Verbod op de verkoop van auto’s met verbrandingsmotor beperkt de opwarming niet en schaadt de Europese auto-industrie

Bent u voor of tegen een ban op de verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor per 2035? Die vraag moesten de lijsttrekkers van GL/PvdA, CDA, VVD en D66 beantwoorden in het blokje klimaatbeleid van het RTL verkiezingsdebat. Een zeer actuele vraag omdat de ban, een integraal onderdeel van de Europese Green Deal, in Duitsland binnen de automobielindustrie veel verzet oproept dat inmiddels wordt gesteund door de Duitse bondskanselier Merz. Naar verwachting zal de ban dan ook binnenkort wel het loodje leggen.
De Europeanen en klimaatkoplopers Jetten en Timmermans hoefden er niet lang over na te denken, natuurlijk voor. Timmermans voegde er nog aan toe dat de maatregel juist goed is voor de Duitse industrie want anders zou de Europese markt overspoeld worden met goedkope Chinese elektrische auto’s. Tja. Bontenbal was ook voor, afspraak is afspraak. Yesilgöz was als enige tegen met een beroep op de veranderende geopolitieke omstandigheden.
Weinig realiteitszin
De ban op de verkoop van CO2-uitstotende auto’s is een mooi voorbeeld van wat er mis is met de Europese Green Deal. De logica achter de Green Deal en de ban op nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor is van een bedrieglijke eenvoud en luidt als volgt:
- De uitstoot van CO2 warmt de aarde op.
- De opwarming van de aarde is gevaarlijk.
- De uitstoot van CO2 moet worden beteugeld.
- De aarde mag niet meer dan anderhalve graad opwarmen (Akkoord van Parijs).
- Gevolg van 4: de wereldwijde CO2-uitstoot moet terug naar netto-nul in 2050 (IPCC).
- Gevolg van 5: alle auto’s mogen vanaf 2050 geen CO2 meer uitstoten.
- Gevolg van 6: verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor verbieden per 2035.
Waar de redenering de mist ingaat is met de punten 4 en 5. Die miskennen de klimatologische en economische werkelijkheid. De aarde is op dit moment al bijna anderhalve graad opgewarmd. Het beperken van de opwarming tot anderhalve graad is een gepasseerd station, daar bestaat binnen de klimaatwetenschap ook geen enkele discussie over. Punt 4 is dus niet meer relevant. Punt 5 gaat ervan uit dat binnen 25 jaar de huidige CO2-uitstoot naar netto-nul kan worden teruggebracht. Dat getuigt van weinig economische realiteitszin. Hoe zit dat precies?
De wereldeconomie is de eerste 25 jaar van deze eeuw met ongeveer 3,5% gegroeid. Die groei ging gepaard met een groei in het wereldwijde verbruik van primaire energie: vanaf 2000 tot nu met gemiddeld bijna 2% per jaar. De economie zal de rest van deze eeuw blijven groeien. Die groei zal zich ook weer vertalen in een groei van het verbruik van primaire energie. Dat is een ijzeren wetmatigheid.
Hoe is de primaire energie verdeeld over CO2-vrije energie (waterkracht, kernenergie, zon, wind, geothermie en moderne biomassa) en CO2-uitstotende energie (fossiele energie en houtstook)? In 2000 bedroeg de CO2-vrije energie 13% van het totale energieverbruik en de rest, 87%, bestond uit CO2-uitstotende energie. Sinds 2000 is CO2-vrije energie gegroeid met gemiddeld ongeveer 3% per jaar en de laatste 5 jaar zelfs met bijna 5% per jaar, voor een belangrijk deel dankzij genereuze overheidssubsidies. Door die groei steeg het aandeel van CO2-vrije energie naar 18% in 2024 en daalde het aandeel van CO2-uitstotende energie naar 82%. Alle cijfers zijn terug te vinden op de onvolprezen website Our World in Data.
Wat mogen we verwachten?
Onderstaand vlakdiagram laat zien hoe het verbruik van CO2-vrije en CO2-uitstotende energie er in het verleden uitzag en wat we in de toekomst mogen verwachten. Op de verticale as staat de hoeveelheid energie in de eenheid 1000TWh (TeraWatthour) en op de horizontale as de tijd in kalenderjaren. Het oranje vlak geeft de projectie weer van de CO2-uitstotende energie vanaf 2025, het groene vlak de projectie van de CO2-vrije energie. De gestreepte vlakken geven het verloop weer van de CO2-uitstotende en CO2-vrije energie in de afgelopen 25 jaar.

Het verloop in het verleden is gebaseerd op de gegevens van Our World in Data. Voor de toekomstprojecties hebben we een groei van de primaire energie aangenomen van 2% per jaar, passend bij een groei van de wereldeconomie van rond de 3,5% per jaar, en een (optimistische) groei van de CO2-vrije energie van 5% per jaar. CO2-uitstotende energie vormt de sluitpost, het verschil tussen de totale primaire energie en de CO2-vrije energie.
Pas vanaf 2081 volledige CO2-vrije energie
CO2-vrije energie groeit gestaag en verdringt langzamerhand de CO2-uitstotende energie maar die groei is tot 2060 onvoldoende om de groei van het primaire energieverbruik bij te houden. De CO2-uitstotende energie neemt daarom tot 2060 licht toe waarna een definitieve neergang wordt ingezet. Pas vanaf 2081 kan CO2-vrije energie volledig voorzien in de wereldbehoefte aan primaire energie.
In het netto-nul jaar 2050 bedraagt de CO2-uitstotende energie iets meer dan 60% van het totale energieverbruik. Dat is overigens geheel in lijn met de vorige week in Amsterdam gepresenteerde Energy Transition Outlook 2025 van de onafhankelijke en internationaal opererende Noorse verzekeraar en aanbieder van risicomanagement Det Norske Veritas (DNV).
Een snelle daling van CO2-uitstotende energie naar netto-nul in 2050, het uitgangspunt van de Europese Green Deal, is een illusie. Een netto-nul in 2050 zou alleen gehaald kunnen worden met een wereldwijde groei van CO2-vrije energie van tegen de 10% per jaar. Daar kun je misschien wel over dromen maar is in werkelijkheid onhaalbaar. Het zal nog een hele toer worden om de hier aangenomen groei van 5% per jaar te realiseren. De belangrijkste knelpunten op landenniveau zijn benodigde infrastructuur, technisch personeel, materialen en geld, en op wereldniveau internationale samenwerking.
Fossiele energie blijft nog zeker tot ver in de tweede helft van deze eeuw broodnodig, eenvoudigweg omdat CO2-vrije energie voorlopig bij lange na niet aan de groeiende wereldvraag naar energie kan voldoen. De netto-nul uitstoot in 2050 die de EU nastreeft met de Europese Green Deal is gespeend van iedere werkelijkheidszin en getuigt van wereldvreemd wensdenken.
Puur symbolisch
Een ban op de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotor per 2035, daar begonnen we mee, is dan ook een puur symbolische maatregel die misschien bij sommigen warme gevoelens oproept maar geen enkel effect zal hebben op het beperken van de opwarming van de aarde. Wat we wel zeker weten is dat de ban de Europese automobielindustrie in grote problemen zal brengen en onherroepelijk zal leiden tot een drastische sanering van die industrie. Geen nood, de Chinese automobielindustrie staat klaar om in het gat te springen. Met dank aan de bevlogen architecten en voorstanders van de Europese Green Deal.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!