Maak Khadija Arib interim-premier, dan wordt het een mooie zomer

arib
Khadija Arib. Foto: Tweede Kamer.

We zijn toch nog niet vergeten hoe door Mark Rutte en Annemarie Jorritsma bij herhaling werd gelogen over Pieter Omtzigt en ‘functie elders’, en hoe diezelfde Omtzigt nu moet protesteren: omdat Nederland het enige land wordt in West-Europa zonder serieus parlementair onderzoek naar wat er misging tijdens de Coronacrisis.

Dat zijn al meteen twee goede redenen om het team van RutteVier niet in demissionaire staat te laten aanblijven. Behalve morele bezwaren zijn er ook praktische risico’s. Het kabinet werkt met enorme fondsen – zoals een stikstoffonds van 25 miljard  – en de ministers doen alsof zij alle macht hebben om die miljarden naar eigen goeddunken te besteden. Als er pas in november vervroegde Tweede Kamerverkiezingen komen, gaan ze dat geld in rap tempo opmaken.

Er moet een duidelijk signaal komen

Om de 25 miljard uit het stikstoffonds te beschermen, en ook om een duidelijk signaal te geven dat er een onmiddellijk eind moet komen aan de schervengerichten op basis van niets meer dan anonieme beschuldigingen van ‘te hard praten’ of ‘met deuren smijten’, moet een voor de hand liggende stap worden gezet: maak voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) premier van een interim-regering.

Die interim-regering moet drie hoofdtaken krijgen: opschorting van het ondoordachte stikstofbeleid, gerichte maatregelen tegen armoede en voorbereiding van een aantal wetswijzigingen. In mijn vorige column noemde ik ze reeds: invoering van de rechtstreeks gekozen burgemeester, de instelling van een constitutioneel hof dat wetten toetst aan de grondwet en bij Tweede Kamerverkiezingen voortaan een regionaal kiesstelsel met louter provinciale kandidatenlijsten.

Arib, schrijver van drie boeken en eredoctor van de Vrije Universiteit, was een zorgvuldige voorzitter van de Tweede Kamer die werd weggewerkt na twee anonieme klachten. De echte reden om van haar af te willen, was de weerzin van de regeringspartijen (en hun helpers PvdA en GroenLinks) tegen een parlementaire enquête naar het verloop van de coronacrisis.

In een fatsoenlijk land zou een serieuze minderheid in het parlement voldoende reden moeten zijn om zo’n enquête door te zetten. In Nederland meent de zich schuldig voelende meerderheid dat te kunnen tegenhouden. Politici die waarheidsvinding zó bot blokkeren, kunnen we toch niet vertrouwen als interim-regering?

Toen Arib vorige week even terug was in de Haagse politieke arena, viel het de journalisten op hoe hartelijk zij door links en door rechts werd ontvangen. Een interim-regering moet wegblijven van politieke controverses en ik zou Arib meer vertrouwen om naar die regel te handelen dan het demissionaire team van Rutte. Plus: Nederland hoeft dan niet nóg langer te wachten op een vrouwelijke premier.

Burgers mogen van een regering vooral verwachten dat die bijdraagt aan het verminderen van onzekerheden. De drie hoofdtaken van de overheid zijn immers: het bewaken van de landsgrenzen, veilige steden en veilige dorpen en zoveel welvaartsstaat als nodig is tegen de risico’s van ziekte, invaliditeit, werkloosheid en armoede.

Bestrijding van armoede is een plicht van de overheid

Onze landsgrenzen zijn met de grote aantallen asielzoekers in Ter Apel een controversieel punt geworden. ‘Veilige steden en veilige dorpen’ zouden niet controversieel mogen zijn, maar worden het wel wanneer officieren van justitie, zoals onlangs gebeurde, lof toezwaaien aan de wetsovertreders van Extinction Rebellion. En nu we toch over wetsovertreders hebben: vorig jaar kwamen Italiaanse specialisten op uitnodiging naar Nederland om hun anti-maffia-maatregelen uit te leggen. Zijn daar inmiddels lessen uit getrokken?

Bestrijding van armoede is een plicht van de overheid. Onlangs verscheen het rapport Een zeker bestaan. Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum, met allerlei aanbevelingen, vooral met het oog op gezinnen met een laag inkomen.

‘Kinderen tot en met 12 jaar lopen een bovengemiddeld risico op armoede,’ staat in het rapport te lezen. Op dit moment leven in Nederland tweehonderdduizend kinderen in armoede; bij ongewijzigd beleid worden het er een kwart miljoen in 2025. RutteVier heeft op 1 juli de kinderbijslag verlaagd omdat de energieprijzen minder hoog zijn dan vorig jaar. Wel verklaarde CDA-minister van Sociale Zaken Karien van Gennip dat er bij de voorbereiding van Prinsjesdag ‘nadrukkelijke aandacht’ zal zijn voor kinderarmoede.

Concreet: de 25 miljard van het stikstoffonds is voldoende om de kinderbijslag te verhogen met tweehonderd euro per kwartaal voor alle kinderen tot en met twaalf jaar. Niet alleen nu, maar voor de komende vijftien jaar. Kinderbijslag is een geprefereerd instrument, want eenvoudig en per direct aanpasbaar, niet fraudegevoelig en niet verstorend voor de afweging tussen werk en uitkering.

Als de interim-regering zó de belofte van Van Gennip invult, komt er ook een eerlijker kader om te beslissen over de stikstof. Nederland is een klein land en kan niet haar wil opleggen aan de hele wereld. Als Nederland dan toch een stikstofbeleid wil inzetten dat hevig afwijkt van het buitenland, dan moeten de Nederlandse kiezers ook bereid zijn om daar een offer voor te brengen.

Die offers worden nu natuurlijk ook gebracht (in de vorm van roekeloze bezuinigingen op de ouderenzorg, lesuitval op steeds meer scholen en onverantwoordelijk lange wachtlijsten in de jeugd-ggz), maar gespreid over vele sectoren. En: zonder uitleg hoe die sectoren worden weggedrukt door de reuze-uitgaven voor klimaat en natuur.

Het kostbare klimaatbeleid moet nu controversieel worden verklaard

Beter en zuiverder is het wanneer de overheid burgers eerst een passende verzekering zou bieden tegen armoede en ziekte, en pas daarna aan de kiezers zou vragen wat ze over hebben voor stikstof- en CO2-reductie.  

D66-leider Sigrid Kaag noemde zaterdag ‘klimaat’ als nog steeds haar eerste prioriteit. PVV, BBB, JA21, de SP en Pieter Omtzigt denken daar anders over. Logischerwijs moet deze forse Kamerminderheid het recht hebben om een onderwerp ‘controversieel’ te verklaren en dus te eisen dat kostbaar beleid op de plank blijft liggen tot er een nieuwe regering is. Maar ik ben bang dat de politici die diezelfde forse Kamerminderheid zo schoffeerden over de corona-enquête, dat nu ook zullen doen over klimaat en natuur. Zo blijft RutteVier feitelijk gewoon aan de macht.

Nogmaals: na alle leugens is het nu tijd voor een eerlijke en zorgvuldige interim-premier in de persoon van Khadija Arib. Tweehonderdduizend kinderen in armoede is een schande voor een rijk land als Nederland – en dus moet per direct de kinderbijslag omhoog. Met zoveel jonge mensen in psychische nood en zoveel bejaarden in 24-uurs luiers gaan we níet bezuinigingen op de zorg. En dus gaan we stoppen met het kostbare en controversiële stikstofbeleid.

Pieter Omtzigt als nummer twee

En verder mogen we hopen dat Pieter Omtzigt, de King Kong van de Tweede Kamer, niet tragisch ten ondergaat maar een partij vindt waar hij zich als nummer twee thuis kan voelen en waar hij zijn onmisbare werk kan voortzetten.

Dan wordt het een mooie zomer.  

Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.

Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!

.