloofwaardigheid van het Europese stelsel van mensenrechtenbescherming aantasten.

Voor de EU-lidstaten zou het juridisch trouwens weinig uitmaken: ze blijven gebonden door gelijksoortige bepalingen in het EU-Handvest van de grondrechten. Ook het idee om zich terug te trekken uit het EVRM maar dan onmiddellijk weer toe te treden met een aantal voorbehouden, is niet geschikt. Het is tenslotte het Hof dat dan moet oordelen over dat voorbehoud en het als strijdig met het EVRM kan afwijzen.

Voor amenderen zijn de eisen te hoog

Het EU-Handvest van de grondrechten amenderen valt zelfs niet eens te overwegen. De vereisten daarvoor liggen veel te hoog: dat kan pas na een eensgezinde beslissing van de Europese Raad, de instemming van het Europees Parlement én de ratificatie door 27 nationale parlementen. Dat is onbegonnen werk.

Doordat het EU-Handvest in sterke mate is geïnspireerd door de rechtspraak van het Straatsburgse Hof, zou een aanvullend Protocol bij het EVRM ook de rechtspraak over het EU-Handvest beïnvloeden.

Ook van Verklaringen van het Comité van Ministers van de Raad van Europa, zoals die van Brighton (2012) en die van Kopenhagen (2018), mag niet veel worden verwacht. Niets laat veronderstellen dat een nieuwe verklaring meer impact zou hebben dan de vorige.

Een nieuw, aanvullend protocol

Meer geschikt is het snel aanknopen van onderhandelingen tussen gelijkgezinde landen over een aanvullend protocol bij het EVRM om de uitdagingen veroorzaakt door asiel en migratie het hoofd te bieden. Een dergelijk protocol vereist niet noodzakelijk eensgezindheid onder het Comité van Ministers en al evenmin een tussenkomst van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa. Voor de inwerkingtreding ervan volstaat de ratificatie door een dozijn verdragspartijen, voorafgegaan door de instemming van hun nationale parlementen.

De asiel- en migratieproblemen waarmee de westerse landen worden geconfronteerd, worden immers niet veroorzaakt door het Geneefs Vluchtelingenverdrag van 1951. In wezen bevat dat verdrag alleen maar een definitie van het begrip ‘vluchteling’ (een persoon die een gegronde vrees koestert voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging) en een verbod tot refoulement (niemand mag worden teruggestuurd naar een land waar hij gevaar loopt voor zijn vrijheid, zijn fysieke integriteit of zijn leven om één van de redenen vermeld in dat Verdrag).

Een beter evenwicht

Die problemen worden ook niet veroorzaakt door de tekst van het EVRM, maar door de interpretatie die het Straatsburgse Hof eraan heeft gegeven. Sinds vijftien jaar heb ik mij daarover in vele geschriften beklaagd. Dat nu vele Europese regeringen (eindelijk) tot dat inzicht zijn gekomen, kan ik dus niet betreuren.

Het is juist dat sinds 2020 het Straatsburgse Hof een meer voorzichtige weg is ingeslagen. Maar de vorige rechtspraak blijft wel de rechtspraak van het EU-Hof van Justitie in Luxemburg en (vooral) van vele nationale rechtscolleges domineren. Een nieuw aanvullend Protocol zou voor een beter evenwicht kunnen zorgen tussen de rechtmatige belangen van de verdragspartijen en de rechten van de asielzoekers.

*Marc Bossuyt is emeritus hoogleraar volkenrecht en voormalig voorzitter van het Grondwettelijk Hof van België. Dit artikel verscheen eerder in Doorbraak, 3 december 2025.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank! 

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!